czasowniki 2

 0    55 Datenblatt    joannasedk
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
sign up
Lernen beginnen
in schrijven schreef in ingeschreven
choose
Lernen beginnen
kiezen – koos – gekozen
watch
Lernen beginnen
kijken - keek/keken - hebben gekeken
sound
Lernen beginnen
klinken/klonk/ h geklonken
come
Lernen beginnen
komen - kwam - ben gekomen
buy
Lernen beginnen
kopen / kocht/kochten / hebben gekocht
get
Lernen beginnen
krijgen / kreeg/kregen / hebben gekregen
can
Lernen beginnen
kunnen kon/konden gekund
laugh
Lernen beginnen
lachen - lachte/lachten - hebben + gelachen
let, let alone, let's
Lernen beginnen
laten - liet - gelaten
teach
Lernen beginnen
lesgeven - gaf les - lesgegeven
read
Lernen beginnen
lezen- Las - gelezen
walk
Lernen beginnen
lopen-liep heeft gelopen
take along with
Lernen beginnen
meenemen - nam mee - namen mee meegenomen
measuring
Lernen beginnen
meten - mat - gemeten
may - should
Lernen beginnen
mogen - mocht
take
Lernen beginnen
nemen - nam/namen - hebben + genomen
deal with
Lernen beginnen
omgaan/ ging om/ zijn omgegaan
remember
Lernen beginnen
onthouden -onthield - h onthouden
receive
Lernen beginnen
ontvangen - ontving - ontvangen
get up
Lernen beginnen
opstaan/stond op/zijn opgestaan
look up of visit
Lernen beginnen
opzoeken, zocht op, hebben opgezocht
death
Lernen beginnen
overlijden/overleed/zijn overleden
cross over
Lernen beginnen
oversteken/stak over/ zijn overgestoken
driving
Lernen beginnen
rijden/reed/h_z gereden
have to, need want to
Lernen beginnen
hoeven, hoefde
smell
Lernen beginnen
ruiken/rook/ h geroken
call scream
Lernen beginnen
roepen/riep/h geroepen
pomagać
Lernen beginnen
Helpen hielp h. geholpen
trzymać dotrzymać
Lernen beginnen
houden hield h. gehouden
nazwać
Lernen beginnen
heten, heette heetten
lie, lay
Lernen beginnen
liggen, lag(en), gelegen
seem, look like
Lernen beginnen
lijken, leek,h. geleken
Hang up
Lernen beginnen
Ophangen, hing op, opgehangen
record answer the phone
Lernen beginnen
opnemen, nam op, namen op, hebben opgenomen
must, must
Lernen beginnen
moeten, moest
pick-up
Lernen beginnen
ophalen ik heb opgehaald-ik haalde op
the grid
Lernen beginnen
het rooster
the device
Lernen beginnen
het apparaat
the leaflet
Lernen beginnen
de folder
chance
Lernen beginnen
de kans
the feeling
Lernen beginnen
het gevoel
the material
Lernen beginnen
het materiaal
the plant
Lernen beginnen
de plant
the future
Lernen beginnen
de toekomst
the freedom
Lernen beginnen
de vrijheid
the factory
Lernen beginnen
de fabriek
the education
Lernen beginnen
het onderwijs
the government
Lernen beginnen
de regering
the blanket
Lernen beginnen
de deken
the service
Lernen beginnen
de dienst
intention
Lernen beginnen
de bedoeling
the toe
Lernen beginnen
de toest
the total
Lernen beginnen
het totaal
the terrace
Lernen beginnen
het terras

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.