→ Czasowniki Modalne → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen

Frage		Antworten
chcemy Lernen beginnen		willen
musimy Lernen beginnen		moeten
możemy (w znaczeniu potrafimy) Lernen beginnen		kunnen
możemy (w znaczeniu: mamy zezwolenie) Lernen beginnen		mogen
czasownik używany w odniesieniu do przyszłości Lernen beginnen		zullen
tryb warunkowy Lernen beginnen		zouden
ja ty on ona ona Pan muszę Lernen beginnen		Ik, jij, hij, zij, het, u moet
ja mogę Lernen beginnen		ik mag
ty możesz Lernen beginnen		jij mag
on, ona, to, pan możesz Lernen beginnen		hij, zij, het, u mag
ja chcę Lernen beginnen		ik wil
ty chcesz Lernen beginnen		jij wil/ wilt
on, ona, ono chce Lernen beginnen		hij, zij, het wil
Pan chce Lernen beginnen		u wilt
ja mogę Lernen beginnen		ik kan
ty możesz Lernen beginnen		jij kan, kunt
on, ona może Lernen beginnen		hij, zij, het kan
pan może Lernen beginnen		u kan/kunt
ja będę Lernen beginnen		ik zal
ty będziesz Lernen beginnen		jij zal, zult
on, ona, to będzie Lernen beginnen		hij, zij, het zal
pan będzie Lernen beginnen		u zal
Chcę ci pomóc Lernen beginnen		ik wil je helpen
chcę zrobić zakupy Lernen beginnen		ik wil booudschappe winkelen
Chcę przeczytać książkę Lernen beginnen		Ik wil boek lezen
on Musi iść do lekarza Lernen beginnen		Hij moet naar de dokter gaan
musimy zapłacić 10 euro Lernen beginnen		wij moeten 10 euro betalen
Muszę dzisiaj zostać w domu Lernen beginnen		ik moet vandaag thuis blijven
potrafie dobrze pływać Lernen beginnen		ik kan goed zwemmen
potragimy, możemy znaleźć tę ulicę Lernen beginnen		wij kunnen deze straat vinden
on potrafi prowadzić samochód Lernen beginnen		hij kan autorijden
możemy tu jeździć na rowerze Lernen beginnen		we mogen hier fietsen
twój przyjaciel też może przyjść Lernen beginnen		je vriend mag ook komen
mogę palić w środku Lernen beginnen		ik mag binnen roken
zrobię to Lernen beginnen		il zal het doen
napiszemy ten list Lernen beginnen		wij zulle deze brief schrijven
Będziemy kontynuować (nie poddamy się) Lernen beginnen		Wij zullen doorgaan
on nigdy więcej tego nie zrobi Lernen beginnen		hij zal het niet meer doen
chcesz coś do picia Lernen beginnen		wil je iets drinken
gdzie chcesz zrobić zakupy? Lernen beginnen		waar wil je boodschappen doen?
czy możesz mi pożyczyć tę książkę? Lernen beginnen		kan je me dit boek lenen
umiesz dobrze śpiewać? Lernen beginnen		kan je goed zingen?
czy możecie przyjść dziś wieczorem? Lernen beginnen		kunnen jullie vanavond komen?
możesz zadzwonić do lekarza Lernen beginnen		kan je (naar) doktore bellen
co mogę dla Pana zrobić Lernen beginnen		wat kan ik voor u doen
gdzie możemy kupić bilety Lernen beginnen		waar kunnen wij kaartjes kopen

czasowniki modalne

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr