→ Dutch Week 4 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
to know (information) Lernen beginnen		weten (informatie)
to know (people & things) Lernen beginnen		kennen
to live (somewhere) Lernen beginnen		wonen (ergens)
empty Lernen beginnen		leeg
to begin to/ start to Lernen beginnen		beginnen (te)
to show Lernen beginnen		laten zien
the video Lernen beginnen		het filmpje
the people Lernen beginnen		de mensen
because Lernen beginnen		want
the weather Lernen beginnen		het weer
to stay Lernen beginnen		blijven
to come Lernen beginnen		komen
to go Lernen beginnen		gaan
yesterday Lernen beginnen		gisteren
today Lernen beginnen		vandaag
tomorrow Lernen beginnen		morgen
to (inside) Lernen beginnen		naar (binnen)
to (outside) Lernen beginnen		naar (buiten)
more Lernen beginnen		meer
less Lernen beginnen		minder
little/few Lernen beginnen		weinig
the same Lernen beginnen		hetzelfde/dezelfde
to fire Lernen beginnen		vuren
to shake Lernen beginnen		schudden
rocket Lernen beginnen		raket
to cry Lernen beginnen		huilen
to leave Lernen beginnen		Vertrekken
the bomb Lernen beginnen		de bom
to destroy Lernen beginnen		vernietigen
the damage Lernen beginnen		de schade

Dutch week 4