Irregular verbs 3

 0    30 Datenblatt    guest3759052
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
take - took in - h taken
Lernen beginnen
innemen - nam in - h ingenomen
drive in - drove in - drove in
Lernen beginnen
inrijden - reed in - h ingereden
register - registered - registered
Lernen beginnen
inschrijven - schreef in - h ingeschreven
choose- chose- h chosen
Lernen beginnen
kiezen- koos- h gekozen
look - looked - h looked
Lernen beginnen
kijken - keek - h gekeken
ready - was ready - h ready
Lernen beginnen
klaarliggen - lag klaar - h klaargelegen
ready - was ready - h ready
Lernen beginnen
klaarstaan - stond klaar - h klaargestaan
kilmmen - clammy - climbed
Lernen beginnen
kilmmen - klom - h geklommen
sound - sounded - h sounded
Lernen beginnen
klinken - klonk - h gekloneken
come - came -
Lernen beginnen
komen - kwam - z gekomen
buy - bought
Lernen beginnen
kopen - kocht - h gekocht
get - got - h got
Lernen beginnen
krijgen - kreeg - h gekregen
can - could - could
Lernen beginnen
kunnen - kon - h gekund
laughed - laughed - h laughed
Lernen beginnen
lachen - lachte - h gelachen
pass by - passed by -h passed by
Lernen beginnen
langsgaan - ging langs -h langsgegaan
come by - came by - passed by
Lernen beginnen
langskomen - kwam langs - z langsgekomen
let - let - h let
Lernen beginnen
laten - liet - h gelaten
drink empty - drank empty - h drank empty
Lernen beginnen
leegdrinken - dronk leeg - h leeggedronken
teach - taught - taught
Lernen beginnen
lesgeven - gaf les - h lesgegeven
read - read - h read
Lernen beginnen
lesen - las - h gelezen
lie - lied - h lied
Lernen beginnen
liegen - loog - h gelogen
lie - lay -
Lernen beginnen
liggen - lag - h gelegen
seem - seemed - h seemed
Lernen beginnen
lijken - leek - h geleken
walk - walked - n/a walked
Lernen beginnen
lopen - liep - z/h gelopen
let go - let go - h let go
Lernen beginnen
loslaten - liet los - h losgelaten
bring along - brought along - h brought along
Lernen beginnen
meebrengen - bracht mee - h mee gebracht
participate - participated - h participated
Lernen beginnen
meedoen - deed mee - h meegedaan
go along - went along - z went along
Lernen beginnen
meegaan - ging mee - z meegegaan
come along - came along - h came along
Lernen beginnen
meekomen - kwam mee - h meegekomen
take along - took along - h taken along
Lernen beginnen
meenemen - nam mee - h meegenomen

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.