→ Het Woorden → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
het adres Lernen beginnen		adres
het afscheid Lernen beginnen		pożegnanie
het antwoord Lernen beginnen		odpowiedź
het bed Lernen beginnen		łóżko
het bedrag Lernen beginnen		ilość, kwota
het been Lernen beginnen		noga
het begin Lernen beginnen		początek
het bericht Lernen beginnen		wiadomość
het beroep Lernen beginnen		zawód
het besluit Lernen beginnen		Decyzja
het bestuur Lernen beginnen		zarządzanie, zarząd
het bewijs Lernen beginnen		dowód
het bezoek Lernen beginnen		wizyta
het blad Lernen beginnen		liść, karkta, gazeta
het blik Lernen beginnen		puszka
het bloed Lernen beginnen		krew
het boek Lernen beginnen		książka
het bos Lernen beginnen		las
het brood Lernen beginnen		chleb
het cadeau Lernen beginnen		prezent
het café Lernen beginnen		kawiarnia
het centrum Lernen beginnen		centrum
het cijfer Lernen beginnen		cyfra
het concert Lernen beginnen		koncert
het contact Lernen beginnen		kontakt
het dak Lernen beginnen		dach
het deel Lernen beginnen		część
het dieet Lernen beginnen		dieta
het dier Lernen beginnen		zwierzę
het ding Lernen beginnen		rzecz
het diploma Lernen beginnen		dyplom
het doel Lernen beginnen		cel
het dorp Lernen beginnen		wioska
het echtpaar Lernen beginnen		małżeństwo
het ei Lernen beginnen		jajko
het eigendom Lernen beginnen		własność
het eiland Lernen beginnen		wyspa
het einde Lernen beginnen		koniec
het eindpunt Lernen beginnen		punkt końcowy
het eten Lernen beginnen		jedzenie
het etiket Lernen beginnen		metka, etykietka
het examen Lernen beginnen		egzamin
het familielid Lernen beginnen		członek rodziny
het feest Lernen beginnen		impreza
het formulier Lernen beginnen		formularz
het fruit Lernen beginnen		owoc
het gas Lernen beginnen		gaz
het gat Lernen beginnen		dziura, otwór
het gebak Lernen beginnen		ciasto
het gebed Lernen beginnen		modlitwa
het gebied Lernen beginnen		obszar, dziedzina, teren
het gebit Lernen beginnen		zęby, uzębienie
het gebod Lernen beginnen		przykazanie
het gebouw Lernen beginnen		budynek
het gebruik Lernen beginnen		użycie
het gedeelte Lernen beginnen		część
het gedicht Lernen beginnen		poemat
het gedrag Lernen beginnen		zachowanie
het geduld Lernen beginnen		cierpliwość
het gehakt Lernen beginnen		mięso mielone
het geheim Lernen beginnen		tajemnica
het geheugen Lernen beginnen		pamięć
het gehoor Lernen beginnen		słuch
het geld Lernen beginnen		pieniądze
het geloof Lernen beginnen		wiara
het geluid Lernen beginnen		dźwięk
het geluk Lernen beginnen		szczęście
het geraamte Lernen beginnen		szkielet / kościec, konstrukcja
het gereedschap Lernen beginnen		narzędzie
het gesprek Lernen beginnen		rozmowa
het getal Lernen beginnen		liczba
het gevaar Lernen beginnen		niebezpieczeństwo, zagrożenie
het gevecht Lernen beginnen		walka, bitwa
het gevoel Lernen beginnen		uczucie, poczucie, wrażenie
het gevolg Lernen beginnen		konsekwencja, skutek, wynik
het geweer Lernen beginnen		broń
het geweld Lernen beginnen		przemoc
het gewicht Lernen beginnen		waga
het gewricht Lernen beginnen		staw
het gezelschap Lernen beginnen		towarzystwo, stowarzyszenie
het gezicht Lernen beginnen		twarz
het gezin Lernen beginnen		rodzina
het gif Lernen beginnen		trucizna
het glas Lernen beginnen		szkło, szklanka
het gordijn Lernen beginnen		kurtyna, zasłona
het goud Lernen beginnen		złoto
het graf Lernen beginnen		Grób
het gras Lernen beginnen		trawa
het haar Lernen beginnen		włosy
het handvat Lernen beginnen		Uchwyt, rączka
het hart Lernen beginnen		serce
het heelal Lernen beginnen		wszechświat
het hek Lernen beginnen		płot
het hemd Lernen beginnen		koszula, podkoszulek
het hok Lernen beginnen		klatka, komórka
het hoofd Lernen beginnen		głowa
het horloge Lernen beginnen		zegarek
het hotel Lernen beginnen		hotel
het hout Lernen beginnen		drewno
het huis Lernen beginnen		dom
het huiswerk Lernen beginnen		praca domowa
het huwelijk Lernen beginnen		małżeństwo (związek)
het ideaal Lernen beginnen		ideał
het ijs Lernen beginnen		lód
het ijzer Lernen beginnen		żelazo
het inkomen Lernen beginnen		dochód
het insect Lernen beginnen		Owad
het instrument Lernen beginnen		instrument
het internet Lernen beginnen		internet
het jaar Lernen beginnen		rok
het jaartal Lernen beginnen		rok (ujęcie historyczne)
het jack Lernen beginnen		kurtka
het journaal Lernen beginnen		wiadomości, aktualności
het jubileum Lernen beginnen		rocznica, jubileusz
het kaartspel Lernen beginnen		gra karciana
het kabinet Lernen beginnen		gabinet, rząd
het kamp Lernen beginnen		obóz
het kanaal Lernen beginnen		kanał
het kantoor Lernen beginnen		biuro
het kapitaal Lernen beginnen		kapitał
het kapsel Lernen beginnen		fryzura
het karakter Lernen beginnen		charakter
het karton Lernen beginnen		karton
het kasteel Lernen beginnen		zamek
het keelgat Lernen beginnen		gardło, gardziel
het kengetal Lernen beginnen		numer kierunkowy
het kenteken Lernen beginnen		tablica rejestracyjna
het kerkhof Lernen beginnen		cmentarz
het kerstfeest Lernen beginnen		przyjęcie bożonarodzeniowe
het kind, de kinderen Lernen beginnen		dziecko, dzieci
het kladblok Lernen beginnen		notatnik
het kleed Lernen beginnen		koc
het klimaat Lernen beginnen		klimat
het knoopsgat Lernen beginnen		butonierka
het kompas Lernen beginnen		kompas
het konijn Lernen beginnen		Królik
het koord Lernen beginnen		Lina
het koper Lernen beginnen		miedź
het koren Lernen beginnen		zboże, ziarno
het kruid Lernen beginnen		zioło
het kruis Lernen beginnen		krzyż
het kruispunt Lernen beginnen		skrzyżowanie
het kuiken Lernen beginnen		pisklę
het kunstwerk Lernen beginnen		dzieło sztuki
het kussen Lernen beginnen		poduszka
het kwartaal Lernen beginnen		kwartał
het kwartier Lernen beginnen		kwadrans
het laken Lernen beginnen		przescieradło
het lam Lernen beginnen		jagnię
het land Lernen beginnen		kraj, ląd
het landschap Lernen beginnen		krajobraz
het lawaai Lernen beginnen		hałas
het leer Lernen beginnen		skóra (materiał)
het leger Lernen beginnen		wojsko
het leven Lernen beginnen		życie
het legitimatiebewijs Lernen beginnen		dowód osobisty, legitymacja
het lichaam Lernen beginnen		ciało
het lichaamsdeel Lernen beginnen		część ciała
het licht Lernen beginnen		światło
het liedje Lernen beginnen		pieśn
het lid Lernen beginnen		członek
het lijf Lernen beginnen		Ciało
het lijk Lernen beginnen		zwłoki
het lokaal Lernen beginnen		lokal
het loket Lernen beginnen		okienko
het loon Lernen beginnen		pensja, wynagrodzenie
het lot Lernen beginnen		los
het medelijden Lernen beginnen		współczucie
het meel Lernen beginnen		mąka
het meer Lernen beginnen		jezioro
het meervoud Lernen beginnen		liczba mnoga
het meldpunt Lernen beginnen		punkt meldunku
het menu Lernen beginnen		menu
het merk Lernen beginnen		Marka
het mes Lernen beginnen		nóż
het metaal Lernen beginnen		metal
het meubel Lernen beginnen		mebel
het middel Lernen beginnen		środek (np czyszczący)
het middelpunt Lernen beginnen		punkt środkowy
het midden Lernen beginnen		środek, centrum
het milieu Lernen beginnen		środowisko
het miljoen Lernen beginnen		milion
het minimumloon Lernen beginnen		płaca minimalna
het ministerie Lernen beginnen		Ministerstwo
het misbruik Lernen beginnen		nadużycie, wykorzystanie
het misdrijf Lernen beginnen		przestępstwo
het model Lernen beginnen		model
het moment Lernen beginnen		moment, chwila
het monument Lernen beginnen		pomnik
het muntstuk Lernen beginnen		moneta
het museum Lernen beginnen		muzeum
het naaiwerk Lernen beginnen		szycie
het naambord Lernen beginnen		tabliczka z imieniem
het nadeel Lernen beginnen		wada, niedogodność
het najaar Lernen beginnen		jesień
het nationalisme Lernen beginnen		nacjonalizm
het nederlands Lernen beginnen		holenderski
het net Lernen beginnen		sieć
het nieuwjaar Lernen beginnen		nowy Rok
het nieuws Lernen beginnen		wiadomość, nowina
het niveau Lernen beginnen		poziom
het noodweer Lernen beginnen		burza, szaruga, zawierucha
het nummer Lernen beginnen		numer
het nummerbord Lernen beginnen		tablica z numerem
het offer Lernen beginnen		Oferta
het ogenblik Lernen beginnen		chwila, moment
het onderdeel Lernen beginnen		część, składnik, element
het ondergoed Lernen beginnen		bielizna
het onderhoud Lernen beginnen		utrzymanie
het onderwerp Lernen beginnen		temat, podmiot (w zdaniu)
het onderwijs Lernen beginnen		Edukacja
het onderzoek Lernen beginnen		śledztwo, badanie
het ongeduld Lernen beginnen		niecierpliwość
het ongeluk Lernen beginnen		nieszczęście
het ontbijt Lernen beginnen		śniadanie
het ontwerp Lernen beginnen		Projekt, zarys
het ontzag Lernen beginnen		respekt, szacunek
het onweer Lernen beginnen		burza z piorunami
het oog Lernen beginnen		oko
het oor Lernen beginnen		ucho
het oosten Lernen beginnen		wschód
het oppervlak Lernen beginnen		powierzchnia
het oudjaar Lernen beginnen		Sylwester
het overhemd Lernen beginnen		koszula
het paard Lernen beginnen		koń
het pad Lernen beginnen		ścieżka
het pak Lernen beginnen		garnitur
het paleis Lernen beginnen		Pałac
het papier Lernen beginnen		papier
het paradijs Lernen beginnen		raj
het park Lernen beginnen		park
het parlament Lernen beginnen		parlament
het paspoort Lernen beginnen		paszport
het pensioen Lernen beginnen		emerytura
het percent Lernen beginnen		procent
het perron Lernen beginnen		peron
het personeel Lernen beginnen		personel
het pictogram Lernen beginnen		Ikona
het plaatsbewijs Lernen beginnen		bilet, miejscówka
het plafond Lernen beginnen		sufit
het plakband Lernen beginnen		taśma klejąca
het plan Lernen beginnen		plan
het plastic Lernen beginnen		plastik
het plein Lernen beginnen		kwadrat, plac
het plezier Lernen beginnen		przyjemność
het politiebureau Lernen beginnen		posterunek policji
het portier (auto) Lernen beginnen		drzwi (samochodu)
het portret Lernen beginnen		portret
het postkantoor Lernen beginnen		Poczta
het potlood Lernen beginnen		ołówek
het prentenboek Lernen beginnen		książka z obrazkami
het prikbord Lernen beginnen		tablica ogłoszeń
het probleem Lernen beginnen		problem
het proces Lernen beginnen		proces
het product Lernen beginnen		produkt
het proefwerk Lernen beginnen		test, sprawdzian
het programma Lernen beginnen		program
het project Lernen beginnen		projekt
het protest Lernen beginnen		Protest
het publiek Lernen beginnen		publiczność
het raadsel Lernen beginnen		zagadka
het raam Lernen beginnen		okno
het rapport Lernen beginnen		raport
het reisbureau Lernen beginnen		Biuro podróży
het respect Lernen beginnen		szacunek
het restaurant Lernen beginnen		restauracja
het resultaat Lernen beginnen		wynik, rezultat
het rijbewijs Lernen beginnen		prawo jazdy
het rijtuig Lernen beginnen		powóz
het roer Lernen beginnen		ster
het roofdier Lernen beginnen		drapieżnik
het rotsblok Lernen beginnen		głaz, skała
het rumoer Lernen beginnen		hałas, gwar, zgiełk
het salaris Lernen beginnen		pensja, wypłata
het sap Lernen beginnen		sok
het schaap Lernen beginnen		owca
het scheerapparaat Lernen beginnen		maszynka do golenia
het schema Lernen beginnen		rozkład, plan, schemat
het schilderij Lernen beginnen		obraz
het schip Lernen beginnen		statek
het schoolbord Lernen beginnen		tablica szkolna
het schort Lernen beginnen		fartuch
het schot Lernen beginnen		strzał
het schouderblad Lernen beginnen		łopatka (część ciała)
het schrift Lernen beginnen		zeszyt
het seizon Lernen beginnen		sezon
het shirt Lernen beginnen		koszulka
het sieraad Lernen beginnen		biżuteria
het signaal Lernen beginnen		sygnał
het signalement Lernen beginnen		opis, rysopis
het skelet Lernen beginnen		szkielet
het slaapmiddel Lernen beginnen		środek nasenny
het slachtoffer Lernen beginnen		ofiara
slot Lernen beginnen		zamek (do drzwi)
het snoer Lernen beginnen		sznur
het speelgoed Lernen beginnen		zabawka
het spek Lernen beginnen		boczek
het spel Lernen beginnen		gra
het spinneweb Lernen beginnen		pajęczyna
het spitsuur Lernen beginnen		godziny szczytu
het spook Lernen beginnen		duch
het sportveld Lernen beginnen		boisko sportowe
het springtouw Lernen beginnen		skakanka
het spreekuur Lernen beginnen		godzina konsultacji
het spreekwoord Lernen beginnen		przysłowie
het stadion Lernen beginnen		stadion
het standbeeld Lernen beginnen		Posąg
het standpunt Lernen beginnen		pozycja
het statiegeld Lernen beginnen		depozyt, kaucja
het station Lernen beginnen		stacja
het stembiljet Lernen beginnen		karta do głosowania
het stembureau Lernen beginnen		lokal wyborczy
het stempel Lernen beginnen		znaczek, pieczątka
het stof Lernen beginnen		Kurz
het stopcontact Lernen beginnen		gniazdko elektryczne
het stoplicht Lernen beginnen		sygnalizacja świetlna
het strafwerk Lernen beginnen		praca za karę
het strand Lernen beginnen		plaża
het strijkijzer Lernen beginnen		Żelazko
het stuk Lernen beginnen		kawałek, sztuka
het stuur Lernen beginnen		kierownica
het succes Lernen beginnen		sukces
het symbol Lernen beginnen		symbol
het systeem Lernen beginnen		system
het tafelkleed Lernen beginnen		obrus
het tandvlees Lernen beginnen		dziąsła
het tapijt Lernen beginnen		dywan
het tarief Lernen beginnen		stawka
het team Lernen beginnen		drużyna, zespół
het tegoed Lernen beginnen		należność, opłata
het teken Lernen beginnen		znak
het tekort Lernen beginnen		niedobó, deficyt
het telefoongesprek Lernen beginnen		rozmowa telefoniczna
het telefoonnummer Lernen beginnen		numer telefonu
het tempo Lernen beginnen		tempo
het tentamen Lernen beginnen		egzamin
het terrein Lernen beginnen		teren
het terrorisme Lernen beginnen		terroryzm
het testament Lernen beginnen		testament
het theater Lernen beginnen		teatr
het ticket Lernen beginnen		bilet
het tijdperk Lernen beginnen		Era, okres
het tijdstip Lernen beginnen		dokładny czas
het toernooi Lernen beginnen		Turniej
het toestel Lernen beginnen		urządzenie, aparat
het toetsenbord Lernen beginnen		klawiatura
het toilet Lernen beginnen		toaleta
het toneelstuk Lernen beginnen		Sztuka teatralna
het totaal Lernen beginnen		ogółem, całość, suma
het touw Lernen beginnen		lina, sznur
het transport Lernen beginnen		transport
het trefwoord Lernen beginnen		słowo kluczowe
het t-shirt Lernen beginnen		koszulka
het tv-programma Lernen beginnen		program telewizyjny
het uiterlijk Lernen beginnen		wygląd
het uitgangspunt Lernen beginnen		puknt wyjściowy
het uitroepteken Lernen beginnen		wykrzyknik
het uittreksel Lernen beginnen		ekstrakt, wyciąg
het uitzendbureau Lernen beginnen		Agencja
het uitzicht Lernen beginnen		widok, perspektywa
het uniform Lernen beginnen		mundur
het uur Lernen beginnen		godzina
het uurwerk Lernen beginnen		zegar
het vaartuig Lernen beginnen		statek
het vaderland Lernen beginnen		ojczyzna
het vak Lernen beginnen		przedmiot, dziedzina, zawód, przegródka
het vakkenpakket Lernen beginnen		program nauki
het varken Lernen beginnen		świnia
het vee Lernen beginnen		bydło
het veer (een boot) Lernen beginnen		prom (łódź)
het vel Lernen beginnen		Skóra
het veld Lernen beginnen		pole
het ventiel Lernen beginnen		zawór
het verband Lernen beginnen		relacja, połączenie, opatrunek
het verblijf Lernen beginnen		pobyt
het verbod Lernen beginnen		zakaz
het verbond Lernen beginnen		przymierze
het verdrag Lernen beginnen		Traktat
het verdriet Lernen beginnen		smutek
het vergif Lernen beginnen		trucizna
het verhaal Lernen beginnen		opowieść, bajka
het verkeer Lernen beginnen		ruch drogowy
het verkeersbord Lernen beginnen		znak drogowy
het verkeerslicht Lernen beginnen		sygnalizacja świetlna (światła)
het verkeersteken Lernen beginnen		znak drogowy
het verleden Lernen beginnen		przeszłość
het verlies Lernen beginnen		strata
het veld Lernen beginnen		pole, boisko
het verraad Lernen beginnen		zdrada
het verschijnsel Lernen beginnen		zjawisko
het verschil Lernen beginnen		różnica
het verslag Lernen beginnen		raport, protokół
het verstand Lernen beginnen		rozum, rozsądek
het vertrek Lernen beginnen		odlot, wyjazd
het vertrouwen Lernen beginnen		zaufanie
het vervoer Lernen beginnen		transport
het vervolg Lernen beginnen		kontynuacja
het verzoek Lernen beginnen		prośba
het vest Lernen beginnen		kamizelka
het vet Lernen beginnen		tłuszcz
het vierkant Lernen beginnen		kwadrat
het virus Lernen beginnen		wirus
het visioen Lernen beginnen		wizja
het visum Lernen beginnen		wiza
het vlees Lernen beginnen		mięso
het vliegtuig Lernen beginnen		samolot
het vliegveld Lernen beginnen		lotnisko
het vocht Lernen beginnen		wilgoć
het voedsel Lernen beginnen		jedzenie
het voertuig Lernen beginnen		pojazd
het voetbalveld Lernen beginnen		boisko do piłki nożnej
het volk Lernen beginnen		naród, grupa ludzi
het volkslied Lernen beginnen		hymn narodowy
het voorbeeld Lernen beginnen		przykład
het voordeel Lernen beginnen		korzyść, zysk
het voorgevoel Lernen beginnen		przeczucie
het voorhoofd Lernen beginnen		czoło
het voorjaar Lernen beginnen		wiosna
het vooroordeel Lernen beginnen		uprzedzenie, przesąd
het voorschot Lernen beginnen		zaliczka
het voorstel Lernen beginnen		propozycja
het voorwerp Lernen beginnen		przedmiot, rzecz
het voorwoord Lernen beginnen		przedmowa
het vraagstuk Lernen beginnen		kwestia
het vraagteken Lernen beginnen		znak zapytania
het vriespunt Lernen beginnen		punkt zamarzania
het vriesvak Lernen beginnen		komora zamrażarki
het vuur Lernen beginnen		ogień
het vuurwerk Lernen beginnen		fajerwerki
het wachtwoord Lernen beginnen		hasło
het wandmeubel Lernen beginnen		meblościanka
het wapen Lernen beginnen		broń
het warenhuis Lernen beginnen		Dom towarowy
het wasgoed Lernen beginnen		pranie
het wasmiddel Lernen beginnen		detergent, środek do prania
het water Lernen beginnen		woda
het web Lernen beginnen		sieć
het weekblad Lernen beginnen		tygodnik
het weekend Lernen beginnen		weekend
het weer Lernen beginnen		pogoda
het weerbericht Lernen beginnen		Prognoza pogody
het weerzien Lernen beginnen		ponownie spotkanie
het wegrestaurant Lernen beginnen		zajazd (restauracja przy autostradzie)
het weiland Lernen beginnen		pastwisko
het welzijn Lernen beginnen		dobre samopoczucie, pomyślność
het werelddeel Lernen beginnen		kontynent
het werk Lernen beginnen		praca
het werkstuk Lernen beginnen		praca, dzieło
het werktuig Lernen beginnen		narzędzie pracy
het westen Lernen beginnen		zachód
het wiel Lernen beginnen		koło
het windjack Lernen beginnen		wiatrówka
het winkelcentrum Lernen beginnen		Centrum handlowe
het wisselgeld Lernen beginnen		reszta, drobne
het wonder Lernen beginnen		cud
het woord Lernen beginnen		słowo
het woordenboek Lernen beginnen		słownik
het zaad Lernen beginnen		nasiono
het zadel Lernen beginnen		siodło
het zakgeld Lernen beginnen		kieszonkowe
het zakmes Lernen beginnen		scyzoryk
het zand Lernen beginnen		piasek
het zebrapad Lernen beginnen		przejście dla pieszych
het zeewater Lernen beginnen		woda morska
het zeil Lernen beginnen		żagiel
het zelfvertrouwen Lernen beginnen		pewność siebie, wiara w siebie
het ziekenhuis Lernen beginnen		szpital
het zilver Lernen beginnen		srebrny
het zilverpapier Lernen beginnen		folia aluminiowa
het zintuig Lernen beginnen		zmysł
het zonlicht Lernen beginnen		światło słoneczne
het zout Lernen beginnen		sól
het zuiden Lernen beginnen		południe
het zwaard Lernen beginnen		miecz
het zweet Lernen beginnen		Pot
het zwembad Lernen beginnen		basen
het zwempak Lernen beginnen		strój kąpielowy

het woorden

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr