imperfectum 2

 0    48 Datenblatt    guest3039835
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
krzyżować (skrzyżować, skrzyżować, skrzyżować)
Lernen beginnen
oversteken (stak over, staken over, overgestoken)
jechałem jechałem jechałem
Lernen beginnen
rijden reed reden gereden
krzyczał, krzyczał, krzyczał
Lernen beginnen
roepen riep, riepen geroepen
rozwód rozwiedziony rozwiedziony
Lernen beginnen
scheiden scheidde scheidden gescheiden
świecić, świeciło słońce, świeciło słońce
Lernen beginnen
schijnen, de zon scheen, de zon heeft geschenen
napisz / shreef - napisał / (h) napisał
Lernen beginnen
schrijven / shreef - schreven / (h) geschreven
spałem, spałem, spałem
Lernen beginnen
slapen sliep, sliepen geslapen
zamknij zamknięte zamki zamknięte
Lernen beginnen
sluiten sloot sloten gesloten
mówić, mówić, mówić
Lernen beginnen
spreken, sprak, gesproken
skakać / skakać - skacze / (z/h) skakał
Lernen beginnen
springen / sprong - sprongen / (z/h) gesprongen
stojący - stojący - stojący
Lernen beginnen
staan – stond – gestaan
dźganie, dźganie, dźganie
Lernen beginnen
steken stak, staken gestoken
umrzeć umarły zmarł
Lernen beginnen
sterven stak staken gestoken
wygładzić; region(y); wyprasowany
Lernen beginnen
strijken; streek/streken; gestreken
uderz, uderz, uderz, uderz
Lernen beginnen
treffen trof, troffen getroffen
ciągnąć / ciągnąć - ciągnąć / (z/h) ciągnąć
Lernen beginnen
trekken / trok - trokken / (z/h) getrokken
zdjąć (odleciał, odleciał, odleciał)
Lernen beginnen
uitdoen (deed uit, deden uit, uitgedaan)
wychodziłem, wychodziłem, wychodziłem, wychodziłem
Lernen beginnen
uitgaan ging uit gingen uit uitgegaan
wyciągnij wyciągnij wyciągnij wyciągnij wyciągnij
Lernen beginnen
uittrekken trok uit trokken uit uitgetrokken
upaść / upadł -upadł / (z) upadł
Lernen beginnen
vallen / viel -vielen / (z) gevallen
żeglarstwo - karmienie - karmienie - (były / były) niebezpieczeństwa
Lernen beginnen
varen - voer - voeren - (hebben/zijn) gevaren
zabrania- zabroniłem
Lernen beginnen
verbieden- ik heb verboden
zapomniałem, zapomniałem, zapomniałem
Lernen beginnen
vergeten, vergat, vergeten
sprzedać, sprzedać, sprzedać, sprzedał
Lernen beginnen
verkopen, verkocht, verkochten, heeft verkocht
stracić, stracić, stracić
Lernen beginnen
verliezen verloof verloren
rozumiem, rozumiem, rozumiem
Lernen beginnen
verstaan, verstond, heeft verstaan
odszedł / odszedł - odszedł / (z) odszedł
Lernen beginnen
vertrekken / vertrok - vertrokken / (z) vertrokken
wymienić zastąpiony, wymienić zastąpiony
Lernen beginnen
vervangen verving, vervingen vervingen
znalezione znalezione znalezione znalezione
Lernen beginnen
vinden vond vonden gevonden
mucha poleciała, poleciała (leciała).
Lernen beginnen
vliegen vloog, vlogen (is) gevlogen
zapobiegać zapobiegał zapobiegał
Lernen beginnen
voorkomen voorkwam voorkomen
zadawane pytania zadawane pytania
Lernen beginnen
vragen vroeg vroegen gevraagd
zamrozić, zamarzło, zamarzło
Lernen beginnen
vriezen het vroor het heeft gevroren
umyć, umyć, umył
Lernen beginnen
wassen, waste, heeft gewassen
ważyłem, ważyłem, ważyłem
Lernen beginnen
wegen woog, wogen gewogen
Wiem Wiem Znałem Sumienie
Lernen beginnen
weten wist wisten geweten
zwrócić uwagę zwrócić uwagę zwrócić uwagę
Lernen beginnen
wijzen wees, wezen gewezen
chcę chciałem chciałem chciałem chciałem
Lernen beginnen
willen wou wilde wilden gewild
wygrana wygrana wygrana
Lernen beginnen
winnen won wonnen gewonnen
być / stać się - być / (z) stać się
Lernen beginnen
worden / werd - werden / (z) geworden
powiedziałem, powiedziałem, powiedziałem
Lernen beginnen
zeggen zei, zeiden hebben gezegd
patrz widział widział widział
Lernen beginnen
zien zag zagen gezien
był
Lernen beginnen
zijn was waren geweest
śpiewać / śpiewać - śpiewać / (h) śpiewać
Lernen beginnen
zingen / zong - zongen / (h) gezongen
siedzieć, siedzieć, siedzieć, siedzieć
Lernen beginnen
zitten, zat, zatten, gezeten
szukaj, szukaj, szukaj, szukaj
Lernen beginnen
zoeken zocht, zochten gezocht
zrobiłby
Lernen beginnen
zullen zou zouden
pływanie, pływanie, pływanie, pływanie
Lernen beginnen
zwemmen, zwom, zwommen, heeft gezwommen

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.