Język holenderski

 0    945 Datenblatt    dawidpraisner
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Ik ben Pool
Lernen beginnen
jestem Polakiem
dank je
Lernen beginnen
Dziękuję Ci
goedenavond
Lernen beginnen
dobry wieczór
tot ziens
Lernen beginnen
do zobaczenia!
hoi
Lernen beginnen
cześć
goedemorgen
Lernen beginnen
dzień dobry
goedenacht
Lernen beginnen
dobranoc
zijn
Lernen beginnen
jego
dus
Lernen beginnen
więc
hebben
Lernen beginnen
mieć
wat
Lernen beginnen
co
in
Lernen beginnen
w
voor
Lernen beginnen
przed
op
Lernen beginnen
na
door
Lernen beginnen
przez
met
Lernen beginnen
z
naar
Lernen beginnen
do
van
Lernen beginnen
od, z
over
Lernen beginnen
nad, o, za
onder
Lernen beginnen
pod
aan
Lernen beginnen
do
tot
Lernen beginnen
do
ook
Lernen beginnen
też / również
uit
Lernen beginnen
z
om
Lernen beginnen
o
nu
Lernen beginnen
teraz
hier
Lernen beginnen
tu
maar
Lernen beginnen
ale
daar
Lernen beginnen
tam
waar
Lernen beginnen
gdzie
of
Lernen beginnen
lub
hoe
Lernen beginnen
jak
waarom
Lernen beginnen
dlaczego
en
Lernen beginnen
i
vaak
Lernen beginnen
często
wie
Lernen beginnen
kto
welke
Lernen beginnen
który, która, które
klein
Lernen beginnen
mały
nooit
Lernen beginnen
nigdy
willen
Lernen beginnen
chcieć
altijd
Lernen beginnen
zawsze
doen
Lernen beginnen
robić
wanneer
Lernen beginnen
kiedy
elk
Lernen beginnen
każdy
schrijven
Lernen beginnen
pisać
spreken
Lernen beginnen
mówić
eten
Lernen beginnen
jeść
drinken
Lernen beginnen
pić
leren
Lernen beginnen
uczyć się, nauczać
zien
Lernen beginnen
widzieć
kopen
Lernen beginnen
kupić
lezen
Lernen beginnen
czytać
nemen
Lernen beginnen
brać
geven
Lernen beginnen
dać
gaan
Lernen beginnen
iść
weten
Lernen beginnen
wiedzieć
slapen
Lernen beginnen
spać
zitten
Lernen beginnen
siedzieć
staan
Lernen beginnen
stać
begrijpen
Lernen beginnen
rozumieć
denken
Lernen beginnen
myśleć, sądzić, uważać
brengen
Lernen beginnen
przynieść, zaprowadzić
zwemmen
Lernen beginnen
pływać
zeggen
Lernen beginnen
powiedzieć
vergeten
Lernen beginnen
zapomnieć
horen
Lernen beginnen
słyszeć
houden
Lernen beginnen
trzymać
verkopen
Lernen beginnen
sprzedawać
dragen
Lernen beginnen
nosić
vinden
Lernen beginnen
znaleźć
zingen
Lernen beginnen
śpiewać
beginnen
Lernen beginnen
zaczynać, rozpoczynać
zoeken
Lernen beginnen
szukać
worden
Lernen beginnen
być, stać się
betalen
Lernen beginnen
płacić
komen
Lernen beginnen
pochodzić
vragen
Lernen beginnen
pytać
kunnen
Lernen beginnen
móc
werken
Lernen beginnen
pracować
wonen
Lernen beginnen
mieszkać, mieszkamy, mieszkacie, mieszkają
moeten
Lernen beginnen
musieć
kijken
Lernen beginnen
oglądać
luisteren
Lernen beginnen
słuchać
lopen
Lernen beginnen
iść, chodzić, spacerować
leven
Lernen beginnen
żyć
maken
Lernen beginnen
robić
reizen
Lernen beginnen
podróżować
blijven
Lernen beginnen
zostawać
bellen
Lernen beginnen
dzwonić
liggen
Lernen beginnen
leżeć
praten
Lernen beginnen
rozmawiać
lachen
Lernen beginnen
śmiać się
spelen
Lernen beginnen
bawić się
vallen
Lernen beginnen
spadać, upaść
huilen
Lernen beginnen
płakać
bestellen
Lernen beginnen
zamawiać
gebruiken
Lernen beginnen
używać
bouwen
Lernen beginnen
budować
sturen
Lernen beginnen
wysyłać
ontmoeten
Lernen beginnen
spotykać
winnen
Lernen beginnen
wygrywać
verliezen
Lernen beginnen
zgubić
bezoeken
Lernen beginnen
odwiedzać
kiezen
Lernen beginnen
wybierać
laten
Lernen beginnen
pozwalać
voelen
Lernen beginnen
czuć
kosten
Lernen beginnen
kosztować
groeien
Lernen beginnen
rosnąć
lenen
Lernen beginnen
pożyczać
krijgen
Lernen beginnen
dostać
geloven
Lernen beginnen
wierzyć
proberen
Lernen beginnen
próbować
meer
Lernen beginnen
więcej
schreeuwen
Lernen beginnen
krzyczeć
weer
Lernen beginnen
znowu
bijten
Lernen beginnen
ugryźć
bruin
Lernen beginnen
brązowy
stelen
Lernen beginnen
kraść
verzamelen
Lernen beginnen
gromadzić
ziek
Lernen beginnen
chory
laag
Lernen beginnen
niski
plotseling
Lernen beginnen
nagle
geel
Lernen beginnen
żółty
sap
Lernen beginnen
sok
zonnig
Lernen beginnen
słoneczny
perzik
Lernen beginnen
brzoskwinia
kennis
Lernen beginnen
wiedza, umiejętności
ui
Lernen beginnen
cebula
vreemd
Lernen beginnen
dziwny, obcy
banaan
Lernen beginnen
banan
bewolkt
Lernen beginnen
pochmurny
luid
Lernen beginnen
głośny
voeden
Lernen beginnen
karmić
getuige
Lernen beginnen
świadek
afbeelding
Lernen beginnen
wizerunek
beha
Lernen beginnen
biustonosz
onvolwassen
Lernen beginnen
niedojrzały
soep
Lernen beginnen
zupa
huurder
Lernen beginnen
najemca
kwaliteit
Lernen beginnen
jakość
Nog een keer
Lernen beginnen
Jeszcze raz
kalfsvlees
Lernen beginnen
cielęcina
Zeg dat in het Engels
Lernen beginnen
Powiedz to po angielsku
Zeg dat in het Nederlands
Lernen beginnen
Powiedz to po holendersku
haring
Lernen beginnen
śledź
Ik hou van jou
Lernen beginnen
Kocham cię
onzin
Lernen beginnen
nonsens
volleybal
Lernen beginnen
Siatkówka
bedrijf
Lernen beginnen
firma
ban
Lernen beginnen
zakaz
inwoner
Lernen beginnen
Mieszkaniec
Dat is heel slecht
Lernen beginnen
To jest bardzo złe
Dat is goed.
Lernen beginnen
To jest dobre
Dat is heel goed
Lernen beginnen
To jest bardzo dobre
Dat is slecht
Lernen beginnen
To jest złe
Waar is het ziekenhuis?
Lernen beginnen
Gdzie jest szpital?
Waar is de dokter?
Lernen beginnen
Gdzie jest lekarz?
Ik zoek een dokter?
Lernen beginnen
Szukam lekarza?
Ik zoek het adres
Lernen beginnen
Szukam tego adresu
afwijzen
Lernen beginnen
odrzucać
ongebruikelijk
Lernen beginnen
niezwykły
levering
Lernen beginnen
dostawa
Ik zoek een ziekenhuis
Lernen beginnen
Szukam szpitala
chips
Lernen beginnen
czipsy
zwaarlijvigheid
Lernen beginnen
otyłość
Links
Lernen beginnen
W lewo
Rechts
Lernen beginnen
W prawo
Rechtdoor
Lernen beginnen
Prosto
wervelkolom
Lernen beginnen
kręgosłup
Ver
Tess woont ver van haar ouders.
Lernen beginnen
Daleko
Tess mieszka daleko od swoich rodziców.
Dichtbij
Lernen beginnen
Blisko
doel
Lernen beginnen
cel
partituur
Lernen beginnen
wynik
Is het ver?
Lernen beginnen
Czy to jest daleko?
tandarts
Lernen beginnen
dentysta
bang
Lernen beginnen
wystraszony
uitleggen
Lernen beginnen
wyjaśnić
pad
Lernen beginnen
ścieżka
oppervlak
Lernen beginnen
powierzchnia
cursus
Lernen beginnen
klasa
Waar is de kerk?
Lernen beginnen
Gdzie jest kościół?
Strand
Lernen beginnen
Plaża
Waar is het strand?
Lernen beginnen
Gdzie jest plaża?
herfst
Lernen beginnen
jesień
geld
Lernen beginnen
pieniądze
Waar is de bank?
Lernen beginnen
Gdzie jest bank?
ouders
Lernen beginnen
rodzice
Ik zoek een bank
Lernen beginnen
Szukam banku
Waar is het?
Lernen beginnen
Gdzie to jest?
juni
Lernen beginnen
Czerwca
juli
Lernen beginnen
Lipiec
april
Lernen beginnen
kwiecień
januari
Lernen beginnen
Stycznia
oktober
Lernen beginnen
Październik
september
Lernen beginnen
Wrzesień
december
Lernen beginnen
Grudnia
maart
Lernen beginnen
Marzec
februari
Lernen beginnen
Luty
november
Lernen beginnen
Listopad
mei
Lernen beginnen
Maja
augustus
Lernen beginnen
Sierpnia
lente
Lernen beginnen
wiosna
winter
Lernen beginnen
zima
Maanden en seizoenen
Lernen beginnen
Miesiące i pory roku
maandag
Lernen beginnen
Poniedziałek
zomer
Lernen beginnen
lato
vrijdag
Lernen beginnen
Piątek
woensdag
Lernen beginnen
Środa
dinsdag
Lernen beginnen
Wtorek
zaterdag
Lernen beginnen
Sobota
zondag
Lernen beginnen
niedziela
donderdag
Lernen beginnen
Czwartek
gisteren
Lernen beginnen
wczoraj
de nacht
Lernen beginnen
noc
morgen
Lernen beginnen
jutro
de maand
Lernen beginnen
miesiąc
vandaag
Lernen beginnen
dzisiaj
groen
Lernen beginnen
zielony
de dag
Lernen beginnen
dzień
het uur
Lernen beginnen
godzina
het jaar
Lernen beginnen
rok
laat
Lernen beginnen
późny, późno
de week
Lernen beginnen
tydzień
de minuut
Lernen beginnen
minuta
zwart
Lernen beginnen
czarny
wit
Lernen beginnen
biały
rood
Lernen beginnen
czerwony
blauw
Lernen beginnen
niebieski
roze
Lernen beginnen
różowy
grijs
Lernen beginnen
szary
oranje
Lernen beginnen
pomarańczowy
Paars
Lernen beginnen
Fioletowy
kleuren
Lernen beginnen
kolory
groot
Lernen beginnen
duży
oud
Lernen beginnen
stary
kort
Lernen beginnen
krótki
dik
Lernen beginnen
gruby, gęsty
snel
Lernen beginnen
szybko
slecht
Lernen beginnen
zły
goedkoop
Lernen beginnen
tani
lang
Lernen beginnen
długi, długo
mooi
Lernen beginnen
ładny
koud
Lernen beginnen
zimny
lelijk
Lernen beginnen
brzydki
hoog
Lernen beginnen
wysoki, wysoko
duur
Lernen beginnen
drogi
moe
Lernen beginnen
zmęczony
rustig
Lernen beginnen
spokojny, spokojnie
saai
Lernen beginnen
nudny
makkelijk
Lernen beginnen
łatwy, łatwo
knap
Lernen beginnen
przystojny
licht
Lernen beginnen
jasny
arm
Lernen beginnen
ubogi
grappig
Lernen beginnen
śmieszny, śmiesznie
lijken
Lernen beginnen
być podobnym
eerlijk
Lernen beginnen
szczery, uczciwy
lui
Lernen beginnen
leniwy
gevoelig
Lernen beginnen
wrażliwy
ambitieus
Lernen beginnen
ambitny
bescheiden
Lernen beginnen
skromny
verlegen
Lernen beginnen
nieśmiały
verantwoordelijk
Lernen beginnen
odpowiedzialny
beleefd
Lernen beginnen
uprzejmy
vrolijk
Lernen beginnen
wesoły
Waar ben ik?
Lernen beginnen
Gdzie ja jestem?
geduldig
Lernen beginnen
cierpliwy
Ik zoek de Poolse ambassade
Lernen beginnen
Szukam polskiej ambasady
sociaal
Lernen beginnen
społeczny
Waar kan ik geld wisselen?
Lernen beginnen
Gdzie mogę wymienić pieniądze?
Waar kan ik een auto huren?
Lernen beginnen
Gdzie mogę wypożyczyć samochód?
Waar is de bushalte?
Lernen beginnen
Gdzie jest przystanek autobusowy?
ongeduldig
Lernen beginnen
Niecierpliwy
eigenwijs
Lernen beginnen
uparty
Waar is de metro?
Lernen beginnen
Gdzie jest metro?
gekruld
Lernen beginnen
zwinięty
nationaliteit
Lernen beginnen
narodowość
leeftijd
Lernen beginnen
wiek
kaal
Lernen beginnen
łysy
broek
Lernen beginnen
Spodnie
spraakzaam
Lernen beginnen
gawędziarski
neus
Lernen beginnen
nos
overhemd
Lernen beginnen
koszula
teleurgesteld
Lernen beginnen
rozczarowany
baard
Lernen beginnen
broda
rok
Lernen beginnen
Spódnica
elleboog
Lernen beginnen
łokieć
sjaal
Lernen beginnen
szalik
jas
Lernen beginnen
kurtka
jurk
Lernen beginnen
sukienka
schoenen
Lernen beginnen
buty
handschoenen
Lernen beginnen
rękawiczki
jasje
Lernen beginnen
kurtka
hoed
Lernen beginnen
kapelusz
trui
Lernen beginnen
sweter
sokken
Lernen beginnen
skarpety
t-shirt
Lernen beginnen
podkoszulek
hemd
Lernen beginnen
koszula
ondergoed
Lernen beginnen
Bielizna
Riem
Lernen beginnen
Pas
kleding
Lernen beginnen
ubranie
jeans
Lernen beginnen
dżinsy
En een kaartje
Lernen beginnen
I kartka
Waar kan ik een kaartje kopen?
Lernen beginnen
Gdzie mogę kupić bilet?
Hoeveel kost een kaartje?
Lernen beginnen
Ile kosztuje bilet?
agressief
Lernen beginnen
agresywny
hoge hakken
Lernen beginnen
wysokie obcasy
vinger
Lernen beginnen
palec
litteken
Lernen beginnen
blizna
duim
Lernen beginnen
kciuk
Ik wil naar het centrum rijden
Lernen beginnen
Chcę jechać do centrum
panty
Lernen beginnen
rajstopy
dij
Lernen beginnen
udo
huid
Lernen beginnen
skóra
Ik heb een taxi nodig
Lernen beginnen
Potrzebuję taksówki
Roep een taxi, asjeblieft
Lernen beginnen
Proszę wezwać taksówkę
voorhoofd
Lernen beginnen
czoło
oog
Lernen beginnen
oko
voet
Lernen beginnen
stopa
oor
Lernen beginnen
ucho
mond
Lernen beginnen
usta
hoofd
Lernen beginnen
głowa
knie
Lernen beginnen
kolano
nek
Lernen beginnen
szyja
hand
Lernen beginnen
ręka
been
Lernen beginnen
noga
haar
Lernen beginnen
jej
maag
Lernen beginnen
żołądek
gezicht
Lernen beginnen
Twarz
schouder
Lernen beginnen
ramię
lichaamsdelen
Lernen beginnen
części ciała
teen
Lernen beginnen
palec u nogi
kin
Lernen beginnen
Broda
pols
Lernen beginnen
nadgarstek
borst
Lernen beginnen
skrzynia
stoel
Lernen beginnen
krzesło
kip
Lernen beginnen
kurczak
wang
Lernen beginnen
policzek
brood
Lernen beginnen
chleb
dak
Lernen beginnen
dach
neef
Lernen beginnen
kuzyn
broer
Lernen beginnen
brat
vlees
Lernen beginnen
mięso
oom
Lernen beginnen
wujek
kaas
Lernen beginnen
ser
plafond
Lernen beginnen
sufit
vloer
Lernen beginnen
piętro
tafel
Lernen beginnen
stół
hond
Lernen beginnen
pies
Kunt u een taxi roepen?
Lernen beginnen
Czy może pan wezwać taksówkę?
nicht
Lernen beginnen
siostrzenica
triest
Lernen beginnen
smutny
salaris
Lernen beginnen
wynagrodzenie
kat
Lernen beginnen
kot
oneerlijk
Lernen beginnen
niesprawiedliwy
vis
Lernen beginnen
ryba
ervaring
Lernen beginnen
doświadczenie
plaats
Lernen beginnen
miejsce
zalm
Lernen beginnen
łosoś
verpleegster
Lernen beginnen
pielęgniarka
garderobe
Lernen beginnen
szafa
muur
Lernen beginnen
Ściana
Hoeveel kost een taxi naar het centrum?
Lernen beginnen
Ile kosztuje taksówka do centrum?
Hoeveel kost een taxi naar het station?
Lernen beginnen
Ile kosztuje taksówka na dworzec?
Hoeveel kost een taxi naar de luchthaven?
Lernen beginnen
Ile kosztuje taksówka na lotnisko?
Hoeveel kost een taxi naar het hotel?
Lernen beginnen
Ile kosztuje taksówka do hotelu?
wedstrijd
Lernen beginnen
zawody
varkensvlees
Lernen beginnen
wieprzowina
afwasmachine
Lernen beginnen
zmywarka
bureau
Lernen beginnen
biurko
uiterlijk
Lernen beginnen
wygląd
schoorsteen
Lernen beginnen
komin
Hoe heet de straat?
Lernen beginnen
Jak się nazywa ta ulica?
Hoe heet dat klein geel fruit?
Lernen beginnen
Jak nazywa się ten mały, żółty owoc?
accomodatie
Lernen beginnen
nocleg
overstroming
Lernen beginnen
powódź
Hoe heten...?
Lernen beginnen
Jak się nazywają...?
Hoe heten die groenten
Lernen beginnen
Jak się nazywają te warzywa?
Hoe heet dat ding in het Nederlands?
Lernen beginnen
Jak się nazywa ta rzecz po niderlandzki?
Sorry, hoe heet dat?
Lernen beginnen
Przepraszam, jak to się nazywa?
Kunt u me zeggen...?
Lernen beginnen
Czy może mi pan powiedzieć...?
vet
Lernen beginnen
tłusty
Nu begrijp ik het
Lernen beginnen
Teraz rozumiem
Langzaam
Lernen beginnen
Powoli
donker
Lernen beginnen
ciemny
comfortabel
Lernen beginnen
wygodny
vrij
Lernen beginnen
wolny
dun
Lernen beginnen
cienki
achter
Lernen beginnen
za
slank
Lernen beginnen
szczupły
heet
Lernen beginnen
nazywam się, nazywasz się, nazywa się
overwegen
Lernen beginnen
rozważać
rimpels
Lernen beginnen
zmarszczki
hoewel
Lernen beginnen
chociaż
vertrouwen
Lernen beginnen
ufać
Hoe?
Lernen beginnen
Jak?
laarzen
Lernen beginnen
buty
wastafel
Lernen beginnen
tonąć
helder
Lernen beginnen
jasny
egoïstisch
Lernen beginnen
samolubny
gemiddelde
Lernen beginnen
średni
betrouwbaar
Lernen beginnen
niezawodny
te zwaar
Lernen beginnen
za ciężki
verstandig
Lernen beginnen
rozsądny
benaderen
Lernen beginnen
zbliżyć się
Dat is een moeilijk woord
Lernen beginnen
To trudne słowo
Kunt u dat nog een keer zeggen?
Lernen beginnen
Może pan to powiedzieć jeszcze raz?
Kunt u me zeggen hoe dat heet?
Lernen beginnen
Czy może mi pan powiedzieć jak to się nazywa?
beschaamd
Lernen beginnen
zawstydzony
Ik weet niet hoe dat in het Nederlands heet
Lernen beginnen
Nie wiem, jak to się nazywa po niderlandzku
laden
Lernen beginnen
ładować
Ik wil dat kopen, maar ik weet niet hoe dat in het Nederlands heet
Lernen beginnen
Chcę to kupić, ale nie wiem, jak to się nazywa po niderlandzku
Kunt u me zeggen hoe dat in het Nederlands heet?
Lernen beginnen
Czy może mi pan powiedzieć jak to się nazywa po holendersku?
Hoe heet dat fruit?
Lernen beginnen
Jak nazywa się ten owoc?
dappere
Lernen beginnen
odważny
Ik zoek een winkel
Lernen beginnen
Szukam sklepu
Groente
Lernen beginnen
Warzywa
Ik zoek een fruitwinkel
Lernen beginnen
Szukam sklepu z owocami
Sinaasappels
Lernen beginnen
Pomarańcze
Hoeveel kost dat?
Lernen beginnen
Ile to kosztuje?
kok
Lernen beginnen
gotować
creatieve
Lernen beginnen
twórczy
personeel
Lernen beginnen
personel
deksel
Lernen beginnen
pokrywa
accountant
Lernen beginnen
księgowa
bazig
Lernen beginnen
apodyktyczny
hek
Lernen beginnen
płot
getrouwd
Lernen beginnen
zamężna, żonaty
gescheiden
Lernen beginnen
rozwiedziony
trein
Lernen beginnen
pociąg
dof
Lernen beginnen
nudny
Dat is alles, bedankt
Lernen beginnen
To wszystko, dziękuję
mollig
Lernen beginnen
pulchny
werk
Lernen beginnen
pracuję
breuk
Lernen beginnen
złamanie
helft
Lernen beginnen
pół
verandering
Lernen beginnen
zmiana
riem
Lernen beginnen
Pas
kleding
Lernen beginnen
ubrania
gesneden
Lernen beginnen
skaleczenie
schoenen
Ik heb een nieuw paar schoenen gekocht.
Lernen beginnen
buty
Kupiłem nową parę butów.
Hoeveel betaal ik?
Lernen beginnen
Ile płacę?
Omhoog
Lernen beginnen
W górę
studie
Lernen beginnen
badanie
pak
Lernen beginnen
ubranie biznesowe
glas
Lernen beginnen
szkło
Open de deur
Lernen beginnen
Otwórz drzwi
verdomme
Verdomme, waar heb ik hem gezet?
Lernen beginnen
cholera, psiakrew
Cholera, gdzie ja go położyłem?
terug
Lernen beginnen
z powrotem
Paraplu
Lernen beginnen
Parasol
Batterij
Lernen beginnen
Bateria
Eten
Lernen beginnen
jedzenie
Souvenier
Lernen beginnen
Pamiątka
Boek
Lernen beginnen
Książka
Ik zoek een kledingwinkel
Lernen beginnen
Szukam sklepu z odzieżą / z ubraniami
Waar is de souvenirwinkel?
Lernen beginnen
Gdzie jest sklep z pamiątkami?
verbergen
Lernen beginnen
chować
single
Lernen beginnen
pojedynczy
verbeteren
Lernen beginnen
poprawiać
vlak
Lernen beginnen
mieszkanie
Waar is de schoenwinkel?
Lernen beginnen
Gdzie jest sklep obuwniczy?
Waar kan ik kopen?
Lernen beginnen
Gdzie mogę kupić?
Waar kan ik eten kopen?
Lernen beginnen
Gdzie mogę kupić jedzenie?
Waar kan ik souvenirs kopen?
Lernen beginnen
Gdzie mogę kupić pamiątki?
Waar kan ik fruit kopen?
Lernen beginnen
Gdzie mogę kupić owoce?
Waar kan ik een paraplu kopen?
Lernen beginnen
Gdzie mogę kupić parasol?
Waar is er een winkel met alkohol?
Lernen beginnen
Gdzie jest jakiś sklep z alkoholem?
Goedkoop
Lernen beginnen
Tani / tania
Duur
Lernen beginnen
Drogi / droga
Hoeveel kost dat?
Lernen beginnen
Ile to kosztuje?
Na
Lernen beginnen
Po
Echt?
Lernen beginnen
Naprawdę?
Dat is heel duur
Lernen beginnen
To jest bardzo drogie
Dat is te duur
Lernen beginnen
To jest za drogie
Voor
Lernen beginnen
Przed
Verlaagt u de prijs een beetje
Lernen beginnen
Proszę trochę obniżyć cenę / Niech pan trochę obniży cenę
Ik wil dat kopen, maar dat is te duur
Lernen beginnen
Chcę to kupić, ale jest za drogie
Ik kan
Lernen beginnen
mogę
Kan ik betalen?
Lernen beginnen
Czy mogę zapłacić? / Mogę zapłacić?
Ik kan niet betalen
Lernen beginnen
Nie mogę zapłacić
Kan ik 20 euro betalen?
Lernen beginnen
Czy mogę zapłacić 20 euro? / Mogę zapłacić 20 euro?
leuk
Lernen beginnen
miły, ładny
goed
Lernen beginnen
dobry
slim
Lernen beginnen
mądry, pojętny
dom
Lernen beginnen
głupi, głupio
hardwerkend
Lernen beginnen
pracowity
onbeleefd
Lernen beginnen
niegrzeczny
stil
Lernen beginnen
cichy, cicho
genereus
Lernen beginnen
hojny
Ik wil 20 euro betalen
Lernen beginnen
Chcę zapłacić 20 euro
Ik wil kopen
Lernen beginnen
chcę kupić
Beter, betere
Lernen beginnen
Lepszy, lepsza
gierig
Lernen beginnen
skąpy
gereserveerd
Lernen beginnen
Zarezerwowany
Een goede prijs
Lernen beginnen
Dobra cena
Een betere prijs
Lernen beginnen
Lepsza cena
Ik wil dat kopen voor een betere prijs
Lernen beginnen
Chcę to kupić za lepszą cenę
Het bevalt me
Lernen beginnen
Podoba mi się
Die trui bevat me
Lernen beginnen
Podoba mi się ten sweter
Dat bevalt me niet
Lernen beginnen
Nie podoba mi się
Kleur
Lernen beginnen
Kolor
De kleur bevalt me niet
Lernen beginnen
Nie podoba mi się ten kolor
De prijs bevalt me niet
Lernen beginnen
Nie podoba mi się cena
vers
Lernen beginnen
świeży
zeker
Lernen beginnen
pewny, pewien, pewnie
zoals
Lernen beginnen
jak, tak jak
bloed
Lernen beginnen
krew
lichaam
Lernen beginnen
ciało
ongeval
Lernen beginnen
wypadek
vliegtuig
Lernen beginnen
samolot
angst
Lernen beginnen
strach
schip
Lernen beginnen
statek
kinderen
Lernen beginnen
dzieci
druiven
Lernen beginnen
winogrona
creëren
Lernen beginnen
tworzyć
zee
Lernen beginnen
morze
grootvader
Lernen beginnen
Dziadek
suiker
Lernen beginnen
cukier
schapen
Lernen beginnen
owca
regen
Lernen beginnen
deszcz
stad
Lernen beginnen
Miasto
woestijn
Lernen beginnen
pustynia
school
Lernen beginnen
szkoła
lepel
Lernen beginnen
łyżka
eiland
Lernen beginnen
Wyspa
strand
Lernen beginnen
plaża
dorp
Lernen beginnen
wioska
rivier-
Lernen beginnen
rzeka
waterval
Lernen beginnen
wodospad
berg
Lernen beginnen
Góra
vallei
Lernen beginnen
dolina
oceaan
Lernen beginnen
ocean
Bos
Lernen beginnen
Las
vijver
Lernen beginnen
staw
park
Lernen beginnen
park
wind
Lernen beginnen
wiatr
geit
Lernen beginnen
Koza
Die kleur bevalt me, maar die prijs bevalt me niet
Lernen beginnen
Podoba mi się ten kolor, ale nie podoba mi się ta cena
diep
Lernen beginnen
głęboki
trots
Lernen beginnen
dumny, dumnie
aap
Lernen beginnen
małpa
Een andere kleur
Lernen beginnen
Inny kolor
Die kleur is beter
Lernen beginnen
Ten kolor jest lepszy
Die trui is beter
Lernen beginnen
Ten sweter jest lepszy
paard
Lernen beginnen
koń
haan
Lernen beginnen
kogut
slang
Lernen beginnen
wąż
varken
Lernen beginnen
świnia
konijn
Lernen beginnen
Królik
koe
Lernen beginnen
krowa
draak
Lernen beginnen
smok
Rat
Lernen beginnen
Szczur
papegaai
Lernen beginnen
papuga
olifant
Lernen beginnen
słoń
hamster
Lernen beginnen
chomik
krokodil
Lernen beginnen
krokodyl
kikker
Lernen beginnen
żaba
vogel
Lernen beginnen
ptak
kangoeroe
Lernen beginnen
kangur
muis
Lernen beginnen
mysz
leeuw
Lernen beginnen
Lew
giraf
Lernen beginnen
żyrafa
tonijn
Lernen beginnen
Tuńczyk
dieren
Lernen beginnen
Zwierząt
tijger
Lernen beginnen
Tygrys
zoogdier
Lernen beginnen
ssak
reptiel
Lernen beginnen
gad
ooievaar
Lernen beginnen
bocian
uil
Lernen beginnen
sowa
zwaan
Lernen beginnen
Łabędź
mus
Lernen beginnen
wróbel
duif
Lernen beginnen
Gołąb
zeemeeuw
Lernen beginnen
mewa
kraai
Lernen beginnen
wrona
adelaar
Lernen beginnen
orzeł
gier
Lernen beginnen
sęp
Pauw
Lernen beginnen
Paw
gans
Lernen beginnen
Gęś
kwartel
Lernen beginnen
Przepiórka
pelikaan
Lernen beginnen
pelikan
vogels
Lernen beginnen
ptaki
kraan
Lernen beginnen
dźwig
kalkoen
Lernen beginnen
indyk
raaf
Lernen beginnen
kruk
Mooi, mooie
Lernen beginnen
Ładny, ładna, ładni, ładne
Lelijk, lelijke
Lernen beginnen
Brzydki, brzydka, brzydcy, brzydkie
Zwart, zwarte
Lernen beginnen
Czarny, czarna, czarni, czarne
Rood, rode
Lernen beginnen
Czerwony, czerwona, czerwoni, czerwone
zwaluw
Lernen beginnen
Łyk
belangrijk
Lernen beginnen
ważny
genieten
Lernen beginnen
ciesz się
dicht
Lernen beginnen
zamknięty
verwachten
Lernen beginnen
spodziewać się
dit
Lernen beginnen
ten, ta, to
beneden
Lernen beginnen
dół, na dole
beroep
Lernen beginnen
zawód
beroemd
Lernen beginnen
sławny
onzeker
Lernen beginnen
niepewny
ontbijt
Lernen beginnen
śniadanie
persoonlijkheid
Lernen beginnen
osobowość
Groen, groene
Lernen beginnen
Zielony, zielona, zieloni, zielone
vader
Lernen beginnen
ojciec
opwindend
Lernen beginnen
ekscytujący
druk
Lernen beginnen
zajęty, głośny, ruchliwy
klas
Lernen beginnen
klasa
Wit, witte
Lernen beginnen
Biały, biała, biali, białe
eenzaam
Lernen beginnen
samotny
Geel, gele
Lernen beginnen
Żółty, żółta, żółci, żółte
bestek
Lernen beginnen
sztućce
kookplaat
Lernen beginnen
kuchenka
mark
Lernen beginnen
znak
sportschool
Lernen beginnen
centrum fitness
Bruin, bruine
Lernen beginnen
Brązowy, brązowa, brązowi brązowe
Blauw, blauwe
Lernen beginnen
Niebieski, niebieska, niebiescy, niebieskie
veroorloven
Lernen beginnen
stać
Paars, paarse
Lernen beginnen
Fioletowy, fioletowa, fioletowi, fioletowe
waterkoker
Lernen beginnen
czajnik
beeldhouwwerk
Lernen beginnen
rzeźba
blijvend
Lernen beginnen
trwały
schilderen
Lernen beginnen
Farba
race
Lernen beginnen
wyścig
doorgaans
Lernen beginnen
zazwyczaj
musicus
Lernen beginnen
muzyk
gebied
Lernen beginnen
powierzchnia
tiener
Lernen beginnen
nastolatek
verwaand
Lernen beginnen
zarozumiały
per direct
Lernen beginnen
natychmiast
loodgieter
Lernen beginnen
hydraulik
voorschrift
Lernen beginnen
recepta
avondmaal
Lernen beginnen
kolacja
kinderjaren
Lernen beginnen
dzieciństwo
argumenteren
Lernen beginnen
kłócić się
sneetje
Lernen beginnen
plasterek
bedrag
Lernen beginnen
ilość
schil
Lernen beginnen
obierać
handelen
Lernen beginnen
handlować
chef
Lernen beginnen
szef kuchni
mok
Lernen beginnen
kubek
account
Lernen beginnen
konto
eigendom
Lernen beginnen
własność
geboorte
Lernen beginnen
narodziny
smaak
Lernen beginnen
smak
krantenwinkel
Lernen beginnen
kiosk
onthullen
Lernen beginnen
ujawniać
kop
Lernen beginnen
nagłówek
vensterbank
Lernen beginnen
parapet
hoofdstad
Lernen beginnen
stolica
geweld
Lernen beginnen
przemoc
cake
Lernen beginnen
Ciasto
Een bruine trui
Lernen beginnen
Brązowy sweter
geërgerd
Lernen beginnen
zirytowany
oude
Lernen beginnen
stary
leugen
Lernen beginnen
kłamstwo
spoor
Lernen beginnen
tor
kers
Lernen beginnen
wiśnia
nasty
Lernen beginnen
paskudny
lamp
Lernen beginnen
lampa
vrijlating
Lernen beginnen
wydanie
peper
Lernen beginnen
pieprz
kelder
Lernen beginnen
piwnica
boekenkast
Lernen beginnen
półka na książki
trainingspak
Lernen beginnen
dres
hoofdkussen
Lernen beginnen
poduszka
bont
Lernen beginnen
futro
wortel
Lernen beginnen
marchewka
trip
Lernen beginnen
wyjazd
handboek
Lernen beginnen
podręcznik
beroerte
Lernen beginnen
uderzenie
valuta
Lernen beginnen
waluty
onderhouden
Lernen beginnen
utrzymać
beheren
Lernen beginnen
zarządzać
gekruid
Lernen beginnen
zaprawiony
sandalen
Lernen beginnen
sandały
golf
Lernen beginnen
golf
levendig
Lernen beginnen
żywy
ontwikkelen
Lernen beginnen
rozwijać
verhuizing
Lernen beginnen
ruszaj się
waarde
Lernen beginnen
wartość
borstel
Lernen beginnen
szczotka
plank
Lernen beginnen
półka
bakken
Mijn moeder bakt smakelijke taarten.
Lernen beginnen
piec
Moja mama piecze smaczne ciasta.
deur
Lernen beginnen
drzwi
ga
Lernen beginnen
idę
maaltijd
Lernen beginnen
posiłek
bevatten
Lernen beginnen
zawierać
Een blauwe riem
Lernen beginnen
Niebieski pasek
gras
Lernen beginnen
trawa
mes
Lernen beginnen
nóż
pensioen
Lernen beginnen
emerytura
inspanning
Lernen beginnen
wysiłek
Een rode handtas
Lernen beginnen
Czerwona torebka
schaar
Lernen beginnen
nożyce
belasting
Lernen beginnen
podatek
loyaal
Lernen beginnen
lojalny
gordijn
Lernen beginnen
kurtyna
Een witte broek
Lernen beginnen
Białe spodnie
Een rose paraplu
Lernen beginnen
Różowy parasol
mislukking
Lernen beginnen
niepowodzenie
storting
Lernen beginnen
kaucja
groentewinkel
Lernen beginnen
warzywniak
zich afvragen
Lernen beginnen
zastanawiać się
Hebt u?
Lernen beginnen
Czy ma pan?
geval
Lernen beginnen
walizka
maatschappij
Lernen beginnen
społeczeństwo
peterselie
Lernen beginnen
Pietruszka
worst
Lernen beginnen
kiełbasa
smakelijk
Lernen beginnen
smaczny
avondeten
Lernen beginnen
kolacja
lente-
Lernen beginnen
wiosna
rente
Lernen beginnen
zainteresowanie
leggen
Lernen beginnen
kłaść
basketbal
Lernen beginnen
Koszykówka
Hebt u postzegels?
Lernen beginnen
Czy ma pan znaczki?
Bekijken
Lernen beginnen
Zobaczyć / widzieć
gooien
Lernen beginnen
rzucać
Kan ik die riem bekijken?
Lernen beginnen
Czy mogę zobaczyć ten pasek?
gehandicapte
Lernen beginnen
niepełnosprawny
gebroken
Lernen beginnen
złamał, złamany
doof
Lernen beginnen
głuchy
chocolade
Lernen beginnen
czekolada
nat
Lernen beginnen
mokry
Balpen
Lernen beginnen
Długopis
grond
Lernen beginnen
ziemia
uitvinden
Lernen beginnen
wynaleźć
Dat is mooi
Lernen beginnen
To jest ładne
Postzegel
Lernen beginnen
Znaczek
voordeel
Lernen beginnen
korzyść
Zeep
Lernen beginnen
Mydło
zelfs
Lernen beginnen
nawet
Ik zoek een supermarkt
Lernen beginnen
Szukam supermarketu
Leuk, leuke
Lernen beginnen
Fajny, fajna, fajni, fajne
Is hier een supermarkt dichtbij?
Lernen beginnen
Czy tu blisko jest supermarket?
Groot, grote
Lernen beginnen
Duży, duża, duzi, duże
Klein, kleine
Lernen beginnen
Mały, mała, mali, małe
Dat is te groot
Lernen beginnen
To jest za duże
bot
Lernen beginnen
tępy
Dat is te klein
Lernen beginnen
To jest za małe
hit
Lernen beginnen
uderzyć
Groter, grotere
Lernen beginnen
Większy, większa, więksi, większe
Kleiner, kleinere
Lernen beginnen
Mniejszy, mniejsza, mniejsi, mniejsze
Ik wil een kleinere broek
Lernen beginnen
Chcę mniejsze spodnie
ingenieur
Lernen beginnen
inżynier
Ik wil een grotere trui
Lernen beginnen
Chcę większy sweter
wet
Lernen beginnen
prawo
Hoeveel kost die grote, zwarte paraplu?
Lernen beginnen
Ile kosztuje ten duży czarny parasol?
Waar is er een grotere winkel?
Lernen beginnen
Gdzie jest większy sklep?
Ik zoek een grotere winkel
Lernen beginnen
Szukam większego sklepu
Ik zoek een grote winkel met kleding
Lernen beginnen
Szukam dużego sklepu z ubraniami
Is hier een grote winkel met eten dichtbij?
Lernen beginnen
Czy tu blisko jest duży sklep z jedzeniem?
Wat is met vlees?
Lernen beginnen
Co jest z mięsem?
Wat is zonder vlees?
Lernen beginnen
Co jest bez mięsa?
Is dat iets zonder vlees?
Lernen beginnen
Czy jest coś bez mięsa?
Ik wil iets zonder vlees
Lernen beginnen
Chcę coś bez mięsa
Ik wil iets met vlees
Lernen beginnen
Chcę coś z mięsem
een goede prijs
Lernen beginnen
dobra cena
hoeveel kost een kilo bananen?
Lernen beginnen
ile kosztuje kilogram bananów?
Is dat met vlees?
Lernen beginnen
Czy to jest z mięsem?
ik wil een kleinere broek
Lernen beginnen
chcę mniejsze spodnie
armband
Lernen beginnen
bransoletka
boter
Lernen beginnen
masło
rijst
Lernen beginnen
Ryż
sla
Lernen beginnen
biję, uderzam, bij, uderzaj
melk
Lernen beginnen
mleko
zuur
Lernen beginnen
kwaśny
knoflook
Lernen beginnen
czosnek
vertrekken
Lernen beginnen
odjeżdżać
tapijt
Lernen beginnen
wykładzina podłogowa
badkamer
Lernen beginnen
łazienka
bed
Lernen beginnen
łóżko
ruim
Lernen beginnen
przestronny
deken
Lernen beginnen
koc
bereiken
Lernen beginnen
osiągać, sięgać
bewonderen
Lernen beginnen
podziwiać
enkel
Lernen beginnen
tylko
advocaat
Lernen beginnen
prawnik
gezellig
Lernen beginnen
przytulny
vliering
Lernen beginnen
strych
onderzoek
Lernen beginnen
Badania
dochter
Lernen beginnen
córka
landschap
Lernen beginnen
krajobraz
uitzicht
Lernen beginnen
widok
Met vlees
Lernen beginnen
Z mięsem
missen
Lernen beginnen
przegapić
boos
Lernen beginnen
zły
uitslag
Lernen beginnen
wysypka
problemen
Lernen beginnen
problemy
gelegenheid
Lernen beginnen
okazja
Zonder vlees
Lernen beginnen
Bez mięsa
Vlees
Lernen beginnen
Mięso
klant
Lernen beginnen
klient
Dessert
Lernen beginnen
Deser
bovenstaand
Lernen beginnen
powyżej
drop
Lernen beginnen
upuszczać
herenhuis
Lernen beginnen
dwór
zich
Lernen beginnen
się, siebie
voorkomen
Lernen beginnen
zapobiegać
ontvangst
Lernen beginnen
Przyjęcie
reis
Lernen beginnen
wyjazd
jong
Lernen beginnen
młody
Avondeten
Lernen beginnen
Kolacja
Ontbijt
Lernen beginnen
Śniadanie
Middageten
Lernen beginnen
Obiad, lunch
plotselinge
Lernen beginnen
nagły
rooster
Lernen beginnen
harmonogram
Soep
Lernen beginnen
zupa
breed
Lernen beginnen
szeroki
zwak
Lernen beginnen
słaby
Water
Lernen beginnen
woda
Wijn
Lernen beginnen
Wino
Ik zoek een goed restaurant
Lernen beginnen
Szukam dobrej restauracji
droog
Lernen beginnen
suchy
katoen
Lernen beginnen
bawełna
luidruchtig
Lernen beginnen
głośny
blij
Lernen beginnen
ucieszony, uradowany
aantrekkelijk
Lernen beginnen
atrakcyjny
jaloers
Lernen beginnen
zazdrosny
Waar is er een restaurant?
Lernen beginnen
Gdzie jest jakaś restauracja?
bril
Lernen beginnen
okulary
Eten
Lernen beginnen
jedzenie
Drinken
Zal je een beetje wijn drinken?
Lernen beginnen
Pić
Napijesz się trochę wina?
Ik wil eten
Lernen beginnen
Chcę jeść
snor
Lernen beginnen
Wąsy
zus
Lernen beginnen
siostra
zwaarlijvig
Lernen beginnen
otyły
kapper
Lernen beginnen
Fryzjer
acteur
Lernen beginnen
aktor
leer
Lernen beginnen
uczyć się
rit
Lernen beginnen
jazda
Ik wil een appel eten
Lernen beginnen
Chcę zjeść jabłko
trap
Lernen beginnen
schody
gevaarlijk
Lernen beginnen
niebezpieczny, niebezpiecznie
wetenschap
Lernen beginnen
nauka
Vis
Lernen beginnen
Ryba
hoesten
Lernen beginnen
kaszleć
bezorgd
Lernen beginnen
Zmartwiony
beschikbaar
Lernen beginnen
dostępny
Frieten
Lernen beginnen
frytki
Vis met frieten
Lernen beginnen
Ryba z frytkami
Rijst
Lernen beginnen
Ryż
tussen
Lernen beginnen
między
schoon
Lernen beginnen
czysty
Ontvangen
Lernen beginnen
Otrzymywać, odbierać
Aardappels
Lernen beginnen
Ziemniaki
nog
Lernen beginnen
jeszcze
Pasta
Lernen beginnen
Makaron
Kip
Lernen beginnen
Kurczak
broodmager
Lernen beginnen
chudy
warm
Lernen beginnen
ciepły
Groente
Lernen beginnen
Warzywo
Brood
Lernen beginnen
Chleb
nuttig
Lernen beginnen
pomocny
Boter
Lernen beginnen
Masło
Kaas
Lernen beginnen
Ser
Worst
Lernen beginnen
Kiełbasa
reusachtig
Lernen beginnen
olbrzymi
Eieren
Lernen beginnen
Jajka
Roerei
Lernen beginnen
Jajecznica
Jam
Lernen beginnen
Dżem
Koffie
Lernen beginnen
Kawa
Thee
Lernen beginnen
Herbata
Zout
Lernen beginnen
Sól
Suiker
Lernen beginnen
Cukier
vliegen
Lernen beginnen
latać
Peper
Lernen beginnen
Pieprz
smelten
Lernen beginnen
topnieć
Ik wil eieren eten 🍲
Lernen beginnen
Chcę zjeść jajka 🍲
Roerei met boter, alsjeblieft
Lernen beginnen
Poproszę jajecznicę z masłem
Allen brood met boter, alsjeblieft
Lernen beginnen
Proszę tylko chleb z masłem
Is er zwart brood?
Lernen beginnen
Czy jest czarny chleb?
Alleen aardappels, alsjeblieft
Lernen beginnen
Poproszę tylko ziemniaki
Aardappels, kip en water, alsjeblieft
Lernen beginnen
Poproszę ziemniaki, kurczaka i wodę
Water met prik
Lernen beginnen
Woda z gazem
Water zonder prik
Lernen beginnen
Woda bez gazu
Ijs
Lernen beginnen
lód
Met ijs
Lernen beginnen
Z lodem
de camping
Lernen beginnen
obóz
ja
Lernen beginnen
tak
nee
Lernen beginnen
nie
Zonder ijs
Lernen beginnen
Bez lodu
hallo
Lernen beginnen
dzień dobry
veel
Lernen beginnen
dużo
alsjeblieft
Lernen beginnen
proszę
misschien
Lernen beginnen
może
Koud, koude
Lernen beginnen
Zimno, zimna, zimni, zimne
Warm, warme
Lernen beginnen
Ciepły, ciepła, ciepli, ciepłe
Heet, hete
Lernen beginnen
Gorący, gorąca, gorące
Warme vis met frieten alsjeblieft
Lernen beginnen
Poproszę gorącą rybę z frytkami
thuis
Lernen beginnen
w domu
iets
Lernen beginnen
coś
naast
Lernen beginnen
obok
soms
Lernen beginnen
czasami
alleen
Lernen beginnen
tylko
ver
Lernen beginnen
daleki, daleko
vroeg
Lernen beginnen
wcześnie, wczesny
bijna
Lernen beginnen
prawie
zonder
Lernen beginnen
bez
iemand
Lernen beginnen
ktoś
samen
Lernen beginnen
razem
buiten
Lernen beginnen
na zewnątrz, poza
leeg
Lernen beginnen
pusty
moeilijk
Lernen beginnen
trudny
al
Lernen beginnen
już
gelukkig
Lernen beginnen
szczęśliwy
langzaam
Lernen beginnen
powolny
vol
Lernen beginnen
pełny, cały
rijk
Lernen beginnen
bogaty, bujny
zwaar
Lernen beginnen
ciężki, ciężko
eerste
Lernen beginnen
pierwszy, pierwsza, pierwsze
echt
Lernen beginnen
prawdziwy
sterk
Lernen beginnen
silny
mogelijk
Lernen beginnen
możliwy
tegen
Lernen beginnen
przeciwko, przeciw
die
Lernen beginnen
który, która, które
hun
Lernen beginnen
im, ich
vooral
Lernen beginnen
przede wszystkim
heel
Lernen beginnen
bardzo
ruiken
Lernen beginnen
wąchać
gewoon
Lernen beginnen
zwyczajny, przyzwyczajony
daarom
Lernen beginnen
o to
genoeg
Lernen beginnen
wystarczający, wystarczająco
ieder
Lernen beginnen
każdy
prachtig
Lernen beginnen
wspaniały, piękny
gedrag
Lernen beginnen
zachowanie
dolfijn
Lernen beginnen
delfin
stemmen
Lernen beginnen
głosować
diefstal
Lernen beginnen
kradzież
Dat is koud
Lernen beginnen
To jest zimne
pijn
Lernen beginnen
ból
moord
Lernen beginnen
morderstwo
orkaan
Lernen beginnen
Huragan
Is dat heet?
Lernen beginnen
Czy to jest gorące?
echtgenoot
Lernen beginnen
mąż
inbraak
Lernen beginnen
włamanie
injectie
Lernen beginnen
iniekcja
bakker
Lernen beginnen
Piekarz
Is dat goed?
Lernen beginnen
Czy to jest dobre?
greep
Lernen beginnen
uchwyt
baas
Lernen beginnen
szef
toepassen
Lernen beginnen
aplikować
voeren
Lernen beginnen
karmić
verzoek
Lernen beginnen
żądanie
gezet
Lernen beginnen
położyć
Ja, ik wil het proeven
Lernen beginnen
Tak, chciałbym spróbować
bijzonder
Lernen beginnen
specjalny
besteden
Lernen beginnen
wydawać
oplossen
Lernen beginnen
rozwiązać

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.