kurs

 0    158 Datenblatt    aleksandrasiegert7
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Wiek (age)
Lernen beginnen
de Leeftijd
Zabawny (funny)
Lernen beginnen
Grappig
Nazwany na
Lernen beginnen
Genoemd naar
Mylące
Lernen beginnen
Verwarrend
Rysować (to draw)
Lernen beginnen
tekenen
Malować (to paint)
Lernen beginnen
schilderen
Muzykalny (musically inclined)
Lernen beginnen
Muzikaal
śpiewać (to sing)
Lernen beginnen
zing (zingen)
Ciekawy (curious about)
Lernen beginnen
benieuwd (naar)
dokładnie (exact(ly)
Lernen beginnen
precies (exact(ly)
niedźwiedź (bears)
Lernen beginnen
Beren (de beer)
Zwierzęta (animals /beasts)
Lernen beginnen
Beesten(het beest)
Silny (strong)
Lernen beginnen
Sterk
Niebezpieczny (dengerous)
Lernen beginnen
Gevaarlijk
motyl (butterfly)
Lernen beginnen
de vlinder
koń (horse)
Lernen beginnen
het paard
latać (to fly)
Lernen beginnen
vliegen
imponujący (impressive)
Lernen beginnen
indrukwekkend
zauważyć
Lernen beginnen
merkt (merken (van))
być dumnym z
Lernen beginnen
trots op
bohater
Lernen beginnen
de held
troszczyć sie
Lernen beginnen
voor... gezorgd (zorgen voor)
poważny
Lernen beginnen
ernstig
szczesliwy, radosny
Lernen beginnen
Vrolijke (vrolijk)
głównie, zwłaszcza
Lernen beginnen
vooral
rozwiazanie
Lernen beginnen
de oplossing
nie lubic/nienawidziec
Lernen beginnen
heb een hekel aan
hałas
Lernen beginnen
het lawaai
krzyczec
Lernen beginnen
schreeuwen (schreeuwt)
rysunek
Lernen beginnen
tekeningen (de tekening)
magazyn/gazeta
Lernen beginnen
tijdschriften / het tijdschrijft
wysłać do
Lernen beginnen
naar... stuur(sturen (naar/aan))
niektorzy
Lernen beginnen
sommige
nawet
Lernen beginnen
zelfs
publikowac
Lernen beginnen
publiceren(gepubliceerd)
skromny
Lernen beginnen
bescheiden
uniwersytetowy
Lernen beginnen
universitair
medyczny
Lernen beginnen
medisch
dobytek
Lernen beginnen
het bezit
rzeczy
Lernen beginnen
de spullen​
gwizdać
Lernen beginnen
fluiteren
uczucie
Lernen beginnen
het gevoel
marzenie
Lernen beginnen
de droom
świat
Lernen beginnen
de wereld
osobisty
Lernen beginnen
persoonlijk
osiągać
Lernen beginnen
bereiken (bereikt)
szpital
Lernen beginnen
het ziekenhuis
spełniać się
Lernen beginnen
uitgekomen (uitkomen)
cecha
Lernen beginnen
de eigenschap
cierpliwy
Lernen beginnen
geduldig
ja
Lernen beginnen
mezelf
naukowy
Lernen beginnen
wetenschappelijk
prowadzić badania nad
Lernen beginnen
onderzoek doen naar (onderzoek doe)
badanie
Lernen beginnen
het onderzoek
wieś
Lernen beginnen
het platteland
tymczasowy na teraz
Lernen beginnen
voorlopig
postanowienia noworoczne
Lernen beginnen
Goede voornemens
postanowienie/intencja
Lernen beginnen
het voornemen
być zdenerwowanym przez
Lernen beginnen
me... ergeren (zich ergeren (aan))
cel
Lernen beginnen
het doelpunt
gazeta
Lernen beginnen
de krant
najdroższy/drogi
Lernen beginnen
dierbaarste(dierbaar)
przestać o czymś myśleć
Lernen beginnen
sta... stil bij(stilstaan (bij))
doświadczony/doświadczać
Lernen beginnen
meegemaakt (meemaken)
wybierać
Lernen beginnen
uitkoos(uit)kiezen)
of this
Lernen beginnen
daarvan
kraj urodzenia
Lernen beginnen
her geboorteland
narodzony
Lernen beginnen
de geboorte
wspomienia
Lernen beginnen
herinneringen aan (de herinnering (aan))
w procesie/przetwarzac
Lernen beginnen
in... verwerken (verwerken(in))
stukać
Lernen beginnen
de taptap
malować
Lernen beginnen
beachilderd(beschilderen)
dawać/obdarowywać jako prezent
Lernen beginnen
kreeg... mee(meekrijgen)
złoto
Lernen beginnen
gouden
grzechotka
Lernen beginnen
de rammelaar
zegarek
Lernen beginnen
het horloge
być wdziecznym
Lernen beginnen
dankbaar(voor)
adoptować
Lernen beginnen
adopteren
kreatywny
Lernen beginnen
creatief
entuzjastyczny
Lernen beginnen
enthousiast
fotograf
Lernen beginnen
de fotograaf
gitara
Lernen beginnen
de gitaar
choroba oka
Lernen beginnen
de oogziekte
pianino
Lernen beginnen
de piano
prezentator
Lernen beginnen
de presentator
projekt
Lernen beginnen
het project
raper
Lernen beginnen
de rapper
realizować się
Lernen beginnen
realiseren zich
prawa
Lernen beginnen
rechten
korzenie
Lernen beginnen
de roots
dysk
Lernen beginnen
de schijf
pokaz
Lernen beginnen
de show
silny
Lernen beginnen
sterk
stymulować
Lernen beginnen
stimuleren
telefon
Lernen beginnen
de telefoon
samorefleksja
Lernen beginnen
de zelfreflectie
choroba
Lernen beginnen
de ziekte
mieć widok
Lernen beginnen
het zicht hebben
wyprzedawać
Lernen beginnen
uitverkopen
widok
Lernen beginnen
het zicht
miesięczny
Lernen beginnen
maandelijks
zapisać się na coś
Lernen beginnen
zich aangemeld voor
regułu
Lernen beginnen
regels (de regel)
poziom
Lernen beginnen
het niveau
dostarcza...(dostarcza)
Lernen beginnen
levert ... op (opleveren)
zabraniać (zabraniać)
Lernen beginnen
vorboden(verbieden)
patrzeć w górę
Lernen beginnen
op... zoeken (opzoeken)
prośba
Lernen beginnen
het verzoek
krzyk
Lernen beginnen
gillen
okragle
Lernen beginnen
de ronde
temat
Lernen beginnen
het onderwerp
odżywianie
Lernen beginnen
de voeding
student medycyny
Lernen beginnen
de geneeskundestudent
dietetyk
Lernen beginnen
de voedingsdeskundige
entuzjasta sportu
Lernen beginnen
de sportliefhebber
entuzjasta
Lernen beginnen
de liefhebber
wiedza
Lernen beginnen
de kennis
dorosły
Lernen beginnen
de volwassene
średni
Lernen beginnen
gemiddeld
miękki
Lernen beginnen
zacht
wątpliwości pomiędzy
Lernen beginnen
twijfel tussen
jeden i pół
Lernen beginnen
anderhalf
pamięć
Lernen beginnen
het geheugen
zależy... zależy od (zależy od
Lernen beginnen
hangt... af van (afhangen van)
długość
Lernen beginnen
de lengte
płeć
Lernen beginnen
het geslacht
i tak dalej
Lernen beginnen
en zo
wytyczne
Lernen beginnen
de richtlijn
głupi, głupio
Lernen beginnen
dom
siebie
Lernen beginnen
jezelf
rozpieszczać
Lernen beginnen
verwennen
Soda
Lernen beginnen
de frisdrank
sporadycznie
Lernen beginnen
af en toe
ruszać, ruszamy, ruszacie, ruszają
Lernen beginnen
bewegen
palić się
Lernen beginnen
verbranden
ruch
Lernen beginnen
de beweging
przynajmniej
Lernen beginnen
ten minste
umiarkowany
Lernen beginnen
matig
ćwiczenie
Lernen beginnen
de lichaamsbeweging
ciało
Lernen beginnen
het lichaam
przeżuwać
Lernen beginnen
kauwen op
frytki
Lernen beginnen
de chips
miejsca (miejsce)
Lernen beginnen
plekken (de plek)
gdzie indziej
Lernen beginnen
elders
z... wydaje się (okazuje się)
Lernen beginnen
uit... blijkt (blijken uit)
wspólny
Lernen beginnen
gemeenschappelijk
charakterystyka
Lernen beginnen
het kenmerk
styl życia
Lernen beginnen
de levensstijl
styl
Lernen beginnen
de stijl
nazywać, wskazać
Lernen beginnen
noemen
oczywiście, naturalnie
Lernen beginnen
natuurlijk
głośny
Lernen beginnen
luidruchtig
uwaga
Lernen beginnen
de aandacht
tydzień egzaminacyjny
Lernen beginnen
de tentamenweek
pieczeń wołowa
Lernen beginnen
de rosbief
rukola
Lernen beginnen
de rucola
brać/pakować
Lernen beginnen
pak (pakken)
Półka
Lernen beginnen
het schap

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.