→ Lange Werkwoorden 1.2 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
ja odpowiedziałem d Na piśmie odpowiedziała Łotwa. Lernen beginnen		ik heb geantwoord Bij schrijven heeft Letland geantwoord.
podróżowałem d Czy kiedykolwiek podróżowałeś pociągiem do Fryzji? Lernen beginnen		heb gereisd Heb je wel eens met de trein naar Friesland gereisd?
ja narzekałem d Skarbie, sąsiedzi narzekali. Lernen beginnen		ik heb geklaagd Schatje, de buren hebben geklaagd.
słuchałem d Alexander całe popołudnie słuchał muzyki. Lernen beginnen		heb geluisterd Alexander heeft de hele middag naar muziek geluisterd.
robiłem (tworzyłem) d Mój przyjaciel odbył w zeszłym roku długą podróż do Azji. Lernen beginnen		heb gemaakt Mijn vriend heeft vorig jaar een lange reis door Azie gemaakt.
jadłem d Zjedliśmy strasznie dużo. Lernen beginnen		heb gegeten We hebben vreselijk veel gegeten.
ja piłem d Piłeś dziś rano kawę lub herbatę? Lernen beginnen		ik heb gedronken Heb je vanmorgen koffie of thee gedronken?
ja mówiłem d (spreken) Czy mówiłeś dzisiaj po holendersku? Lernen beginnen		ik heb gesproken Heb je vandaag Nederlands gesproken?
ja robiłem d Zrobiłeś w sobotę zakupy? Lernen beginnen		ik heb gedaan Heb je zaterdag boodschappen gedaan?
ja chciałem d Twoja matka tego nie chciała. Lernen beginnen		ik heb gewild Je moeder heeft dit niet gewild.
ja zostałem d Zostałem wczoraj w domu. Lernen beginnen		ik ben gebleven Ik ben gisteren thuis gebleven.

lange werkwoorden 1.2