lekcja 1

 0    48 Datenblatt    anialania9
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
wonen
Lernen beginnen
żyć
ik ben
Lernen beginnen
Jestem
Jij bent
Lernen beginnen
Jesteś
hij/zij is
Lernen beginnen
on / ona jest
wij zijn
Lernen beginnen
jesteśmy
jullie zijn
Lernen beginnen
jesteś
zij zijn
Lernen beginnen
są one
zijn
Lernen beginnen
być
woon
Lernen beginnen
Żywy
jij woont
Lernen beginnen
żyjesz
hij/zij woont
Lernen beginnen
on / ona żyje
wij wonen
Lernen beginnen
żyjemy
Jullie wonen
Lernen beginnen
Ty żyjesz
zij wonen
Lernen beginnen
oni żyją
komen
Lernen beginnen
przyjść
kom
Lernen beginnen
miska
jij komt
Lernen beginnen
przyjdziesz
hij/zij komt
Lernen beginnen
on / ona nadchodzi
wij komen
Lernen beginnen
nadchodzimy
jullie komen
Lernen beginnen
przybywasz
zij komen
Lernen beginnen
przychodzą
heten
Lernen beginnen
nazwa
ik heet
Lernen beginnen
Zadzwoniłem
jij heet
Lernen beginnen
twoje imię
hij/zij heten
Lernen beginnen
on / ona jest nazywany
hebben
Lernen beginnen
mają
ik heb
Lernen beginnen
Mam
jij hebt
Lernen beginnen
masz
hij/zij heeft
Lernen beginnen
on / ona ma
wij hebben
Lernen beginnen
mamy
jullie hebben
Lernen beginnen
ty masz
zij hebben
Lernen beginnen
oni mają
willen
Lernen beginnen
chcesz
ik wil
Lernen beginnen
Chcę
jij wilt
Lernen beginnen
chcesz
hij/zij wil
Lernen beginnen
on / ona chce
wij willen
Lernen beginnen
chcemy
jullie willen
Lernen beginnen
chcesz
zij willen
Lernen beginnen
oni chcą
vandaan
Lernen beginnen
z
hoe
Lernen beginnen
jak
tor ziens
Lernen beginnen
do zobaczenia wkrótce
tot morgen!
Lernen beginnen
do zobaczenia jutro!
tot straks!
Lernen beginnen
Do zobaczenia!
tot zo!
Lernen beginnen
do tego!
dag
Lernen beginnen
dzień
kan je
Lernen beginnen
czy możesz
Lernen beginnen
proszę

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.