lekcja 4

 0    61 Datenblatt    Nel
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Czy ty jesteś głodny?
Lernen beginnen
Heb je honger?
chętnie-chętniej-najchetniej
Lernen beginnen
graag-liever-het liefst
wolę... kawę
Lernen beginnen
Ik wil liever ... koffie...
wszystko mi jedno
Lernen beginnen
Het maakt me niet uit
jestem głodna/y
Lernen beginnen
Ik heb honger / s
jestem spragniona (chce mi się pić)
Lernen beginnen
Ik heb dorst
to jest smaczne/pyszne
Lernen beginnen
het is lekker / heerlijk
smakuje mi to
Lernen beginnen
ik vind het lekker
Lubie rybę
Lernen beginnen
Ik hou van vis
lubię to
Lernen beginnen
ik lust
To nie jest zbyt smaczne
Lernen beginnen
Het is niet zo lekker
Sądze ze nie zbyt mi to smakuje
Lernen beginnen
Ik vind het niet zo lekker.
Nie lubię
Lernen beginnen
Ik houd niet van
Sądzę że to jest za słodkie
Lernen beginnen
Ik vind het te zoet
Nie lubię
Lernen beginnen
Ik lust geen
Masz ochotę na?
Lernen beginnen
Heb je zin in...?
Chcesz...?
Lernen beginnen
Wil je ...?
Masz rację
Lernen beginnen
Jij hebt gelijk
rano
Lernen beginnen
's morgens
w południe
Lernen beginnen
tussen de middag
po południu
Lernen beginnen
's middags
wieczorem
Lernen beginnen
's avonds
w nocy
Lernen beginnen
's nachts
oprócz
Lernen beginnen
behalve
czasem
Lernen beginnen
soms
proszę mówić
Lernen beginnen
zeg het maar
Możemy zamówić?
Lernen beginnen
Mogen we bestellen?
siedzieć, odmiana
Lernen beginnen
zitten, zit
jeść, odmiana
Lernen beginnen
eten, eet
pić, odmiana
Lernen beginnen
drinken, drink, drinkt
robić, odmiana
Lernen beginnen
maken, maak, maakt
wziąć, odmiana
Lernen beginnen
nemen, neem, neemt
mówić, odmiana
Lernen beginnen
zeggen, zeg, zegt
móc, odmiana
Lernen beginnen
mogen, mag
lubić, kochać, odmiana
Lernen beginnen
houd, houdt
dziś
Lernen beginnen
Vandaag
jutro
Lernen beginnen
morgen
wczoraj
Lernen beginnen
gisteren
drogie
Lernen beginnen
duur
szybko
Lernen beginnen
snel
lepiej
Lernen beginnen
beter
jabłka
Lernen beginnen
appels
marchew
Lernen beginnen
wortel
banan
Lernen beginnen
banaan
winogrona
Lernen beginnen
druiven
ciastko
Lernen beginnen
koek
wypiek
Lernen beginnen
gebak
masło
Lernen beginnen
boter
chleb
Lernen beginnen
brood
bagietka
Lernen beginnen
stokbrood
bułka
Lernen beginnen
broodje
czerwony
Lernen beginnen
rood
biały
Lernen beginnen
wit
lampa
Lernen beginnen
lamp
różowy
Lernen beginnen
roze
brudny
Lernen beginnen
vies
życzliwy
Lernen beginnen
aardig
okno
Lernen beginnen
raam
strych
Lernen beginnen
zolder
sufit
Lernen beginnen
plafond
ściana
Lernen beginnen
muur

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.