→ Les 12 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
działać korzystnie Lernen beginnen		ten goede komen, ten nut komen
zaniechać Lernen beginnen		achterwege laten
przyjemność, rozkosz, satysfakcja Lernen beginnen		welbehangen, de lust, de genoegen
zależność Lernen beginnen		afhankelijkheid
teweegbrengen Lernen beginnen		veroorzaken
słodycz, słodkość Lernen beginnen		zoetigheid
poważny, nałogowy Lernen beginnen		dwingend
pod warunkiem, że Lernen beginnen		met dien verstande dat, op voorwaarde dat
marny Lernen beginnen		miserabel
w istocie, w rzeczy samej Lernen beginnen		in wezen, feitelijk, werkelijk
wychowawczy Lernen beginnen		wervend
poglądowy, rozważający Lernen beginnen		beschouwend
konstruktywny Lernen beginnen		opbouwend
degradujący Lernen beginnen		afbrekend
okolica Lernen beginnen		de buurt, de omgeving
duchowy, mentalny Lernen beginnen		geestelijk, mentaal
cielesny, fizyczny Lernen beginnen		lichamelijk, fysiek
charakterystyczny Lernen beginnen		karakteristiek, kenmerkend
moment, chwila Lernen beginnen		het moment, het ogenblik
przestać, skończyć Lernen beginnen		ophouden, stoppen
uwolnić, oswobodzić Lernen beginnen		afhelpen
stwierdzać Lernen beginnen		vaststellen, constateren
emisja Lernen beginnen		de uitstoot
wpływ, działanie Lernen beginnen		de werking, het effect
tak jak Lernen beginnen		net zo, even
zastanowić się Lernen beginnen		zich bedenken, zich realiseren
zdobyć Lernen beginnen		bemachtigen, verkrijgen
namówić Lernen beginnen		ompraten, overhalen
polakierować Lernen beginnen		spuiten
wcisnąć Lernen beginnen		aansmeren
deser Lernen beginnen		het toetje
szczepić Lernen beginnen		inenten
chwytać Lernen beginnen		grijpen, pakken
nieumiarkowany Lernen beginnen		mateloos
dom towarowy Lernen beginnen		het warenhuis
wystawiać, narażać na Lernen beginnen		blootstellen, blootstellen aan
być poinformowanym Lernen beginnen		op de hoogte zijn
jednostajny odgłos Lernen beginnen		gebonk
nieskrępowany Lernen beginnen		ongegeneerd, schamteloos
łaskotać Lernen beginnen		kietelen, kribbelen
zakazany Lernen beginnen		verboden
uderzenie, cios Lernen beginnen		de dreun
popielniczka Lernen beginnen		de asbak
ledwie Lernen beginnen		nauwelijks, amper
przesadzać Lernen beginnen		overdrijven
tkanka Lernen beginnen		het weefsel
wrażliwy Lernen beginnen		gevoelig, kwetsbaar
zdolność do szybkiej reakcji Lernen beginnen		veerkracht
udusić się, udusić się Lernen beginnen		versuffen, verstompen
zdolność postrzegania Lernen beginnen		het waarnemingsvermogen, de observatiecapaciteit
wziąć zakręt Lernen beginnen		een bocht ingaan
droga hamowania Lernen beginnen		de remweg
zwolnij wszystkie hamulce, idź na całość Lernen beginnen		alle remmen loosgoeien, er voluit tegenaan gaan
być pijanym Lernen beginnen		veel ophebben, dronken zijn
sprostać światu Lernen beginnen		de wereld aankunnen, opgewassen zijn tegen
przeprowadzić projekt Lernen beginnen		project doen naar
rzecznik Lernen beginnen		de voorlichter
wytyczyć trasę Lernen beginnen		het parcours uitzetten, weg af te leggen
parkować tyłem Lernen beginnen		achteruit parkeren
daar is niets aan Lernen beginnen		het is gemakkelijk/saai/ niet stuk
puścić np. film Lernen beginnen		afdraaien, laten zien
bać się, bardzo się bać Lernen beginnen		zich een ongeluk schrikken, erg schrikken
do góry nogami Lernen beginnen		ondersteboven, omver
mieć oko na Lernen beginnen		in de gaten houden
głosić, szerzyć Lernen beginnen		uitdragen
pójść o zakład Lernen beginnen		de weddenschap aandoen
salon gier Lernen beginnen		de gokhal
er zeker van zijn Lernen beginnen		er donder op zeggen
binnen de korst mogelijk tijd Lernen beginnen		in een mum van tijd
być wyposażonym Lernen beginnen		uitgerust zijn, voorzien zijn van
zadławienie Lernen beginnen		verstikking
zresztą Lernen beginnen		overigens=trouwens
wczesne dziecinstwo Lernen beginnen		vroege kindertijd, prille kinderjaren
ukrywać Lernen beginnen		opbergen, verstoppen, toedienen
uzależnienie Lernen beginnen		verslaving
uprawiać hazard Lernen beginnen		gokken
podejmować ryzyko Lernen beginnen		risico's lopen
stawiać granice Lernen beginnen		de grens leggen
schade doen Lernen beginnen		kwaad kunnen
znacznie Lernen beginnen		aanzienlijk, flink
sprzedaj duszę diabłu Lernen beginnen		ziel aan de duivel verkopen
kolejny z rzędu Lernen beginnen		zoveelste
pozostawiać do życzenia Lernen beginnen		laten te wensen over
spaliny Lernen beginnen		uitlaatgas
obgryzać paznokcie Lernen beginnen		nagelbijten
guma do żucia Lernen beginnen		kauwgom
pociągający, kuszący Lernen beginnen		aanlokkelijk, aantrekkelijk
jedzenie Lernen beginnen		kost, voedsel
w istocie Lernen beginnen		in feite, in principe
prawie wcale Lernen beginnen		nauwelijks, amper, bijna niet
wycieczka piesza Lernen beginnen		trektocht, wandeltocht
tracic kontrole Lernen beginnen		uit de hand lopen
sprowadzać się do Lernen beginnen		neerkomen op
jakkolwiek Lernen beginnen		hoe dan ook
cel Lernen beginnen		de strekking
wpływać Lernen beginnen		inwerken op, indruk uitoefenen op
nadrabiać zaległości Lernen beginnen		achterstand inhalen

Les 12

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr