→ Les 90 (29) → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
tam Lernen beginnen		heen
znowu, z powrotem Lernen beginnen		weer
tam i z powrotem Lernen beginnen		heen en weer
po drodze, w drodze Lernen beginnen		onderweg
nocować Lernen beginnen		overnachten (overnacht, overnachtte, overnachtten)
zostać Lernen beginnen		verblijven (verlbeven, verbleef, verbleven)
pobyt Lernen beginnen		het verblijf
opiekun Lernen beginnen		de oppas
dzisiaj, w dzisiejszych czasach Lernen beginnen		tegenwoordig
osądzać, oceniać Lernen beginnen		beoordelen (beoordeeld, beordeelde, beoordeelden)
uwaga Lernen beginnen		de aandacht
energia Lernen beginnen		de energie
ponad Lernen beginnen		ruim
przestrzeń, pomieszczenie Lernen beginnen		de ruimte
myśleć Lernen beginnen		denken (gedacht, dacht, dachten)
zastanowić się Lernen beginnen		nadenken (nagedacht, dacht na, dachten na)
kończyć, dokończyć Lernen beginnen		afmaken (afgemaakt, maakte af, maakten af)
las Lernen beginnen		het bos
wołać Lernen beginnen		roepen (geroepen, riep, riepen)
Lis Lernen beginnen		de vos
tatuaż Lernen beginnen		de tatoeage
pszczoła Lernen beginnen		de bij
więzienie Lernen beginnen		de gevangenis
skóra Lernen beginnen		de huid
przyjemne, miły Lernen beginnen		aangenaam
suchy, wytrawny (o winie) Lernen beginnen		droog
zmienić zdanie Lernen beginnen		van gedachten veranderen
rozprzestrzeniać Lernen beginnen		verspreiden (verspreid, verspreidde, verspreiden)

Les 90 (29)