→ Moja Lekcja → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
Miło cię poznać Lernen beginnen		Prettig kennis te maken
Miło cię poznać też Lernen beginnen		leuk je te ontmoeten
jezykoznawstwo Lernen beginnen		taalwetenschap
otrzymywać Lernen beginnen		ontvangen
dalej Lernen beginnen		verder
bliżej Lernen beginnen		dichterbij
wysyłać Lernen beginnen		opsturen
kropka (.) Lernen beginnen		periode (.)
pytajnik Lernen beginnen		vraagteken
wykrzyknik Lernen beginnen		uitroepteken
przecinek Lernen beginnen		komma
dzielone przez Lernen beginnen		gedeeld door
minus Lernen beginnen		min
porównać coś z czymś Lernen beginnen		vergelijk iets met iets
odebrać telefon Lernen beginnen		opnemen / neem op
dodatkowo Lernen beginnen		verder nog
pytać o Lernen beginnen		vragen naar
pospieszyć się / pospiesz się Lernen beginnen		opschieten/ Schiet op!
nie idzie mi/ stoję w miejscu Lernen beginnen		het schiet niet op
Nie mogę sobie z tym poradzić Lernen beginnen		Ik kom er niet uit
Mam tego dość. Lernen beginnen		Ik heb er genoeg van. / Ik ben er helemaal klar mee
dajesz dalej/ dasz rade Lernen beginnen		Zet hem op/ kom op
Do dzieła! Lernen beginnen		Aan de slag! Aan het werk!
mówię poważnie Lernen beginnen		ik meen het
Mówisz poważnie? Lernen beginnen		Meen je het?
Przysięgam Lernen beginnen		Ik zweer het
o co chodzi? co się dzieje? Lernen beginnen		wat is er aan de hand?
wdzięczność Lernen beginnen		dankbaarheid
mylić się Lernen beginnen		zich vergissen

Moja lekcja