→ Moja Lekcja → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
aanleren Lernen beginnen		Wyuczyć, nauczyć się
achter iets komen Lernen beginnen		Domyślić się/ pojąć
aflezen aan / van Lernen beginnen		Wycztać z,
slecht met iemand aflopen Lernen beginnen		Nie dogadywać sie/ być zle
beamen Lernen beginnen		Zgadzać się
daadwerkelijk Lernen beginnen		Faktycznie/ acctually
dag in dag uit Lernen beginnen		Dzień w dzień
desgevraagd Lernen beginnen		Na prośbę
eenduidig Lernen beginnen		jednoznacznie
erfenis, de Lernen beginnen		dziedzictwo
erven Thomas heeft een kasteel geërfd. Lernen beginnen		dziedziczyć Thomas odziedziczył zamek.
gangbaar Lernen beginnen		pospolity
gelaat, het Lernen beginnen		twarz
hellend Lernen beginnen		skośny
helling, de Lernen beginnen		Nachylenie/stok
hinderen Lernen beginnen		utrudniać
hinderlijk Lernen beginnen		denerwujący
in elkaar zitten Lernen beginnen		Współdziałąć ze sobą
iets nieuw leven inblazen Lernen beginnen		tchnąć w coś nowe życie
inschatten Lernen beginnen		oszacować
knobbel, de Lernen beginnen		Guz, grudka
knobbeltje, het Lernen beginnen		guzek
de moeite lonen Lernen beginnen		Jest warte wysiłku
Niet onderdoen voor iets/iemand Lernen beginnen		Nie ustępować/ nie być gorszym od
onwillekeurig Lernen beginnen		odruchowo
oproepen Lernen beginnen		wzywać
opwekken Lernen beginnen		Wzniecać/ wzbudzać
overspel, het Lernen beginnen		cudzołóstwo
overspelig Lernen beginnen		czudzołożny
schedel, de Lernen beginnen		czaszka
iets / iemand serieus nemen Lernen beginnen		Brać kogoś/ coś na poważnie
snoeien Lernen beginnen		plewić
talenknobbel, de Lernen beginnen		Talent językowy
uiteenlopen Lernen beginnen		Różnić się/ nie zgadzać się między sobą
uitrusten met Lernen beginnen		Wyposażyć w
vals spelen Lernen beginnen		oszukiwać
vastberaden Lernen beginnen		zdeterminowany
vastberadenheid, de Lernen beginnen		determinacja
veelzeggend Lernen beginnen		Wymowny, wymowna(cisza)
verenigen Lernen beginnen		zjednoczyć
vermenging, de Lernen beginnen		mieszanina
vernielen Lernen beginnen		niszczyć
vernieling, de Lernen beginnen		zniszczenie
veronderstellen Lernen beginnen		przypuszczać
verwarren Lernen beginnen		Dezorientować, To confuse
verwarrend Lernen beginnen		zagmatwane
(weten) wat voor vlees je in de kuip hebt Lernen beginnen		Wiedzieć z kim/ z czym ma się do czynienia
wel degelijk Lernen beginnen		Rzeczywiście
wiskundeknobbel, de Lernen beginnen		Problem matematyczny
in zee gaan met iemand Lernen beginnen		Wejść z kimś w biznes/interesy
lonen Lernen beginnen		wynagradzać
wieden Lernen beginnen		plewić
snurken Lernen beginnen		chrapać
slurpen Lernen beginnen		siorbać
ingaan op Lernen beginnen		wejsć w coś/zaakceptować warunki
de file Lernen beginnen		korek uliczny
begroting Lernen beginnen		budżet
boeren Lernen beginnen		bekać
winden laten Lernen beginnen		pierdzieć
vergifteging Lernen beginnen		zatrucie
het gif Lernen beginnen		trucizna
achterhalen Lernen beginnen		wyśledzić
aandoening Lernen beginnen		schorzenie
moeite doen om Lernen beginnen		postarać się
koesteren Lernen beginnen		cieszyć się z
tegenslag Lernen beginnen		wpadka, niepowodzenie
tobben Lernen beginnen		martwić się
aangeraden Lernen beginnen		Zalecać/poradzić
aanbeloven Lernen beginnen		polecić, rekomendować
zich verheugen op Lernen beginnen		cieszyc sie z
opschieten Lernen beginnen		spieszyć się
beoordelen op Lernen beginnen		oceniac
stammen uit Lernen beginnen		wynikają z
koppelen aan Lernen beginnen		połączyć się z
resulteren in Lernen beginnen		skutkować w czymś
rekenen tot Lernen beginnen		uwzględnic w
herkennen (aan) Lernen beginnen		rozpoznać (przez)
verbannen naar Lernen beginnen		wygnany, wydalony
associëren met Lernen beginnen		laczyc z
bereid zijn tot Lernen beginnen		być przygotowanym na
meute Lernen beginnen		tłum
aanklger Lernen beginnen		prokurator
het strafrecht Lernen beginnen		prawo karne

Moja lekcja

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr