Moja lekcja

 0    292 Datenblatt    okosmoka
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
przedszkole
Lernen beginnen
de peuterspeelzaal
lotnisko
Lernen beginnen
het vliegveld
rzeka
Lernen beginnen
de rivier
jezioro
Lernen beginnen
het meer
wał powodziowy, grobla
Lernen beginnen
dijk, dijk
wioska
Lernen beginnen
dorp
gory
Lernen beginnen
de bergen
wydmy
Lernen beginnen
de duinen
inny/a
Lernen beginnen
ander
jeździć na lyzwach
Lernen beginnen
schaatsen
kraje sasiadujace
Lernen beginnen
buurlanden
stolica
Lernen beginnen
de hoofdstad
port
Lernen beginnen
de haven
rząd
Lernen beginnen
de regering
wieza
Lernen beginnen
toren
około
Lernen beginnen
ongeveer
ochraniać
Lernen beginnen
beschermen
liście
Lernen beginnen
bladeren
zazwyczaj
Lernen beginnen
meestal
najpierw
Lernen beginnen
eerste
potem
Lernen beginnen
dan
później
Lernen beginnen
daarna
na koncu
Lernen beginnen
tenslotte
zawsze
Lernen beginnen
altijd
czesto
Lernen beginnen
vaak
nigdy
Lernen beginnen
nooit
czasem
Lernen beginnen
soms
od czasu do czasu
Lernen beginnen
af en toe
golic sie
Lernen beginnen
scheren
nudzić
Lernen beginnen
vervelen
ubierac sie
Lernen beginnen
aankleden
wstawać
Lernen beginnen
opstaan
prysznic
Lernen beginnen
douchen
szczotkowanie zębów
Lernen beginnen
tanden poetsen
wyszczotkuj wlosy
Lernen beginnen
haar borstelen
malowac sie
Lernen beginnen
zich opmaken
wychodzic z psem
Lernen beginnen
de Hond uitlaten
jeść śniadanie
Lernen beginnen
ontbijten
iść do pracy
Lernen beginnen
naar het werk gaan
jeść obiad
Lernen beginnen
lunchen
iść do sali gimnastycznej
Lernen beginnen
naar de sportschool gaan
przygotowywac kolacje
Lernen beginnen
avondeten maken
bieganie
Lernen beginnen
hardlopen
spacerować
Lernen beginnen
wandelen
kłaść się spać
Lernen beginnen
naar bed gaan
isc spać
Lernen beginnen
gaan slapen
wolny czas na zwewnatrz
Lernen beginnen
vrije tijd buiten
iść na plaze
Lernen beginnen
naar het strand gaan
zwiedzac miasta
Lernen beginnen
staden bezoeken
podrozowac
Lernen beginnen
reizen
jeść poza domem
Lernen beginnen
uiteten gaan
imprezowac
Lernen beginnen
feesten
umowic sie z przyjaciolmi
Lernen beginnen
met vrienden afspreken
kino
Lernen beginnen
de bioscoop
teatr
Lernen beginnen
het theater
chodzić po sklepach
Lernen beginnen
ga winkelen
czas wolny wewnatrz
Lernen beginnen
vrije tijd binnen
czytac ksiazki
Lernen beginnen
Lees het boek
gotowac
Lernen beginnen
koken
słuchać muzyki
Lernen beginnen
luisteren naar muziek
bawic sie z dziecmi
Lernen beginnen
spelen met de kinderen
nauka holenderskiego
Lernen beginnen
nederlands leren
urządzić imprezę
Lernen beginnen
een feestje geven
spiewac
Lernen beginnen
zingen
sprzatac
Lernen beginnen
opruimen
Grać w grę
Lernen beginnen
spelltje doen
Oszalałeś
Lernen beginnen
Ben je gek
tak! oczywiście!
Lernen beginnen
jawel
przestań
Lernen beginnen
houd maar op
Męczę się od samego słuchania
Lernen beginnen
ik word al moe als ik het hoor
tak, no przeciez mówię
Lernen beginnen
ja, zeg dat wel
Myślę, że tak
Lernen beginnen
ik vind van wel
zgadzam się
Lernen beginnen
ik ben het er mee eens
też tak myślę
Lernen beginnen
ik denk daar ook zo over
Ja tam myślę zupełnie inaczej
Lernen beginnen
ik denk daar heel anders
gęsto zaludniony
Lernen beginnen
dichtbevolkt
najbardziej
Lernen beginnen
meest
nigdzie
Lernen beginnen
nergens
tak blisko siebie
Lernen beginnen
zo dicht bij elkaar
najbardziej ruchliwy kawałek
Lernen beginnen
drukste stuk
podróż
Lernen beginnen
de reis
ludzie biznesu
Lernen beginnen
zakelijk mensen
najchetniej
Lernen beginnen
het liefst
podróżować
Lernen beginnen
reizen
potrzebny
Lernen beginnen
nodig
budynki mieszkalne
Lernen beginnen
de flatgebouwen
Autostrada
Lernen beginnen
de snelweg
korek uliczny
Lernen beginnen
de file
natknąć się, natrafić, spotkac
Lernen beginnen
tegenkomen
królowa
Lernen beginnen
koningin
cudzoziemcy
Lernen beginnen
de buitenlanders
wcześniejszy, wcześniej
Lernen beginnen
vroeger
przyszliśmy, przyszliście, przyszli, przyszły
Lernen beginnen
kwamen
okrągły, okolo
Lernen beginnen
rond
byliśmy, byliście, byli, były
Lernen beginnen
waren
pracownicy tymczasowi
Lernen beginnen
gastarbeiders
uchodźców
Lernen beginnen
de vluchtelingen
wojna
Lernen beginnen
de oorlog
własny
Lernen beginnen
eigen
każdy, wszyscy
Lernen beginnen
iedereen
różny
Lernen beginnen
verschillende
język
Lernen beginnen
de taal
używać
Lernen beginnen
gebruiken
przydatny
Lernen beginnen
handig
bez przerwy, stale
Lernen beginnen
onafgebroken
świat
Lernen beginnen
de wereld
wybierać
Lernen beginnen
kiezen
głosować
Lernen beginnen
stemmen
wiara
Lernen beginnen
het geloof
częściej
Lernen beginnen
vaker
od
Lernen beginnen
sinds
współpracować
Lernen beginnen
samenwerken
chleb
Lernen beginnen
het brood
masło
Lernen beginnen
het boter
kanapka
Lernen beginnen
de boterham
sok
Lernen beginnen
sap
pyszne rzeczy, smakolyki
Lernen beginnen
lekkere dingen
deser
Lernen beginnen
het toetje
kiełbasa
Lernen beginnen
de worst
warzywo
Lernen beginnen
de groente
pomidor
Lernen beginnen
de tomaat
pietruszka
Lernen beginnen
de peterselie
kapusta kiszona
Lernen beginnen
de zuurkool
szpinak
Lernen beginnen
de spinazir
masło orzechowe
Lernen beginnen
het pindakaas
piernik
Lernen beginnen
het ontbijtkoek
serki topiony
Lernen beginnen
de smeerkaas
cukier
Lernen beginnen
de suiker
bagietka
Lernen beginnen
het stokbrood
jajko
Lernen beginnen
het ei
musli
Lernen beginnen
de muesli
czekoladowe wiórki
Lernen beginnen
de hagelslag
tort
Lernen beginnen
de taart
cukierek
Lernen beginnen
het snoepje
ciastko
Lernen beginnen
het koekje
ziemniaki
Lernen beginnen
de aardappelen
kotlety mielone
Lernen beginnen
de gehaktbal
baranina
Lernen beginnen
het schapenvlees
wołowina
Lernen beginnen
het rundvlees
sznycel
Lernen beginnen
de schnitzel
mięso wieprzowe
Lernen beginnen
het varkensvlees
cielęcina
Lernen beginnen
het kalfsvlees
cebula
Lernen beginnen
de ui
por
Lernen beginnen
de prei
seler
Lernen beginnen
de selderij
marchewka
Lernen beginnen
wortel
Zielona fasola
Lernen beginnen
de sperziebonen
morela
Lernen beginnen
de abrikoos
wiśnie
Lernen beginnen
de kersen
czarna porzeczka
Lernen beginnen
de zwart bes
adres
Lernen beginnen
het adres
pozegnanie
Lernen beginnen
afscheid
odpowiedz
Lernen beginnen
antwoord
lozko
Lernen beginnen
bed
kwota
Lernen beginnen
bedrag
noga
Lernen beginnen
het been
poczatek
Lernen beginnen
begin
wiadomość
Lernen beginnen
het bericht
zawód
Lernen beginnen
het beroep
Decyzja
Lernen beginnen
het besluit
zarządzanie
Lernen beginnen
het bestuur
dowód
Lernen beginnen
het bewijs
wizyta
Lernen beginnen
het bezoek
liść
Lernen beginnen
het blad
puszka
Lernen beginnen
het blik
krew
Lernen beginnen
het bloed
książka
Lernen beginnen
het boek
las
Lernen beginnen
het bos
chleb
Lernen beginnen
het brood
prezent
Lernen beginnen
het cadeau
kawiarnia
Lernen beginnen
het cafe
centrum
Lernen beginnen
het centrum
cyfra
Lernen beginnen
het cijfer
koncert
Lernen beginnen
het concert
kontakt
Lernen beginnen
het contact
dach
Lernen beginnen
het dak
część
Lernen beginnen
het deel
dieta
Lernen beginnen
het dieet
zwierzę
Lernen beginnen
het dier
rzecz
Lernen beginnen
het ding
dyplom
Lernen beginnen
het diploma
cel
Lernen beginnen
het doel
wioska
Lernen beginnen
het dorp
małżeństwo
Lernen beginnen
het echtpaar
jajko
Lernen beginnen
het ei
własność
Lernen beginnen
het eigendom
wyspa
Lernen beginnen
het eiland
koniec
Lernen beginnen
het einde
punkt końcowy
Lernen beginnen
het eindpunt
jedzenie
Lernen beginnen
het eten
metka
Lernen beginnen
het etiket
egzamin
Lernen beginnen
het examen
członek rodziny
Lernen beginnen
het familielid
impreza
Lernen beginnen
het feest
formularz
Lernen beginnen
het formulier
owoc
Lernen beginnen
het fruit
gaz
Lernen beginnen
het gas
dziura, otwór
Lernen beginnen
het gat
ciasto
Lernen beginnen
het gebak
modlitwa
Lernen beginnen
het gebed
obszar, dziedzina
Lernen beginnen
het gebied
zęby
Lernen beginnen
het gebit
przykazanie
Lernen beginnen
het gebod
budynek
Lernen beginnen
het gebouw
użycie
Lernen beginnen
het gebruik
część
Lernen beginnen
het gedeelte
poemat
Lernen beginnen
het gedicht
zachowanie
Lernen beginnen
het gedrag
cierpliwość
Lernen beginnen
het geduld
mięso mielone
Lernen beginnen
het gehakt
tajemnica
Lernen beginnen
het geheim
pamięć
Lernen beginnen
het geheugen
słuch
Lernen beginnen
gehoor
pieniądze
Lernen beginnen
het geld
wiara
Lernen beginnen
het geloof
dźwięk
Lernen beginnen
het geluid
szczęście
Lernen beginnen
het geluk
szkielet
Lernen beginnen
het geraamte
narzędzie
Lernen beginnen
het gereedschap
rozmowa
Lernen beginnen
het gesprek
liczba
Lernen beginnen
het getal
walka
Lernen beginnen
het gevecht
niebezpieczeństwo, zagrożenie
Lernen beginnen
het gevaar
uczucie, poczucie, wrażenie
Lernen beginnen
het gevoel
wynik/skutek
Lernen beginnen
het gevolg
karabin
Lernen beginnen
het geweer
przemoc
Lernen beginnen
het geweld
waga
Lernen beginnen
het gewicht
staw
Lernen beginnen
het gewricht
Firma
Lernen beginnen
het gezelschap
twarz
Lernen beginnen
het gezicht
rodzina
Lernen beginnen
het gezin
trucizna
Lernen beginnen
het gif
szklanka
Lernen beginnen
het glas
kurtyna
Lernen beginnen
het gordijn
złoto
Lernen beginnen
het goud
Grób
Lernen beginnen
het graf
trawa
Lernen beginnen
het gras
włosy
Lernen beginnen
het haar
Uchwyt
Lernen beginnen
het handvat
serce
Lernen beginnen
het hart
wszechświat
Lernen beginnen
het heelal
płot
Lernen beginnen
het hek
koszula
Lernen beginnen
het hemd
głowa
Lernen beginnen
het hoofd
zegarek
Lernen beginnen
het horloge
hotel
Lernen beginnen
het hotel
drewno
Lernen beginnen
het hout
dom
Lernen beginnen
het huis
praca domowa
Lernen beginnen
het huiswerk
małżeństwo, ślub
Lernen beginnen
het huwelijk
ideał
Lernen beginnen
het ideaal
lód
Lernen beginnen
het ijs
żelazo
Lernen beginnen
het ijzer
dochód
Lernen beginnen
het inkomen
insekt
Lernen beginnen
het insect
instrument
Lernen beginnen
het instrument
internet
Lernen beginnen
het internet
rok
Lernen beginnen
het jaar
data
Lernen beginnen
datum
kurtka
Lernen beginnen
het jack
młodych
Lernen beginnen
het jong
aktualnosci
Lernen beginnen
het journaal
rocznica
Lernen beginnen
het jubileum
gra karciana
Lernen beginnen
het kaartspel
gabinet
Lernen beginnen
het kabinet
obóz
Lernen beginnen
het kamp
kanał
Lernen beginnen
het kanaal
biuro
Lernen beginnen
het kantoor
kapitał
Lernen beginnen
het kapitaal
fryzura
Lernen beginnen
het kapsel
charakter
Lernen beginnen
het karakter
karton
Lernen beginnen
het karton
zamek
Lernen beginnen
het kasteel
numer kierunkowy
Lernen beginnen
het kengetal
tablica rejestracyjna
Lernen beginnen
het kenteken
cmentarz
Lernen beginnen
het kerkgof
przyjęcie bożonarodzeniowe
Lernen beginnen
het kerstfeest
dziecko
Lernen beginnen
het kind
notatnik
Lernen beginnen
het kladblok
dywan
Lernen beginnen
het kleed
koc
Lernen beginnen
deken
klimat
Lernen beginnen
het klimaat
kompas
Lernen beginnen
het kompas
Królik
Lernen beginnen
het konijn
Lina
Lernen beginnen
het koord
miedź
Lernen beginnen
het koper
ziarno
Lernen beginnen
het koren
zioło
Lernen beginnen
het kruid
krzyż
Lernen beginnen
het kruis
skrzyzowanie
Lernen beginnen
kruising
pisklę
Lernen beginnen
het kuiken

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.