Moja lekcja

 0    126 Datenblatt    guest3840587
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Jak się masz?
Lernen beginnen
Hoe gaat het?
jest w porządku
Lernen beginnen
het gaat wel
okropnie
Lernen beginnen
verschrikkelyk
świetnie
Lernen beginnen
uitstekend
każdego dnia
Lernen beginnen
elke dag
Pracuję w (miejsce pracy, stanowisko)
Lernen beginnen
ik werk bij
Pracuję w (miejsce pracy, niekoniecznie stanowisko)
Lernen beginnen
ik werk in het
(jakiś czas) temu
Lernen beginnen
geleden
spotkać, poznać
Lernen beginnen
ontmoet
przeważnie
Lernen beginnen
meestal
mój przyjaciel
Lernen beginnen
een vriend van mij
mój chłopak
Lernen beginnen
mijn vriend
go, jego
Lernen beginnen
hem
tam
Lernen beginnen
daar
względnie
Lernen beginnen
redelijk
trochę
Lernen beginnen
beetje
Medycyna
Lernen beginnen
De geeneskunde
szpital
Lernen beginnen
het ziekenhuis
Myślę, że'
Lernen beginnen
vind ik'
dlaczego
Lernen beginnen
waarom
źle
Lernen beginnen
slecht
Miasto
Lernen beginnen
stad
składać się z
Lernen beginnen
bestaat uit
ludzie
Lernen beginnen
mensen
koty
Lernen beginnen
katten
imię, którego używamy
Lernen beginnen
roepnaam
kto
Lernen beginnen
wie
co
Lernen beginnen
wat
gdzie
Lernen beginnen
waar
jak
Lernen beginnen
hoe
który/który
Lernen beginnen
welke/welk
kiedy
Lernen beginnen
wanneer
dlaczego
Lernen beginnen
waarom
het
Lernen beginnen
welk
de
Lernen beginnen
welke
pański, pańska, pańskie
Lernen beginnen
uw
zawód
Lernen beginnen
beroep
wioska
Lernen beginnen
dorp
sam
Lernen beginnen
alleen
gość
Lernen beginnen
de gaast
drzewo
Lernen beginnen
de boom
pada deszcz
Lernen beginnen
het regent
współpracownik
Lernen beginnen
de collega
słońce świeci
Lernen beginnen
de zon schijnt
miło poznać
Lernen beginnen
aangenaam
pogoda
Lernen beginnen
het weer
ciepło
Lernen beginnen
warm
w następnym tygodniu
Lernen beginnen
de volgende week
trudny
Lernen beginnen
moeilijk
przekazać pozdrowienia
Lernen beginnen
doe groeten aan
przyjść z wizytą
Lernen beginnen
kom eens op bezoek
chętnie
Lernen beginnen
graag
jej
Lernen beginnen
haar
oglądać, patrzeć
Lernen beginnen
kijken
jak długo
Lernen beginnen
hoelang
znać
Lernen beginnen
kennen
podróżować
Lernen beginnen
reizen
iść
Lernen beginnen
gaan
lekarz
Lernen beginnen
arts
akademik (holandia)
Lernen beginnen
studentenhuis
akademik (belgia)
Lernen beginnen
het kot
każdy, wszyscy (bez podmiotu)
Lernen beginnen
iedereen
wszyscy (z podmiotem)
Lernen beginnen
allemaal
tylko ludzie
Lernen beginnen
alleen mensen
ludzie
Lernen beginnen
mensen
Zwierzęta
Lernen beginnen
dieren
rzeczy
Lernen beginnen
dingen
zmęczony
Lernen beginnen
moe
która godzina?
Lernen beginnen
hoe laat is het?
która jest teraz godzina?
Lernen beginnen
hoe laat is het nu?
O której godzinie zaczynają się zajęcia?
Lernen beginnen
Hoe laat begint de les?
o której godzinie kończą się zajęcia?
Lernen beginnen
hoe laat stopt de les?
o której godzinie mamy przerwę?
Lernen beginnen
hoe laat hebben we pauze?
o której godzinie idziesz na zajęcia?
Lernen beginnen
hoe laat gaan je naar cursus?
pierwszy
Lernen beginnen
de eerste
drugi
Lernen beginnen
de tweede
trzeci
Lernen beginnen
de derde
dni tygodnia
Lernen beginnen
de dagen van de week
jest poniedziałek
Lernen beginnen
het is maandag
Poniedziałek
Lernen beginnen
maandag
Wtorek
Lernen beginnen
dinsdag
Środa
Lernen beginnen
woenstag
Czwartek
Lernen beginnen
donderdag
Piątek
Lernen beginnen
vrijdag
Sobota
Lernen beginnen
zaterdag
niedziela
Lernen beginnen
zondag
przedwczoraj
Lernen beginnen
eergisteren
wczoraj
Lernen beginnen
gisteren
dzisiaj
Lernen beginnen
vandaag
jutro
Lernen beginnen
morgen
pojutrze
Lernen beginnen
overmorgen
za trzy dni
Lernen beginnen
over drie dagen
trzy dni temu
Lernen beginnen
drie dagen geleden
rano/rano
Lernen beginnen
de ochtend/de morgen
dziś rano
Lernen beginnen
vanochtend/vanmorgen
Niedzielny poranek
Lernen beginnen
zontagochtend/zontagmorgen
jutrzejszego ranka
Lernen beginnen
morgenochtend
dzień dobry (6:00-12:00)
Lernen beginnen
goedemorgen
popołudnie
Lernen beginnen
de middag
tego popołudnia
Lernen beginnen
vanmiddag
poniedziałkowe popołudnie
Lernen beginnen
maandagmiddag
jutrzejsze popołudnie
Lernen beginnen
morgenmiddag
dzień dobry (12:00-18:00)
Lernen beginnen
goedemiddag
wieczór
Lernen beginnen
de navond
dziś wieczorem
Lernen beginnen
vanavond
Wtorek wieczorem
Lernen beginnen
dinsdagavond
jutrzejszy wieczór
Lernen beginnen
morgenavond
dobry wieczór (18:00-24:00)
Lernen beginnen
goedenavond
noc
Lernen beginnen
de nacht
tej nocy
Lernen beginnen
vannacht
północ
Lernen beginnen
middernacht
od
Lernen beginnen
van
do
Lernen beginnen
tot
miesiące
Lernen beginnen
maanden
Styczeń
Lernen beginnen
januari
Luty
Lernen beginnen
februari
Marzec
Lernen beginnen
maart
kwiecień
Lernen beginnen
april
Maj
Lernen beginnen
mei
Czerwiec
Lernen beginnen
juni
Lipiec
Lernen beginnen
juli
Sierpień
Lernen beginnen
augustus
Wrzesień
Lernen beginnen
september
Październik
Lernen beginnen
oktober
Listopad
Lernen beginnen
november
Grudnia
Lernen beginnen
december

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.