|
Frage |
Antworten |
|
Lernen beginnen
|
|
|
|
|
aandacht vestigen op: Hiermee vestig ik uw aandacht op het volgende (in officiële brieven). Lernen beginnen
|
|
Aandacht vestigen op: Hiermee spoor ik u Aandacht Op het Volgende (in officiel brieven).
|
|
|
aandringen op: De regering dringt aan op hulp aan Roemenië. Lernen beginnen
|
|
aandringen Op De Regering dringt aan op hulp aan Roemenië.
|
|
|
aanleiding geven tot: Dit geeft mij aanleiding tot een vraag. Lernen beginnen
|
|
Aanleiding Geven tot: This Advocate Aanleiding mij tot een vraag.
|
|
|
(in) aanmerking komen voor: De arme vrouw kwam niet in aanmerking voor hulp. Lernen beginnen
|
|
(In) aanmerking kom_war for De arme vrouw Kwam Niet in aanmerking for hulp.
|
|
|
aanmerkingen maken op: Je moet niet overal aanmerkingen op maken. Lernen beginnen
|
|
Aanmerkingen maken op: Je Moet Niet maken op Aanmerkingen overal.
|
|
|
(zich) aanpassen aan: Veel mensen vinden dat een buitenlander zich moet aanpassen aan het Lernen beginnen
|
|
(Zich) Aanpassen aan: Veel Mensen Vinden datum Een buitenlander Zich Moet Aanpassen Aan het
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
|
|
|
aanspraak maken op: Als student kun je aanspraak maken op een studiebeurs. Lernen beginnen
|
|
Aanspraak-maken op Als student kun hen Aanspraak maken op Een studiebeurs.
|
|
|
aansprakelijk zijn voor: De verzekering stelde de automobilist aansprakelijk voor de schade. Lernen beginnen
|
|
aansprakelijk are for De Verzekering stelde de automobilist aansprakelijk for the schade.
|
|
|
(een) aanzet geven tot: De presentator van het televisieprogramma gaf de aanzet tot een Lernen beginnen
|
|
(Een) AanZet Geven tot De presentator televisieprogramma blunders Van het tot Een de AanZet
|
|
|
|
Lernen beginnen
|
|
|
|
|
(zich) abonneren op: Ik heb mij op dat nieuwe weekblad geabonneerd. Lernen beginnen
|
|
(Zich) Abonneren op: Ik heb mij op de Nieuwe weekblad geabonneerd data.
|
|
|
acht slaan op: U dient acht te slaan op de kleine lettertjes... Lernen beginnen
|
|
Slaan acht op: U dient acht deze Slaan op de kleine lettertjes...
|
|
|
afbrengen van: Ik kon hem niet van dat dwaze plan afbrengen. Lernen beginnen
|
|
afbrengen van Ik Kon Niet van boord data Dwaze afbrengen plan.
|
|
|
afgaan op: Je moet niet altijd afgaan op wat er gezegd wordt. Lernen beginnen
|
|
afgaan op: Je Moet Niet Altijd afgaan op wat er Wordt Gezegde.
|
|
|
afhangen van: Het hangt van je rapportcijfers af of je overgaat. Lernen beginnen
|
|
afhangen van Het van hängt ze rapportcijfers af overgaat van hen.
|
|
|
afhankelijk zijn van: Een baby is afhankelijk van de moeder. Lernen beginnen
|
|
afhankelijk Zijn van: baby is afhankelijk Een van de moeder.
|
|
|
afhelpen van: Heeft de dokter je van die vervelende wrat afgeholpen? Lernen beginnen
|
|
afhelpen van: Heeft de Dokter van sterven vervelende hen WRAT afgeholpen?
|
|
|
afkomen op: De kinderen kwamen op de ijsman af. Lernen beginnen
|
|
afkomen Op De kinderen op de kwamen ijsman af.
|
|
|
afleiden uit: Uit zijn woorden kon ik afleiden dat het ernstig was. Lernen beginnen
|
|
afleiden uit: Uit Zijn Woorden Kon ik Het afleiden data Ernstig u.
|
|
|
afrekenen met: De ober rekende met de klant af. Lernen beginnen
|
|
Afrekenen meth De ober rekende met de Klant af.
|
|
|
afstammen van: De mens stamt waarschijnlijk af van de apen. Lernen beginnen
|
|
afstammen Van De mens van daar waarschijnlijk af van de Apen.
|
|
|
afstand doen van: De koningin deed afstand van de troon ten gunste van haar dochter. Lernen beginnen
|
|
Meetafstand DOEN van De Koningin van de meetafstand daad Troon van de Haar dochter van Gunst.
|
|
|
akkoord gaan met: Ga je akkoord met dit voorstel? Lernen beginnen
|
|
Akkoord Gaan ontmoette Ga hen Akkoord meth Voorstel dit?
|
|
|
