→ Mówimy Po Niderlandzku → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
budynek Lernen beginnen		het gebouw
sztuka Lernen beginnen		de kunst
Miejski Lernen beginnen		stadelijk
blisko Lernen beginnen		vlakbij
żegluga Lernen beginnen		de scheepvaart
Pamiętnik Lernen beginnen		het dagboek
Fundacja Lernen beginnen		de stichting
zostać (czasowo, przenocować) Lernen beginnen		logeren
latać Lernen beginnen		vliegen
lotnisko Lernen beginnen		het vliegveld
dzień roboczy Lernen beginnen		de werkdag
prawo do głosowania Lernen beginnen		het kiesrecht
ustawa Lernen beginnen		de wet
dyskryminacja Lernen beginnen		de discriminatie
buntować się przeciwko Lernen beginnen		in opstand komen tegen
społeczeństwo Lernen beginnen		de maatschappij
uzyskać rozgłos Lernen beginnen		publiciteit krijgen
tradycja Lernen beginnen		de traditie
troszczyć się o Lernen beginnen		zorgen voor
ogromny Lernen beginnen		reusachtig
posiadać Lernen beginnen		bezitten
przewidywać Lernen beginnen		voorzien
rozwiązać Lernen beginnen		oplossen
brak Lernen beginnen		het gebrek
wysiłek Lernen beginnen		de moeite
prawo Lernen beginnen		het recht
zdolności Lernen beginnen		de capaciteiten
trasa, droga Lernen beginnen		de route
zwiedzać Lernen beginnen		bezichtigen
spacerować Lernen beginnen		wandelen
obcokrajowiec, cudzoziemiec Lernen beginnen		de vreemdeling
ruch drogowy Lernen beginnen		het verkeer
turystyka Lernen beginnen		het tourisme
granica Lernen beginnen		de grens
paszport Lernen beginnen		het passport
pożegnać się Lernen beginnen		afscheid nemen
złapać pociąg Lernen beginnen		de trein halen
walizka Lernen beginnen		koffer
wycieczka Lernen beginnen		de excursie
zarządzać Lernen beginnen		besturen
stolica Lernen beginnen		de hoofdstaad
Królestwo Lernen beginnen		het koninkrijk
rząd Lernen beginnen		de regering
obywatel Lernen beginnen		de burger
wojna Lernen beginnen		de oorlog
przemoc Lernen beginnen		het geweld
naród Lernen beginnen		het volk
żołnierz Lernen beginnen		de soldaat
większość Lernen beginnen		de meerderheid
minister Lernen beginnen		de minister
mniejszość Lernen beginnen		de minderheid
demokracja Lernen beginnen		de democratie
reforma Lernen beginnen		de hervorming
uchodźca Lernen beginnen		de vluchteling
gospodarka Lernen beginnen		de economie
opozycja Lernen beginnen		oppositie
państwo Lernen beginnen		de staat
imigrant Lernen beginnen		de immigrant
konserwatywny Lernen beginnen		conservatief
burmistrz Lernen beginnen		de burgemeester
ambasada Lernen beginnen		de ambassade
konstytucja Lernen beginnen		de grondwet
liberalny Lernen beginnen		liberaal
kadencja Lernen beginnen		de ambtstermijn
rodzina królewska Lernen beginnen		Koninklijke familie
członek partii Lernen beginnen		het partijlid
monarchia Lernen beginnen		monarchie
głowa państwa Lernen beginnen		de staatshoofd
niepodległy, niezależny Lernen beginnen		onafhankelijk
premier Lernen beginnen		de premier
prezydent Lernen beginnen		de president
parlament Lernen beginnen		de parlement
oficjalnie Lernen beginnen		officieel
ojczyzna Lernen beginnen		thuisland
żartowniś Lernen beginnen		de grappenmaker
senat Lernen beginnen		senaat
polityka Lernen beginnen		de politiek
poseł Lernen beginnen		het parlementlied
republika Lernen beginnen		de republiek
demokratyczny Lernen beginnen		democratisch
socjalistyczny Lernen beginnen		socialistisch
administracja Lernen beginnen		de administratie
tygodnik Lernen beginnen		het weekblad
najmniej zaludniona prowincja Lernen beginnen		de dunst bevolkte provincie
przemysł Lernen beginnen		de industrie
należeć do Lernen beginnen		behoren tot
plaża Lernen beginnen		het strand
wydmy Lernen beginnen		de duinen
las Lernen beginnen		het bos
jezioro Lernen beginnen		het meer
pustynia Lernen beginnen		de woestijn
wyspa Lernen beginnen		het eiland
morze Lernen beginnen		de zee
rzeka Lernen beginnen		de rivier
dolina Lernen beginnen		de vallei
wybrzeże Lernen beginnen		kust
wzgórze Lernen beginnen		de heuvel
jaskinia Lernen beginnen		grot
góra Lernen beginnen		de berg
ocean Lernen beginnen		de oceaan
wodospad Lernen beginnen		de waterval
strumień Lernen beginnen		stroom
wulkan Lernen beginnen		de vulkaan
zmiana klimatu Lernen beginnen		de klimaatverandering
piasek Lernen beginnen		het zand
rafa koralowa Lernen beginnen		koraalrif
ścieżka rowerowa Lernen beginnen		het fietspad
chmura Lernen beginnen		de wolk
lingwistyka Lernen beginnen		de taalkunde
globalne ocieplenie Lernen beginnen		opwarming van de aarde
powódź Lernen beginnen		de overstroming
susza Lernen beginnen		droogte
huragan Lernen beginnen		de orkaan
grzmot Lernen beginnen		de donder
trzęsienie ziemi Lernen beginnen		aardbeving
mróz Lernen beginnen		vorst
burza Lernen beginnen		de storm
wiatr Lernen beginnen		de wind
błyskawica Lernen beginnen		bliksem
lód Lernen beginnen		het ijs
deszcz Lernen beginnen		de regen
mgła Lernen beginnen		de mist
deszczowy Lernen beginnen		regenachtig
pogoda Lernen beginnen		het weer
słoneczny Lernen beginnen		zonnig
śnieżny Lernen beginnen		besneeuwd
mroźny Lernen beginnen		ijzig
bezpośrednio Lernen beginnen		rechtstreeks
być wybranym przez Lernen beginnen		gekozen worden door
radny Lernen beginnen		de wethouder
posiedzenie np. parlamentu Lernen beginnen		de zitting
przeprowadzać wybory Lernen beginnen		verkiezingen houden
Dlaczego tak myślisz? Co ci wpadlo do głowy? Lernen beginnen		Hoe kom je daarbij?
Zwariowałeś?! Lernen beginnen		Ben jij mal?
mąka Lernen beginnen		de bloem
drożdże Lernen beginnen		de gist
równocześnie Lernen beginnen		tegelijk
chronić, przechowywać np. w lodówce Lernen beginnen		bewaren De mensen kunnen zijn levensmiddelen thuis in de koelkast bewaren
Dom towarowy Lernen beginnen		het warenhuis
system samoubsługowy Lernen beginnen		het zelfbedieningssystem
stojak, półka w sklepie Lernen beginnen		het rek
lampa nocna Lernen beginnen		de schemerlamp

Mówimy po niderlandzku

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr