Nederlands 2024

 0    458 Datenblatt    guillaumerenaud
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
gros mots et langage obscène
Lernen beginnen
scheldwoorden en schuttingtaal
d'ailleurs
Lernen beginnen
overigens
le pot-de-vin
Lernen beginnen
de omkopen
donner des ordres
Lernen beginnen
bevelen geven
les effets indésirables
Lernen beginnen
bijwerkingen
ancien, ex
Lernen beginnen
voormalig
agréable
Lernen beginnen
aangenaam
depuis longtemps
Lernen beginnen
voor een lange tijd
je ne peux pas le supporter
Lernen beginnen
ik kan het niet tegen
inquiet
Lernen beginnen
bezorgd, ongerust
la presse
Lernen beginnen
de pers
la décision
Lernen beginnen
het besluit, de beslissingen
elle a deux ans de plus que moi
Lernen beginnen
ze is twee jaar ouder dan ik
je viens de me réveiller
Lernen beginnen
ik ben net wakker (geworden)
ça semble fonctionner à peu près
Lernen beginnen
dat lijkt ongeveer te lukken
les nuisances
Lernen beginnen
de overlast
le bruit
Lernen beginnen
het lawaai
je me suis trompé
Lernen beginnen
ik heb me vergist
le nom
Lernen beginnen
deze naam, de naam
un avis, une opinion
Lernen beginnen
een advies
le trottoir
Lernen beginnen
de stoep
fermer la porte à clé
Lernen beginnen
de deur opslot doen
l'heure n'a pas d'importance pour moi tant que c'est le matin
Lernen beginnen
het tijdstip maakt mij niet uit zolang het maar in de ochtend is
si cela ne vous convient pas, cela n'a pas d'importance
Lernen beginnen
als het je niet goed uitkomt dan geeft dat niet
je ne connais mon emploi du temps que peu de temps à l'avance
Lernen beginnen
ik weet mijn rooster pas kort van te voren
démodé
Lernen beginnen
ouderwetse
la digestion
Lernen beginnen
de spijsvertering
le plat national
Lernen beginnen
het nationale gerecht
les potes, les copains
Lernen beginnen
de maatjes
l'expression
Lernen beginnen
de uitdrukking
gras
Lernen beginnen
vet
plus jamais
Lernen beginnen
nooit meer
soulever des poids
Lernen beginnen
gewichten heffen
passer du temps
Lernen beginnen
tijd besteden
bientôt
Lernen beginnen
binnenkort
le champignon
Lernen beginnen
de paddestoel
nerveux
Lernen beginnen
zenuwachtig
j'ai hâte
Lernen beginnen
ik kijk ernaar uit
probablement
Lernen beginnen
vast
paresseux
Lernen beginnen
lui
embaucher
Lernen beginnen
inhuren
obèse
Lernen beginnen
zwaarlijvig, obees
au moins
Lernen beginnen
minstens
se tromper
Lernen beginnen
zich vergissen
un camion, un poids lourd
Lernen beginnen
een vrachtwagen, een vrachtauto
le mécanicien
Lernen beginnen
de monteur
encore
Lernen beginnen
nogmaals
des hauts et des bas
Lernen beginnen
hoogtepunten en dieptepunten
je ne peux pas me plaindre
Lernen beginnen
ik kan niet klagen
autour de moi
Lernen beginnen
om mij heen
mentir, le menteur
Lernen beginnen
leugen, de leugenaar
j'ai été un peu déçu au début
Lernen beginnen
het viel me toch een beetje tegen in het begin
elle a été agrandie
Lernen beginnen
er werd uitgebreid
malgré les protestations
Lernen beginnen
ondanks protesten
les syndicats
Lernen beginnen
de vakbonden
il a pris des leçons de conduite dans une auto-école
Lernen beginnen
hij heeft rijlessen gevolgd/genomen bij een rijschool
à mon époque
Lernen beginnen
in mijn tijd
les conditions
Lernen beginnen
de voorwaarden
le démarrage en côte
Lernen beginnen
de hellingproef
la voiture qui vient de la droite
Lernen beginnen
de auto komt van rechts
céder le passage
Lernen beginnen
weggeven, voorrang geven
poli, courtois
Lernen beginnen
beleefd, hoffelijk
volontairement
Lernen beginnen
vrijwillig
elle est doué
Lernen beginnen
ze is begaafd
elle l'a embauché
Lernen beginnen
ze heeft hem aangenomen
la politesse, la courtoisie
Lernen beginnen
de beleefdheid, de hoffelijkheid
se reposer
Lernen beginnen
uitrusten
avouer
Lernen beginnen
toegeven, bekennen
inutile
Lernen beginnen
nutteloos
garder son calme
Lernen beginnen
rustig te houden
se battre
Lernen beginnen
vechten
elle les dérange, ils sont gênés par elle
Lernen beginnen
ze hebben last van haar
une dépendance
Lernen beginnen
een verslaving
s'occuper de
Lernen beginnen
zorgen voor
dans tout le pays
Lernen beginnen
in alle landen
la gare
Lernen beginnen
het treinstation
c'est aussi important, ça fait la différence
Lernen beginnen
dat scheeld ook
la chance
Lernen beginnen
het geluk
cela a mauvaise réputation
Lernen beginnen
het heeft een slechte naam
un quartier riche
Lernen beginnen
een rijke buurt, een rijke wijk
jardiner
Lernen beginnen
tuinieren
mon arrière-grand-mère
Lernen beginnen
mijn overgrootmoeder
les légumes et les fruits
Lernen beginnen
groenten en fruit
adulte
Lernen beginnen
volwassen
un appartement
Lernen beginnen
een platte
peu peuplé
Lernen beginnen
dun bevolkt
le phénomène
Lernen beginnen
het verschijnsel
ailleurs, partout
Lernen beginnen
elders
tristement célèbre
Lernen beginnen
berucht
remplacer
Lernen beginnen
vervangen
cambriolé, cambrioler
Lernen beginnen
ingebroken, inbreken
depuis quelques années
Lernen beginnen
sinds enkele jaren
digérer les graisses
Lernen beginnen
vetten verteren
l'ambulance
Lernen beginnen
de ambulance
le plus connu
Lernen beginnen
de meest bekende
exagéré
Lernen beginnen
overdreven
gardez la monnaie
Lernen beginnen
laat de rest maar zitten
l'œuvre d'art
Lernen beginnen
het kunstwerk
démodé
Lernen beginnen
verouderd
à la même heure
Lernen beginnen
tegelijkertijd
le plus proche
Lernen beginnen
de dichtstbijzijnde
mon premier voyage depuis longtemps
Lernen beginnen
mijn eerste reis sinds lange tijd
un appareil dentaire
Lernen beginnen
een beugel
une expérience de mort imminente
Lernen beginnen
een nabij de dood ervaring
un résultat favorable
Lernen beginnen
een gunstige uitslag
le mépris, le dédain
Lernen beginnen
de minachting
les six exigences de la loi
Lernen beginnen
de zes eisen van de wet
les parents ne doivent pas participer à la décision
Lernen beginnen
de ouders hoeven niet mee te beslissen
une personne que j'aime
Lernen beginnen
een persoon van wie ik hou
tout est en ordre
Lernen beginnen
alles is in orde
il souffre désespérément
Lernen beginnen
hij uitzichtloos lijdt
la demande, la requête
Lernen beginnen
het verzoek
insupportable
Lernen beginnen
ondraaglijk
évaluer si toutes les règles de la loi correspondent
Lernen beginnen
schatten of alle regels van de wet passen
l'interruption volontaire de grossesse, l'avortement
Lernen beginnen
de vrijwillige zwangerschapsafbreking, de abortus
de l'autre côté de la frontière linguistique
Lernen beginnen
aan de overkant van de taalgrens
la fatigue
Lernen beginnen
de vermoeidheid
la naissance
Lernen beginnen
de geboorte
immédiatement
Lernen beginnen
onmiddelijk
partir en vacances
Lernen beginnen
op vakantie gaan
la malchance
Lernen beginnen
de pech
ma voiture a une panne
Lernen beginnen
ik heb panne
la destination
Lernen beginnen
de bestemming
un entretien d'embauche
Lernen beginnen
een sollicitatiegesprek
je parle couramment
Lernen beginnen
ik spreek vloeiend
enregistrer un disque
Lernen beginnen
een schijf opnemen
cela m'a beaucoup plu
Lernen beginnen
ik vond het erg leuk, het heeft me goed bevallen
j'en ai rien à faire de toi
Lernen beginnen
ik heb niets met je te maken
le carburant
Lernen beginnen
de brandstoft
le pouvoir d'achat
Lernen beginnen
de koopkracht
les ressources naturelles
Lernen beginnen
de natuurlijke hulpbronnen
le taux de change
Lernen beginnen
de wisselkoers
les ressources humaines
Lernen beginnen
de personeelszaken
une réunion
Lernen beginnen
een vergadering
sa journée était finie
Lernen beginnen
zijn dag was gedaan
quelle journée de travail difficile!
Lernen beginnen
wat een moeilijke werkdag!
pour cette raison
Lernen beginnen
om die reden
l'intelligence artificielle
Lernen beginnen
kunstmatige intelligentie
considéré comme
Lernen beginnen
beschouwd als
l'imagination
Lernen beginnen
de verbeelding
remonter à la source, à la racine
Lernen beginnen
de wortel aanpakken
les sondages
Lernen beginnen
de (opinie) peilingen
le grenier, la cave
Lernen beginnen
de zolder, de kelder
dans les environs
Lernen beginnen
in de omgeving
fonder une famille
Lernen beginnen
een gezin stichten
le combat
Lernen beginnen
het gevecht
les conditions de vie
Lernen beginnen
leef omstandigheden
les grèves
Lernen beginnen
de stakingen
il y a beaucoup de grèves
Lernen beginnen
er wordt veel gestaakt
obligatoire
Lernen beginnen
verplicht
fortement conseillé
Lernen beginnen
sterk aangeraden
propre, sale
Lernen beginnen
schoon, vies
le milieu de l'année scolaire
Lernen beginnen
het midden van het schooljaar
l'oncle, la tante
Lernen beginnen
de oom, de tante
s'occuper des enfants
Lernen beginnen
zorgen voor de kinderen
les contraintes
Lernen beginnen
de beperkingen
le management par la terreur
Lernen beginnen
beheer door terreur
la vie passe si vite
Lernen beginnen
het leven gaat zo snel
démissionner
Lernen beginnen
ontslag nemen
une formation
Lernen beginnen
een training
une réunion
Lernen beginnen
een vergadering
l'expérience
Lernen beginnen
de ervaring
crier
Lernen beginnen
schreeuwen
répéter
Lernen beginnen
herhalen
s'adapter
Lernen beginnen
aanpassen
s'en sortir dans la vie
Lernen beginnen
zich door het leven slaan, zich staande houden in het leven
la misère
Lernen beginnen
de ellende
vieillir
Lernen beginnen
oud worden
gérer son argent
Lernen beginnen
zijn geld beheren
la justice
Lernen beginnen
het gerecht
le fonctionnaire, les fonctionnaires
Lernen beginnen
de ambtenaar, de ambtenaren
la vitre
Lernen beginnen
de ruit
si je ne me trompe pas
Lernen beginnen
als ik me niet vergis
le résultat
Lernen beginnen
het resultaat
le crime
Lernen beginnen
de misdaad
le territoire
Lernen beginnen
het grondgebied
le comportement
Lernen beginnen
het gedrag
le surnom
Lernen beginnen
de bijnaam
je voulais garder la R21 pour le reste de ma vie
Lernen beginnen
ik wilde de R21 mijn leven lang houden
j'ai passé une semaine en Italie
Lernen beginnen
ik ben een week in Italië geweest, doorgebracht
je m'étais préparé au pire
Lernen beginnen
ik had me op het ergste voorbereid
le marché du travail
Lernen beginnen
de arbeidsmarkt
la gestion d'une entreprise
Lernen beginnen
het bestuur van een bedrijf, de bedrijfskunde
le crédit de la maison
Lernen beginnen
het huis krediet
tu as perdu ton logement
Lernen beginnen
je bent met jouw woning kwijt
ils sont plus nombreux que vous
Lernen beginnen
ze zijn talrijker dan jullie
ils ont notre âge
Lernen beginnen
ze zijn van onze leeftijd
acquérir de l'expérience
Lernen beginnen
ervaring opdoen
le baccalauréat
Lernen beginnen
het eindexamen VWO
l'immunité
Lernen beginnen
de onschendbaarheid
alors tiens-moi au courant
Lernen beginnen
hou me dan op de hoogte
ça me convient mieux
Lernen beginnen
dat komt mij beter uit
la prise de sang
Lernen beginnen
de bloedtest
les intestins
Lernen beginnen
de darmen
l'hémorragie cérébrale
Lernen beginnen
de hersenbloeding
il n'a pas de symptomes
Lernen beginnen
hij heeft geen klachten
les globules rouges et les globules blancs
Lernen beginnen
rode bloedcellen en witte bloedcellen
le singulier et le pluriel
Lernen beginnen
de enkelvoud en de meervoud
calme, inquiet
Lernen beginnen
rustig, bezorgd
la vieillesse est une étape normale de la vie
Lernen beginnen
ouderdom is een normale levensfase
la foi religieuse
Lernen beginnen
het godsdienstig geloof
tant mieux!
Lernen beginnen
des te beter!
le détournement d'argent
Lernen beginnen
de verduistering van geld
l'éducation religieuse
Lernen beginnen
het godsdienstig onderwijs
la prière, prier
Lernen beginnen
het gebed, bidden
les Anglais
Lernen beginnen
de Engelsen
un bateau
Lernen beginnen
een boot
cela prête à confusion
Lernen beginnen
het is verwarrend, mislijdend
habituellement, en principe
Lernen beginnen
normaal gesprokken
éviter
Lernen beginnen
vermijden
le trafic
Lernen beginnen
de verkeer
une voiture moins polluante
Lernen beginnen
een minder vervuilende auto
une amende
Lernen beginnen
een boete
lorsque j'ai été opéré l'année dernière
Lernen beginnen
toen ik vorige jaar geopereerd werd
des travaux de carrosserie
Lernen beginnen
carrosseriewerk
le mécanicien, carrossier
Lernen beginnen
de automonteur
le contrôle technique
Lernen beginnen
de APK (algemene periodieke keuring)
c'est plus sévère
Lernen beginnen
het is ernstiger
la rouille, la corrosion
Lernen beginnen
het roest, de corrosie
les voitures fabriquées avant 1995
Lernen beginnen
auto's geproduceerd/gefabriceerd/gemaakt vóór 1995
licencier quelqu'un
Lernen beginnen
iemand ontslaan
l'offre et la demande
Lernen beginnen
vraag en aanbod
une voiture d'occasion
Lernen beginnen
een tweedehands auto
il a réussi les deux
Lernen beginnen
hij is geslaagd voor allebei
détendu
Lernen beginnen
ontspannen
conduite accompagnée
Lernen beginnen
begeleid rijden
forcer
Lernen beginnen
dwingen
un pot de confiture
Lernen beginnen
een pot confituur
les habitudes
Lernen beginnen
de gewoontes
en détails
Lernen beginnen
in detail
avare, radin
Lernen beginnen
gierig
préparer le petit déjeuner
Lernen beginnen
het ontbijt voorbereiden
chacun a ses habitudes
Lernen beginnen
iedereen heeft zijn gewoontjes
une étape sur la route des vacances
Lernen beginnen
een stap op de weg naar de vakantie
enthousiaste
Lernen beginnen
enthousiast
je me rappelle
Lernen beginnen
ik herinner me
les lunettes
Lernen beginnen
de bril
je dois vérifier
Lernen beginnen
dat moet ik even checken, controleren
à une heure
Lernen beginnen
om een uur
secrètement
Lernen beginnen
stiekem
pécher
Lernen beginnen
zondigen
attrayant
Lernen beginnen
aantrekkelijk
puis il s'est avéré que
Lernen beginnen
toen bleek dat
coupable
Lernen beginnen
zondig
seulement
Lernen beginnen
enkel
je me suis préparé
Lernen beginnen
ik zette me schrap
envahir
Lernen beginnen
binnenvallen
je regardais, j'ai regardé
Lernen beginnen
ik keek, ik heb gekeken
certains passages ont été coupés
Lernen beginnen
er zijn sommige fragmenten uitgeknipt
le drapeau
Lernen beginnen
de vlag
je chantais, j'ai chanté
Lernen beginnen
ik zong, ik heb gezongen
la femme qui a chanté l'hymne national et qui portait notre drapeau
Lernen beginnen
de vrouw die het volkslied zong en onze vlag droeg
mes fils sont en vacances avec leur mère
Lernen beginnen
mijn zonen zijn op vakantie met hun moeder
nous mangeons dans un restaurant de cuisine simple ou chez toi
Lernen beginnen
we eten in een eenvoudig frans restaurant of bij jou thuis
dans sa jeunesse
Lernen beginnen
in zijn/haar jeugd
recevoir, accueillir
Lernen beginnen
ontvangen, verwelkomen
j'ai perdu mes clés
Lernen beginnen
ik ben mijn sleutels kwijt
as-tu perdu quelque chose?
Lernen beginnen
ben je iets kwijt?
il a perdu son portefeuille
Lernen beginnen
hij is zijn portemonnee kwijt
la maison d'en face
Lernen beginnen
het huis tegenover, aan de overkant
le quartier, la banlieue
Lernen beginnen
de wijk, de wijken
pour répondre à ta question
Lernen beginnen
om in te gaan op je vraag
cassé, remplacé
Lernen beginnen
afgebroken, vervangen
les endroits où la police n'ose plus aller
Lernen beginnen
plaatsen waar de politie niet meer durft te komen
retirer de l'argent
Lernen beginnen
geld onttrekken
causé par
Lernen beginnen
veroorzaakt door
le gouvernement a été attaqué
Lernen beginnen
de regering was aangevallen
la maison doit être rénovée
Lernen beginnen
het huis moet opgeknapt worden
commettre un crime
Lernen beginnen
een misdaad plegen/begaan
la signification
Lernen beginnen
de betekennis
après-demain
Lernen beginnen
overmorgen
il fait plus de trente degrés
Lernen beginnen
het is meer dan dertig graden
les croyants
Lernen beginnen
de gelovigen
l'incident
Lernen beginnen
het voorval
obéir
Lernen beginnen
gehoorzamen
refuser
Lernen beginnen
weigeren
le pouvoir
Lernen beginnen
de macht
la conversation
Lernen beginnen
het gesprek
le roi a un devoir de neutralité
Lernen beginnen
de koning heeft een plicht van neutraliteit
elle se remet lentement après son opération
Lernen beginnen
ze knapt langzaam op na haar operatie
ils ont éliminé le témoin
Lernen beginnen
ze hebben de getuige opgeknapt
le logement
Lernen beginnen
de huisvesting
je suis sûr, ce quartier est sûr
Lernen beginnen
ik ben zeker, deze buurt is veilig
célèbre, tristement célèbre
Lernen beginnen
beroemd, berucht
la pénurie de logements
Lernen beginnen
het woningtekort
laisser quelqu'un faire le boulot
Lernen beginnen
iemand het vuile werk laten opknappen
la fourchette, le couteau
Lernen beginnen
de vork, het mes
la cuillère, l'assiette
Lernen beginnen
de lepel, het bord
le lave-vaisselle
Lernen beginnen
de vaatwasser
faire la vaisselle
Lernen beginnen
de afwas doen
la machine à laver, laver le linge
Lernen beginnen
de wasmachine, de kleding wassen
faire le ménage
Lernen beginnen
het huishouden doen
faire la lessive
Lernen beginnen
de was doen
nous avons réservé une table pour dix-neuf heures
Lernen beginnen
we hebben een tafel voor negentien uur gereserveerd
il n'y a pas de routes à péage
Lernen beginnen
er zijn geen tolwegen
je m'appuie sur toi
Lernen beginnen
ik leun op jou
timide
Lernen beginnen
verlegen
ça vaut vraiment le coup de revenir
Lernen beginnen
wel de moeite waard om er nog eens voor terug te komen
sur la route c'est pas trop mal
Lernen beginnen
op de weg valt het wel mee
ça prend toujours plus de temps que tu ne le penses
Lernen beginnen
het duurt altijd langer dan je van te voren denkt
tous mes amis sont là
Lernen beginnen
al mijn vrienden zijn hier
tout le monde est là
Lernen beginnen
alle mensen zijn hier
tous les livres sont intéressants
Lernen beginnen
alle boeken zijn interessant
je comprends tout
Lernen beginnen
ik begrijp alles
si j'avais été à la maison, je l'aurais regardé
Lernen beginnen
als ik thuis was, had ik het wel gekeken
qualifié, compétent
Lernen beginnen
bekwaam, competent
ils parlent entre eux
Lernen beginnen
ze praten onder elkaar
la tâche
Lernen beginnen
de vlek
il y a quelques années
Lernen beginnen
enkele jaren geleden
depuis quelques années
Lernen beginnen
sinds enkele jaren
tu dois faire attention à ce que
Lernen beginnen
je moet oppassen, dat
l'échange
Lernen beginnen
de uitwisseling
je l'ai rencontré
Lernen beginnen
ik heb hem/haar ontmoet
je cherchais
Lernen beginnen
ik zocht (niet: zoekde)
quand j'étais enfant
Lernen beginnen
toen ik kind was (niet: wanneer)
je n'approuve pas
Lernen beginnen
ik keur het niet goed
c'est décevant
Lernen beginnen
het valt tegen
le partisan, le supporter
Lernen beginnen
de voorstander
si nécessaire
Lernen beginnen
desnoods
à l'envers
Lernen beginnen
ondersteboven
les soins
Lernen beginnen
de zorg
canadien
Lernen beginnen
Canadees
d'abord
Lernen beginnen
ten eerste
à quoi penses-tu?
Lernen beginnen
waar denk je aan?
être licencié
Lernen beginnen
onstlag worden
la catastrophe
Lernen beginnen
de ramp
faire du profit
Lernen beginnen
winst maken
économiser de l'argent
Lernen beginnen
geld besparen
le logement public, social
Lernen beginnen
de volksrijdsvesting
pressé
Lernen beginnen
druk
le malentendu
Lernen beginnen
het misverstand
subir un traitement
Lernen beginnen
een behandeling doorstaan
principalement pendant la journée
Lernen beginnen
voornamelijk overdag
il me distrait pendant le travail
Lernen beginnen
hij leidt me af tijdens het werk
j'adore les pizzas
Lernen beginnen
ik ben dol op pizza's
enlever
Lernen beginnen
afnemen
je me souviens que
Lernen beginnen
ik herinner me, dat
cette région, cette raison
Lernen beginnen
deze regio, deze reden (niet: dit)
le chauffeur est pressé
Lernen beginnen
de chauffeur is gehasst, heeft haast
je l'ai remarqué
Lernen beginnen
ik heb het gemerkt
le rond-point
Lernen beginnen
de rotonde
amusant
Lernen beginnen
amusant, grappig
remplacer
Lernen beginnen
vervangen
ils font peu d'efforts pour
Lernen beginnen
ze doen weinig moeite om
sérieux
Lernen beginnen
ernstig, serieus
la conséquence
Lernen beginnen
het gevolg, de consequentie
curieux
Lernen beginnen
nieuwsgierig, benieuwd, curieus
le son
Lernen beginnen
de klank
la signification
Lernen beginnen
de betekenis
la victoire
Lernen beginnen
de overwinning
équipé de
Lernen beginnen
uitgerust met
à la mode, démodé
Lernen beginnen
modieus, ouderwets
ils parlent entre eux
Lernen beginnen
ze praten met elkaar, onder elkaar
cela a été inventé par les français
Lernen beginnen
dat is uitgevonden door de Fransen
je regarde la télévision, je regarde un programme/une émission à la télévision
Lernen beginnen
ik kijk televisie, ik kijk naar een programma/een uitzending op televisie
depuis l'étranger
Lernen beginnen
vanuit het buitenland
le harcèlement
Lernen beginnen
de pesten
ils ont un intérêt
Lernen beginnen
ze hebben er belang bij
à l'école
Lernen beginnen
op school
sur le toit
Lernen beginnen
op het dak
obéir
Lernen beginnen
gehoorzamen
le pouvoir de décision
Lernen beginnen
beslissingsmacht
soupçonné
Lernen beginnen
verdacht, vermoedelijk
il a été jugé, condamné
Lernen beginnen
hij werd berecht, veroordeeld
depuis longtemps
Lernen beginnen
sinds lang, sinds lange tijd
c'est fini
Lernen beginnen
het is voorbij
j'ai raison, j'ai tort
Lernen beginnen
Ik heb gelijk, ik heb het ongelijk
fondé
Lernen beginnen
opgericht
plus puissant
Lernen beginnen
krachtiger
il ne reste presque rien
Lernen beginnen
er is bijna niets meer over
généreux
Lernen beginnen
genereus
le salaire
Lernen beginnen
het salaris, het loon
l'infirmière
Lernen beginnen
de verpleegkundige
travailler à son compte
Lernen beginnen
voor zichzelf werken
dépenser de l'argent
Lernen beginnen
geld uitgeven
ça me manque
Lernen beginnen
ik mis het
les conditions
Lernen beginnen
de voorwaarden
c'est faux, c'est vrai
Lernen beginnen
het is vals, het is waar
les décorations de Noël
Lernen beginnen
de Kerstversieringen
tout seul
Lernen beginnen
in zijn eentje
il y a longtemps
Lernen beginnen
heel lang geleden
depuis ce temps
Lernen beginnen
sinds die tijd, sinds dat moment
criminalité
Lernen beginnen
de misdaad, de criminaliteit
des bandes criminelles
Lernen beginnen
criminele bendes
le trafic de drogues
Lernen beginnen
de drugshandel
résoudre un problème
Lernen beginnen
een probleem oplossen
les drogués
Lernen beginnen
de drugsverslaafden
parmi eux
Lernen beginnen
onder hen
l'enfance
Lernen beginnen
de kindertijd
grandir, les enfants grandissent
Lernen beginnen
opgrooien, de kinderen grooien op
ce qu'il y a dedans
Lernen beginnen
wat er in zet
verser dans un verre, versé dans le verre
Lernen beginnen
in een glas gieten, in het glas gegoten
c'est vraiment pas mal
Lernen beginnen
dat valt veel mee
je m'attendais à cela
Lernen beginnen
ik had dit verwacht
ma mère me fait souvent des réflexions désagréables
Lernen beginnen
mijn moeder maakt vaak onaangename opmerkingen tegen mij
supporter quelque chose
Lernen beginnen
iets verdragen
prendre ses distances avec quelqu'un
Lernen beginnen
afstand nemen van iemand
par contre
Lernen beginnen
integendeel, anderzijds
s'occuper de
Lernen beginnen
zorgen voor
loin, plus loin, le plus loin
Lernen beginnen
ver, verder, het verste
la vie professionnelle
Lernen beginnen
het professionele leven
moins souvent
Lernen beginnen
minder vaak
ils sont au lycée
Lernen beginnen
ze zitten op de middelbare school
les prévisions météo
Lernen beginnen
de weersverwachting
gratter les vitres de la voiture
Lernen beginnen
de autoruiten krabben
quand il est parti en retraite
Lernen beginnen
toen hij met pensioen ging
ça donne envie d'en manger/savoir plus
Lernen beginnen
het smaakt naar meer
la tombe, le comte
Lernen beginnen
het graf, de graaf
à mi-chemin
Lernen beginnen
halverwege
passer du temps
Lernen beginnen
tijd doorbrengen
travailler ensemble avec
Lernen beginnen
samen optrekken met
être utilisé
Lernen beginnen
in gebruik zijn
plus ou moins
Lernen beginnen
min of meer
le citadin
Lernen beginnen
de stedeling
le public
Lernen beginnen
het publiek
en particulier
Lernen beginnen
in het bijzonder
cela ne me laisse pas indifférent
Lernen beginnen
het laat me niet onverschillig
l'âge d'or
Lernen beginnen
de gouden eeuw
la piste d'aterrissage
Lernen beginnen
de landingsbaan
atterrir, décoller
Lernen beginnen
landen, opstijgen
la compagnie aérienne
Lernen beginnen
de luchtvaartmaatschappij
rural
Lernen beginnen
landelijk
comparer
Lernen beginnen
vergelijken
dans la vie de tous les jours
Lernen beginnen
in het dagelijks leven
ils descendent dans la rue
Lernen beginnen
ze gaan de straat op
fake news
Lernen beginnen
nepnieuws
l'expert
Lernen beginnen
de deskundige
absurdité
Lernen beginnen
ontzin
nous avons montré que
Lernen beginnen
we lieten zien dat
le représentant
Lernen beginnen
de vertegenwoordiger
elle est chargée de
Lernen beginnen
ze is bevoegd voor
il doit veiller à ce que
Lernen beginnen
hij moet erop toezien
la quantité est limitée
Lernen beginnen
de hoeveelheid is beperkt
réaliser
Lernen beginnen
beseffen, zich realiseren
le contraire, au contraire
Lernen beginnen
het tegendeel, in tegendeel
je suis impressionné par
Lernen beginnen
ik ben onder de indruk van
n'importe quel sujet
Lernen beginnen
welk onderwerp dan ook
les conjugaisons, conjuguer un verbe
Lernen beginnen
de vervoegingen, een werkwoord vervoegen
les sonorités de la langues
Lernen beginnen
de klanken van de tal
les nuances
Lernen beginnen
de nuances
la syllabe
Lernen beginnen
de lettergreep
ça m'a pris du temps
Lernen beginnen
het heeft me tijd gekost
évident
Lernen beginnen
duidelijk
la logique
Lernen beginnen
de logica
l'objet, la chose
Lernen beginnen
het ding
la taille moyenne des exploitations agricoles
Lernen beginnen
de gemiddelde grootte van landbouwbedrijven
le concurrent, l'adversaire
Lernen beginnen
de tegenstander
compatible
Lernen beginnen
verenigbaar
par contre
Lernen beginnen
daarentegen, anderzijds
payer en liquide
Lernen beginnen
contant betalen
la dinde
Lernen beginnen
de kalkoen
éplucher les châtaignes
Lernen beginnen
kastanjes pellen
cru
Lernen beginnen
rauw
hériter
Lernen beginnen
erven
la pauvreté
Lernen beginnen
de armoede
la période
Lernen beginnen
de periode
l'épine
Lernen beginnen
de stekel
l'échange
Lernen beginnen
de uitwisseling

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.