Nederlands - kolejność słów

 0    18 Datenblatt    mike_13
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Oni teraz śpią.
Lernen beginnen
Ze slapen nu.
Szklanka jest teraz pusta.
Lernen beginnen
Het glas is nu leeg.
Oni budują teraz dom.
Lernen beginnen
Ze bouwen nu een huis.
Czasami jesz mięso.
Lernen beginnen
Jij eet soms vlees.
On może spać.
Lernen beginnen
Hij slaapt misschien.
Widzimy go tam.
Lernen beginnen
We zien hem daar.
Tutaj jest zimno.
Lernen beginnen
Het is koud hier / Het is hier koud.
Jego torba jest tam.
Lernen beginnen
Zijn tas is daar.
Dama nas teraz słyszy.
Lernen beginnen
De mevrouw hoort ons nu.
Być może nie gotujesz.
Lernen beginnen
Jij kookt misschien niet.
Być może jesteś kaczką.
Lernen beginnen
Je bent misschien een eend.
On być może śpi.
Lernen beginnen
Hij slaapt misschien.
Czasem mnie widzisz.
Lernen beginnen
Je ziet mij soms.
On tam jest.
Lernen beginnen
Hij is daar.
Ona tu jest.
Lernen beginnen
Ze is hier.
Być może nie gotujesz.
Lernen beginnen
Jij kookt misschien niet.
Nie ma teraz na głowie kapelusza. (on)
Lernen beginnen
Hij draagt nu geen hoed.
Twoje skarpetki są tutaj.
Lernen beginnen
Jouw sokken zijn hier.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.