Nederlands - kolory

 0    22 Datenblatt    mike_13
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Mężczyzna ma zieloną książkę.
Lernen beginnen
De man heeft een groen boek.
Wszyscy mają na sobie biały kapelusz.
Lernen beginnen
Iedereen draagt een witte hoed.
Czy jabłko jest zielone?
Lernen beginnen
Is de appel groen?
Szare jajko.
Lernen beginnen
Een grijs ei.
Mam różowy talerz.
Lernen beginnen
Ik heb een roze bord.
Stary, szary dżentelmen nas nie słyszy.
Lernen beginnen
De oude, grijze meneer hoort ons niet.
Zielony obiad.
Lernen beginnen
Het groene middageten.
Widzisz pomarańczowe talerze.
Lernen beginnen
Jij ziet oranje borden.
Tak, chcę białą owcę.
Lernen beginnen
Ja, ik wil een wit schaap.
Ona ma na sobie różowe ubrania.
Lernen beginnen
Zij draagt roze kleren.
Zielona zupa jest zimna.
Lernen beginnen
De groene soep is koud.
Pies nie widzi kolorów.
Lernen beginnen
De hond ziet geen kleuren.
Wszystko jest niebieskie.
Lernen beginnen
Alles is blauw.
Królik jest biały i brązowy.
Lernen beginnen
Het konijn is wit en bruin.
Jego kapelusz ma ciekawy kolor.
Lernen beginnen
Zijn hoed heeft een interessante kleur.
Jej kolor jest różowy.
Lernen beginnen
Haar kleur is roze.
Żółte talerze.
Lernen beginnen
Gele borden.
Nasza spódnica jest czarna.
Lernen beginnen
Onze rok is zwart.
Nie mam sera pleśniowego.
Lernen beginnen
Ik heb geen blauwe kaas.
Mam brązowy kapelusz.
Lernen beginnen
Ik heb een bruine hoed.
Czarny pająk.
Lernen beginnen
Een zwarte spin.
Moja spódnica nie jest żółta.
Lernen beginnen
Mijn rok is niet geel.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.