Nederlands - przymiotniki 2

 0    35 Datenblatt    mike_13
Lernen beginnen

mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Pije drogie wino.
Lernen beginnen
Zij drinkt dure wijn.
De wijn, nieokreślony
Masz pełny talerz makaronu.
Lernen beginnen
Jij hebt een vol bord pasta.
Het bord, nieokreślony
Warzywa są świeże.
Lernen beginnen
De groente is vers.
niezależny
Pełne talerze makaronu.
Lernen beginnen
De volle borden pasta.
liczba mnoga
Dobre truskawki są drogie.
Lernen beginnen
Goede aardbeien zijn duur.
1. liczba mnoga, 2. niezależny
To nie jest ważne.
Lernen beginnen
Het is niet belangrijk.
niezależny
Ona jest ważną kobietą.
Lernen beginnen
Zij is een belangrijke vrouw.
De vrouw, nieokreślony
Czy macie świeże ryby?
Lernen beginnen
Hebben jullie verse vis?
liczba mnoga
Czy to tanie jajko?
Lernen beginnen
Is het een goedkoop ei?
Het ei, nieokreślony
Jemy tani posiłek.
Lernen beginnen
Wij eten een goedkope maaltijd.
De maaltijd, nieokreślony
Mięso jest tanie.
Lernen beginnen
Het vlees is goedkoop.
Het vlees, określony
Dziecko ma pusty talerz.
Lernen beginnen
Het kind heeft een leeg bord.
Het bord, nieokreślony
Kot je świeże jajko.
Lernen beginnen
De kat eet een vers ei.
Het ei, nieokreślony
Jem świeże owoce.
Lernen beginnen
Ik eet het verse fruit.
liczba mnoga
Jesteś ciekawy, tak jak dobra książka.
Lernen beginnen
Jij bent interessant, net zoals een goed boek.
Het boek, nieokreślony
Tak jak.
Lernen beginnen
Net zoals.
Czysty talerz jest pusty.
Lernen beginnen
Het schone bord is leeg.
1. określony, 2. niezależny
czysty
Lernen beginnen
schoon
pusty
Lernen beginnen
leeg
Nie piję gorącego piwa.
Lernen beginnen
Ik drink geen warm bier.
Het bier, nieokreślony
Piję ciepłe piwo.
Lernen beginnen
Ik drink warm bier.
Het bier, nieokreślony.
Jesz gorącą zupę.
Lernen beginnen
Jij eet warme soep.
De soep, nieokreślony
Ludzie są jak owce.
Lernen beginnen
Mensen zijn zoals schapen.
To jest zimne.
Lernen beginnen
Dat is koud.
niezależny
To jest ciche.
Lernen beginnen
Het is rustig.
niezależny
cichy
Lernen beginnen
rustig
Ciche zwierzęta śpią.
Lernen beginnen
De rustige dieren slapen.
liczba mnoga
Krowy piją zimną wodę.
Lernen beginnen
De koien drinken koud water.
Het water, nieokreślony
Dziewczyna nie pije zimnej kawy.
Lernen beginnen
Het meisje drinkt geen koude koffie.
De koffie, nieokreślony
Mamy ciekawe/interesujące dzieci.
Lernen beginnen
Wij hebben interessante kinderen.
liczba mnoga
Dziewczyny widzą ciekawego pająka.
Lernen beginnen
De meisjes zien en interessante spin.
De spin, nieokreślony
Ona jest spokojna.
Lernen beginnen
Zij is rustig.
niezależny
Zimny makaron jest smaczny.
Lernen beginnen
Koude pasta is lekker.
De pasta, nieokreślony
Jesz gorącą zupę.
Lernen beginnen
Jij eet warme soep.
De soep, nieokreślony
Krowa jest czysta.
Lernen beginnen
De koe is schoon.
niezależny
Karteikarten erstellen
Nederlands, Vlaams

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.