Niderlandzki Fiszki 22

 0    30 Datenblatt    karoltabaka
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Jaki jest sens szkoły?
Lernen beginnen
Wat is het nut van de school?
Język międzynarodowy byłby ogromną korzyścią dla ludzkości.
Lernen beginnen
Een internationale taal zou de mensheid een enorm van nut zijn.
Mój brat nie tylko sporządził plan, ale też go zrealizował.
Lernen beginnen
Mijn broer heeft het plan niet alleen opgesteld, maar ook uitgevoerd.
Byłem zmuszona zrezygnować z planu.
Lernen beginnen
Ik was gedwongen te stoppen met het plan.
Nowy plan zadziałał dobrze.
Lernen beginnen
Het nieuwe plan werkte goed.
Mój plan różni się od twojego.
Lernen beginnen
Mijn plan verschilt van het jouwe.
Planujesz wyjazd za granicę?
Lernen beginnen
Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?
Ona kierowała planowaniem projektu.
Lernen beginnen
Ze leidde de planning van het project.
Warto wypróbować ten plan.
Lernen beginnen
Dit plan is het proberen waard.
Co jest na stole?
Lernen beginnen
Wat ligt er op tafel?
Co leży u podstaw strachu?
Lernen beginnen
Wat ligt er aan de basis van angst?
Co jest na biurku?
Lernen beginnen
Wat ligt er op het bureau?
To są trudne czasy.
Lernen beginnen
Het zijn moeilijke tijden.
Jaką bułkę chcesz?
Lernen beginnen
Wat voor soort broodje wil je?
Jakie owoce chcesz?
Lernen beginnen
Wat voor soort fruit wil je?
Jakie programy telewizyjne lubisz?
Lernen beginnen
Van wat voor soort televisieprogramma’s hou je?
Jaki rodzaj muzyki lubisz?
Lernen beginnen
Wat voor soort muziek hou je van?
Jakim człowiekiem jest Marcin?
Lernen beginnen
Wat voor een soort persoon is Martin?
Jaki rodzaj słodyczy jest Twoim ulubionym?
Lernen beginnen
Wat voor soort snoep is je favoriet?
Czy wiesz, co to za kwiat?
Lernen beginnen
Weet je wat voor soort bloem dit is?
Jaki rodzaj owoców lubisz najbardziej?
Lernen beginnen
Wat voor soort fruit hou je het meest van?
Jakiej pracy szukasz?
Lernen beginnen
Wat voor soort werk zoek jij?
Jakiego rodzaju książkę chcesz?
Lernen beginnen
Wat voor soort boek wil je hebben?
Jakiego rodzaju dowodu potrzebujesz?
Lernen beginnen
Wat voor soort bewijs heb je nodig?
Nie pracuję teraz i prowadzę mniej gorączkowe życie.
Lernen beginnen
Ik werk nu niet en ik leid een minder hectisch leven.
Tłum w centrum handlowym szalał.
Lernen beginnen
De menigte in het winkelcentrum was hectisch.
Normalnie nie jestem taki nerwowy. Przepraszam, zwykle nie jestem taki rozgorączkowany.
Lernen beginnen
Ik ben normaal niet zo hectisch. Sorry, I'm not usually this frantic.
Francja leży w Europie Zachodniej.
Lernen beginnen
Frankrijk ligt in West-Europa.
Wszędzie dobrze ale w domu najlepiej.
Lernen beginnen
Oost, west, thuis best.
Lubię kulturę zachodnią.
Lernen beginnen
Ik houd van de westerse cultuur.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.