→ Niderlandzki → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
bezposrednio Lernen beginnen		direct
miec na sobie Lernen beginnen		om te dragen
on stoi tam Lernen beginnen		hij staat daar
gdzieś Lernen beginnen		ergens
nosic Lernen beginnen		dragen
garnitur Lernen beginnen		pak
sukienka Lernen beginnen		kleden
koszula Lernen beginnen		overhemd
krawat Lernen beginnen		binden
spódnica Lernen beginnen		rok
płaszcz Lernen beginnen		coat
sweter Lernen beginnen		trui
spodnie Lernen beginnen		broek
pasek Lernen beginnen		bar
bluzka Lernen beginnen		blouse
dres Lernen beginnen		trainingspak
szalik Lernen beginnen		sjaal
bielizna Lernen beginnen		ondergoed
kapelusz Lernen beginnen		hoed
opowiedz no Lernen beginnen		vertel eens
historia sztuki Lernen beginnen		kunstgeschiedenis
mow mi na ty Lernen beginnen		zeg maar jij
zlecenie Lernen beginnen		opdracht
nazwisko Lernen beginnen		achternaam
imie Lernen beginnen		voornaam
polka Lernen beginnen		Poolse
plan miasta Lernen beginnen		stadsplattegrond
zabytki Lernen beginnen		bezienswaardigheden
wycieczka statkiem Lernen beginnen		rondvaart
co godzine Lernen beginnen		elk uur
w poblizu Lernen beginnen		vlakbij
do usług Lernen beginnen		tot uw dienst
informacja o Lernen beginnen		informatie over
wystawa Lernen beginnen		tentoonstelling
czy sa jakies specjalne imprezy Lernen beginnen		zijn er bijzondere activiteiten
płyniemy Lernen beginnen		we waren
wieza Lernen beginnen		toren
szeroki Lernen beginnen		breed
najwezszy Lernen beginnen		smalste
oprowadzanie Lernen beginnen		rondleidingen
co to za kanal Lernen beginnen		wat voor gracht is dat
czy maja panstwo jeszcze wolne pokoje Lernen beginnen		hebt u nog kamers vrij?
pokoj Lernen beginnen		kamer
wszyscy Lernen beginnen		alle
wszystko Lernen beginnen		allemaal
na noc Lernen beginnen		per nacht
jak drogi Lernen beginnen		hoe duur
czy jest tutaj parking Lernen beginnen		is er een parkeerplaats hier
juz Lernen beginnen		al
wytrawne wino Lernen beginnen		droge wijn
w czym moge sluzyc? Lernen beginnen		zegt u het maar
przystawka Lernen beginnen		voorgerecht
pol kurczaka Lernen beginnen		een halve kip
danie glowne Lernen beginnen		het hoofdgerecht
pasztecik miesny Lernen beginnen		vleespasteitje
kelner Lernen beginnen		ober
rachunek Lernen beginnen		rekening
otwarte 24 h Lernen beginnen		24 uur geopend
wnioskowac Lernen beginnen		aanvragen
inicjal Lernen beginnen		voorletter
zaleta Lernen beginnen		voordeel
haslo Lernen beginnen		wachtwoord
dostawac Lernen beginnen		ontvangen
robic zakupy Lernen beginnen		doen boodschapen
potem Lernen beginnen		na
nastepnie Lernen beginnen		dan
chleb Lernen beginnen		het brood
sluchac muzyki Lernen beginnen		naar muziek luisteren
wstawac Lernen beginnen		opstaan
krawiec Lernen beginnen		kleermaker
odbierac Lernen beginnen		halen
prasowac Lernen beginnen		strijken
w ciągu tygodnia Lernen beginnen		tijdens de week
odkurzac Lernen beginnen		stofzuigen
gazeta Lernen beginnen		krant
biegac Lernen beginnen		hardlopen
gry Lernen beginnen		spelltjes
myc zeby Lernen beginnen		tanden poetsen
isc pieszo Lernen beginnen		ga te voet
zaczynac cos Lernen beginnen		beginnen te...
pomimo Lernen beginnen		ondanks
isc z kims Lernen beginnen		meegaan
zwierze Lernen beginnen		dier het
ogrod Lernen beginnen		Tuin
dokad idziesz? Lernen beginnen		waar ga je naartoe
umawiac sie na spotkanie Lernen beginnen		een afspraak maken
u Lernen beginnen		bij
przystanek autobusowy Lernen beginnen		bushalte
wejscie Lernen beginnen		ingang
ona jeszcze tego nie wie. Lernen beginnen		dat weet ze nog niet.
przykro mi Lernen beginnen		Het spijt me
byc moze innym razem Lernen beginnen		misschien een andere keer
byc moze Lernen beginnen		misschien
poswiecenie Lernen beginnen		inzegening
slub Lernen beginnen		het huwelijk
zspraszac na Lernen beginnen		uitnodigen op
wiadomość Lernen beginnen		bericht het
zaproszenie Lernen beginnen		uitnodiging
wysylac Lernen beginnen		sturen
wychodzic za mąż Lernen beginnen		trouwen
mam ochote na... Lernen beginnen		ik heb trek in
wasy Lernen beginnen		snor
dzwonic Lernen beginnen		bellen
z nim Lernen beginnen		met hem
ciemny Lernen beginnen		donker
rzeczywiscie Lernen beginnen		werkelijk
znowu Lernen beginnen		weer
oni nigdy nie są na czas Lernen beginnen		ze zijn nooit op tijd
latwy Lernen beginnen		makkelijk
potrzebować Lernen beginnen		nodig hebben
konczyc sie Lernen beginnen		eindigen
poltorej godziny Lernen beginnen		anderhalf uur
basen Lernen beginnen		zwembad het
garnek, szklany pojemnik, sloik Lernen beginnen		pot
karton, opakowanie kartonowe Lernen beginnen		doos
tabliczka czekolady Lernen beginnen		reep
krawiec Lernen beginnen		kleermaker
prasowac Lernen beginnen		strijken
w ciagu tygodnia Lernen beginnen		doordeweeks
odkurzac Lernen beginnen		stofzuigen
pomimo Lernen beginnen		ondanks
szczesliwego nowego roku Lernen beginnen		gelukkig nieuwjaar
chcesz isc ze mna Lernen beginnen		ga je mee?
muzeum Lernen beginnen		museum het
kino Lernen beginnen		bioscoop
dokad idziesz Lernen beginnen		waar ga je naartoe
biblioteka Lernen beginnen		bibliotheek
przystanek Lernen beginnen		bushalte
wejscie Lernen beginnen		ingang
szkoda Lernen beginnen		jammer
przykro mi Lernen beginnen		Het spijt me
przed jaka data musi linda dac znac ze przyjdzie Lernen beginnen		voor welke datum moet Linda laten weten of ze komt
wszystkiego najlepszego z okazji ślubu Lernen beginnen		van harte gefeliciteerd met huwelijk
stawac sie Lernen beginnen		worden
spotkanie przy alkoholu Lernen beginnen		borrel
daj znac czy przyjdziesz Lernen beginnen		laat even weten of je komt
ocena Lernen beginnen		cijfer
czy moge o cos zapytac? Lernen beginnen		mag ik iets vragen
pozdrowienia Lernen beginnen		groetjes
reakcja na Lernen beginnen		reactie op
robie cos innego Lernen beginnen		Ik doe iets anders
wczesnie Lernen beginnen		vroeg
na spotkanie Lernen beginnen		bij afspraken
podroz Lernen beginnen		reis
drzwi Lernen beginnen		deur
kroliczek Lernen beginnen		konijntje het
juz dlugo Lernen beginnen		voor een lange tijd
na zdjeciu po lewej Lernen beginnen		op de linkerfoto
ubrania Lernen beginnen		kleren
zakryty np buty Lernen beginnen		dicht
wisiec na Lernen beginnen		hangen op
trzymac, lapac Lernen beginnen		pakken
powazny Lernen beginnen		serieus
ziemia Lernen beginnen		grond
wies Lernen beginnen		dorp het
es Lernen beginnen		er
poczta Lernen beginnen		postkantoor het
mieso Lernen beginnen		vlees het
norweski Lernen beginnen		Noors
norweg Lernen beginnen		Noors
woda Lernen beginnen		water het
bardzo Lernen beginnen		zeer, erg
rozmowa o pracę Lernen beginnen		werkbespreking
uwaga Lernen beginnen		aandacht
niestety to nie zawsze sie udaje Lernen beginnen		helaas lukt dat altijd
malo Lernen beginnen		weinig
nastepnie Lernen beginnen		daarna
niektorzy Lernen beginnen		sommige
zastepowac Lernen beginnen		aflossen
przyjmowac, zazywac Lernen beginnen		innemen
co 1,2 godziny Lernen beginnen		om de 1,2 uur
dla obydwu Lernen beginnen		voor beide
list lekarza do lekarza Lernen beginnen		verwijsbrief
w razie potrzeby Lernen beginnen		indien nodig
kiedykolwiek Lernen beginnen		ooit
przejsc czyjes oczekiwania Lernen beginnen		meevallen
notowac Lernen beginnen		noteren
byc moze moglby byc inny dzien? Lernen beginnen		zou het op een andere dag kunnen?
ostatnimi czasy Lernen beginnen		laatste tijd
wszyscy Lernen beginnen		alle
sporadycznie Lernen beginnen		wel eens
to nie przechodzi Lernen beginnen		het gaat niet over
miec dolegliwosc czegos Lernen beginnen		last van iets hebben
wczesnie Lernen beginnen		vroeg
to mnie troche martwi Lernen beginnen		ik mak me een beetje zorgen over
przede wszystkim Lernen beginnen		vooral
w pracy Lernen beginnen		op werk
biuro Lernen beginnen		kantoor
przed komputerem Lernen beginnen		achter een computer
regularnie Lernen beginnen		regelmatig
od czasu do czasu Lernen beginnen		ef en toe
zawroty głowy Lernen beginnen		duizeligheid
trudnosci z Lernen beginnen		moeite met
cisnienie krwi Lernen beginnen		bloeddruk
mierzyc Lernen beginnen		meten
jak to? Lernen beginnen		hoezo
cóż Lernen beginnen		nou
bac sie kogos Lernen beginnen		bang zijn voor
ubezpieczenie Lernen beginnen		verzekering
prywatnie Lernen beginnen		particulier
na kase chorych Lernen beginnen		op ziekenfonds
pogorszyć sie Lernen beginnen		achteruitgaan
przeminac Lernen beginnen		overgaan
byc podobnym Lernen beginnen		lijken op
rok Lernen beginnen		jaar het
czy czasem sie spozniasz Lernen beginnen		kom je wel eens te laat
jedynak Lernen beginnen		enigkind
poziom Lernen beginnen		niveau het
chcialbys wiedziec Lernen beginnen		je wilt weten
sasiad Lernen beginnen		buurman
sasiadka Lernen beginnen		buurvrouw
uprawiasz sport? Lernen beginnen		doe je aan sport
plot Lernen beginnen		hek pet
lyzka Lernen beginnen		lepel
noz Lernen beginnen		mess het
talerz Lernen beginnen		her bord
bukiet kwiatow Lernen beginnen		een bos bloemen
powtorzenie Lernen beginnen		herhaling
rysowac Lernen beginnen		tekenen
palic, plonac Lernen beginnen		branden

niderlandzki

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr