Overzicht van Nederlandse woorden

 0    147 Datenblatt    agnieszkasz498
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
pchac
Lernen beginnen
Duwen
ciagnac
Lernen beginnen
Trekken
wejscie
Lernen beginnen
Ingang
wyjscie
Lernen beginnen
Uitgang
zakaz palenia
Lernen beginnen
verboden te roken
zakaz parkowania
Lernen beginnen
verboden te parkeren
zakaz wstepu
Lernen beginnen
verboden toegang
zakaz fotografowania
Lernen beginnen
verboden te forograferen
cisza
Lernen beginnen
stilte
uwaga na stopień
Lernen beginnen
pas op de drempel
uwaga na odstep
Lernen beginnen
pas op de gleuf
wyjscie ewakuacyjne
Lernen beginnen
nooduitgang
Milo cie poznac
Lernen beginnen
Leuk je te ontmoeten
nastepny
Lernen beginnen
volgende
poprzedni
Lernen beginnen
vorige
ostatni
Lernen beginnen
laatste
pozno
Lernen beginnen
laat
wczesnie
Lernen beginnen
vroeg
kwadrans
Lernen beginnen
het kwartier
dwa dni temu
Lernen beginnen
twee dagen geleden
wiek
Lernen beginnen
de eeuw
pora roku
Lernen beginnen
het jaargetijde
wiosna
Lernen beginnen
de lente
lato
Lernen beginnen
de zomer
jesien
Lernen beginnen
herfst
zima
Lernen beginnen
de winter
Bądź na czas!
Lernen beginnen
Wees op tijd!
Postaram się być na czas
Lernen beginnen
Ik probeer op tijd te komen
Ktora godzina?
Lernen beginnen
Hoe laat is het?
nastolatek
Lernen beginnen
tiener
dorosly
Lernen beginnen
volwassen
w tym samym wieku
Lernen beginnen
even oud
slub
Lernen beginnen
het huwelijk
malzenstwo
Lernen beginnen
het echtpaar
wesele
Lernen beginnen
de bruiloft
rozwod
Lernen beginnen
de scheiding
separacja
Lernen beginnen
de separatie
zareczyny
Lernen beginnen
de verloving
siostrzeniec
Lernen beginnen
neef
siostrzenica
Lernen beginnen
nicht
kuzyn
Lernen beginnen
neef
kuzynka
Lernen beginnen
neef
ciocia
Lernen beginnen
tante
wujek
Lernen beginnen
de oom
bliznieta
Lernen beginnen
Tweelingen
szwagier
Lernen beginnen
zwager
szwagierka
Lernen beginnen
schoonzuster
teść
Lernen beginnen
schoonvader
teściowa
Lernen beginnen
schoonmoeder
wdowa
Lernen beginnen
weduwe
wdowiec
Lernen beginnen
weduwnaar
macocha
Lernen beginnen
stiefmoeder
ojczym
Lernen beginnen
stiefvader
matka chrzestna
Lernen beginnen
de peettante
ojciec chrzestny
Lernen beginnen
de peetvader
Ile masz lat?
Lernen beginnen
Hoe oud ben jij?
Kiedy sie urodziles?
Lernen beginnen
Wanneer ben je geboren?
Jestes zonaty?
Lernen beginnen
Ben je getrouwd?
drugie imie
Lernen beginnen
doopnaam
wiek (osoby)
Lernen beginnen
leeftijd (van een persoon)
narodowosc
Lernen beginnen
nationaliteit
plec
Lernen beginnen
het geslacht
stan cywilny
Lernen beginnen
de huwelijkse staat
panna lub kawaler (stan cywilny)
Lernen beginnen
ongehuwd
rozwiedziony
Lernen beginnen
gescheiden
zonaty/zamezna
Lernen beginnen
getrouwd
potomstwo
Lernen beginnen
het nageslacht
nazwisko panienskie
Lernen beginnen
meisjesnaam
noga
Lernen beginnen
het been
broda (wlosy)
Lernen beginnen
baard
zarost
Lernen beginnen
stoppel
wąsy
Lernen beginnen
snor
zęby
Lernen beginnen
tanden
ramię
Lernen beginnen
de arm
brzuch
Lernen beginnen
buik
klatka piersiowa
Lernen beginnen
de borstkas
szyja
Lernen beginnen
de nek
ucho
Lernen beginnen
het oor
kolano
Lernen beginnen
de knie
kosc
Lernen beginnen
bot
łydka
Lernen beginnen
kuit
udo
Lernen beginnen
dij
podbrodek
Lernen beginnen
kin
kostka
Lernen beginnen
enkel
łokieć
Lernen beginnen
elleboog
policzek
Lernen beginnen
wang
biodro
Lernen beginnen
heup
kciuk
Lernen beginnen
duim
szczęka
Lernen beginnen
kaak
czoło
Lernen beginnen
voorhoofd
nadgarstek
Lernen beginnen
pols
skóra
Lernen beginnen
de huid
gardło
Lernen beginnen
de keel
brew
Lernen beginnen
wenkbrauw
niski
Lernen beginnen
klein
gruby
Lernen beginnen
dik
szczuply
Lernen beginnen
slank
chudy
Lernen beginnen
mager
mądry
Lernen beginnen
wijs
głupi
Lernen beginnen
dom
szczęśliwy
Lernen beginnen
gelukkig
smutny
Lernen beginnen
treurig
rozgniewany
Lernen beginnen
boos
zmęczony
Lernen beginnen
moe
roztargniony
Lernen beginnen
verstrooid
bezczelny
Lernen beginnen
brutaal
uprzejmy
Lernen beginnen
beleefd
odważny
Lernen beginnen
moedig
podekscytowany
Lernen beginnen
opgewonden
towarzyski
Lernen beginnen
sociaal
rozczarowany
Lernen beginnen
teleurgesteld
przerażony
Lernen beginnen
bang
uparty
Lernen beginnen
eigenwijs
pewny siebie
Lernen beginnen
zelfverzekerd
skromny
Lernen beginnen
bescheiden
nieśmiały
Lernen beginnen
verlegen
skąpy
Lernen beginnen
gierig
radosny
Lernen beginnen
vrolijk
cierpliwy
Lernen beginnen
geduldig
życzliwy
Lernen beginnen
welwillend
miły
Lernen beginnen
lief
lojalny
Lernen beginnen
trouw
godny zaufania
Lernen beginnen
betrouwbaar
serdeczny
Lernen beginnen
hartelijk
hojny
Lernen beginnen
vrijgevig
niefrasobliwy, lekkoduch
Lernen beginnen
zorgeloos
nastroj
Lernen beginnen
humeur
miłość
Lernen beginnen
de liefde
nienawiść
Lernen beginnen
de haat
obojętn
Lernen beginnen
onverschillig
wrażliwy
Lernen beginnen
gevoelig
uczucia
Lernen beginnen
gevoelens
rozmowny
Lernen beginnen
spraakzaam
cichy
Lernen beginnen
stil
nadzieja
Lernen beginnen
de hoop
zazdrość
Lernen beginnen
jaloezie
zawiść
Lernen beginnen
afgunst
Wyglądasz dobrze
Lernen beginnen
Je ziet er goed uit
źle wychowany
Lernen beginnen
slecht opgevoed
Lubię Cię
Lernen beginnen
ik vind je leuk
Jak ona wygląda?
Lernen beginnen
Hoe ziet ze eruit
rzęsa
Lernen beginnen
wimper
nozdrza
Lernen beginnen
neusgaten
goleń
Lernen beginnen
scheenbeen
pośladek
Lernen beginnen
bil
pacha
Lernen beginnen
oksel
paznokiec
Lernen beginnen
nagel

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.