→ Podstawy → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
tak Lernen beginnen		ja
nie Lernen beginnen		niet
Chcesz kawę? Tak, chętnie. Lernen beginnen		Wil je koffie? Ja, graag.
Nie (partykuła) Lernen beginnen		nee
praca Lernen beginnen		werken
ludzie Lernen beginnen		mensen
Pójdziesz ze mną do kina? Lernen beginnen		Ga je met me mee naar de bioscoop?
Nie, nie i jeszcze raz nie! Lernen beginnen		Nee, nee, en nog eens nee!
nie(przecenienia zdania) Lernen beginnen		nee
Nie chcę się już bawić. Lernen beginnen		Ik wil niet meer spelen.
życie Lernen beginnen		leven
Dzień dobry (rano) Lernen beginnen		Goedemorgen (in de ochtend)
Dzień dobry (po południu) Lernen beginnen		Goedemiddag
Dzień dobry, sąsiadko! Lernen beginnen		Goedemorgen, buurvrouw!
Witam! Lernen beginnen		Welkom!
Witam was serdecznie w Toruniu! Lernen beginnen		Van harte welkom in Toruń!
Cześć! (na powitanie) Lernen beginnen		Hi! /Hallo!
Cześć, chłopcy! Lernen beginnen		Hallo, jongens!
Cześć! (na pożegnanie) Lernen beginnen		Dag!
Cześć! Do zobaczenia wkrótce! Lernen beginnen		Dag! Tot ziens!

podstawy