Politiek

 0    145 Datenblatt    martazakrocka2
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
wybory
Lernen beginnen
verkiezingen
rząd mniejszościowy
Lernen beginnen
minderheidsregering
rząd koalicyjny
Lernen beginnen
coalitieregering
monarchia konstytucyjna
Lernen beginnen
constitutionele monarchie
różne, różne
Lernen beginnen
diverse, verschillende
raz, raz
Lernen beginnen
één keer, eens
poszło nie tak, nie powiodło się
Lernen beginnen
gingen fout, mislukten
konstytucja, konstytucja
Lernen beginnen
grondwet, constitutie
w rzeczywistości
Lernen beginnen
eigenlijk, in feite
monarchia, królestwo
Lernen beginnen
monarchie, koninkrijk
władza, autorytet
Lernen beginnen
macht, bevoegdheid
większość
Lernen beginnen
meerderheid
wprowadzające w błąd, nieprawidłowe
Lernen beginnen
misleidend, onjuist
partie opozycyjne
Lernen beginnen
oppositiepartijen
polityka, plany
Lernen beginnen
beleid, plannen
Premier, Premier
Lernen beginnen
premier, minister-president
wybierz, wybierz
Lernen beginnen
kiezen, selecteren
specjalne, specjalne
Lernen beginnen
bijzondere, speciale
porównywalny z
Lernen beginnen
vergelijkbaar met, te vergelijken
w końcu w końcu
Lernen beginnen
uiteindelijk, ten slotte
zdać sprawozdanie (odpowiadać)
Lernen beginnen
verantwoordig afleggen, zich verantwoorden
być zaangażowanym w coś
Lernen beginnen
bij iets betrokken zijn
organ (organy) [w państwowości]
Lernen beginnen
het orgaan
społeczeństwo, społeczeństwo, społeczność
Lernen beginnen
de maatschappij, de samemleving, de gemeenschap
lokalny, lokalny
Lernen beginnen
lokaal, plaatselijk
ruch / ruch religijny
Lernen beginnen
de religieuze stroming / beweging
ulotka
Lernen beginnen
de flyer
odgrywać rolę w
Lernen beginnen
een rol spelen bij
ustanowić, stworzyć (wymyślanie i pisanie)
Lernen beginnen
opstellen (bedenken en opschrijven)
zagrożenie dla
Lernen beginnen
bedreiging voor
system
Lernen beginnen
systeem
demokracja
Lernen beginnen
de democratie
demokracja parlamentarna
Lernen beginnen
de parlementaire democratie
dyktatura
Lernen beginnen
de dictatuur
przywódcy
Lernen beginnen
leiders
prezydent
Lernen beginnen
de president
król
Lernen beginnen
de koning
królowa
Lernen beginnen
de koningin
dyktator
Lernen beginnen
de dictator
Ministrowie
Lernen beginnen
de ministers
ministerstwa
Lernen beginnen
de ministeries
głosowanie
Lernen beginnen
stemmen
mniejszość
Lernen beginnen
de minderheid
komunistyczny
Lernen beginnen
communistisch
dogmatyczny
Lernen beginnen
dogmatisch
bardzo zmęczony
Lernen beginnen
ontzettend moe
pracowac powoli
Lernen beginnen
traag werken
nieuprzejmy
Lernen beginnen
onaardige
brzydki widok
Lernen beginnen
lelijk uitzicht
prace budowlane
Lernen beginnen
bouwwerkzaamheden
hałas
Lernen beginnen
lawaai
wibracje
Lernen beginnen
trillingen
biura
Lernen beginnen
kantoren
hala sportowa
Lernen beginnen
sporthal
garaż
Lernen beginnen
parkeergarage
piwnica rowerowa
Lernen beginnen
fietskelder
sąsiedztwo obok
Lernen beginnen
wijk naast
dzielnica robotnicza na obrzeżach
Lernen beginnen
arbeiderswijk aan de rand van...
z wbijaniem pali
Lernen beginnen
met heien
dotyczy
Lernen beginnen
betreft
oświetlenie
Lernen beginnen
de verlichting
winda
Lernen beginnen
de lift
piskliwy hałas
Lernen beginnen
piepend geluid
czuć się niepewnie
Lernen beginnen
onveilig gevoel
czekamy na twoją odpowiedź
Lernen beginnen
wij zien uw reactie tegemoet
Z pozdrowieniami
Lernen beginnen
met vriendelijke groeten
czekoladowe posypki
Lernen beginnen
chocolade hagelslag
używac czegoś
Lernen beginnen
gebruik maken van iets
być wściekłym na kogoś
Lernen beginnen
boos zijn op iemand
śmiać się z czegoś
Lernen beginnen
om iets lachen
korzystac z czegoś
Lernen beginnen
genieten van iets
przechowywać / parkować rower
Lernen beginnen
een fiets stallen
przeszkadza
Lernen beginnen
zich ergeren aan
burmistrz
Lernen beginnen
burgemeester
Radny
Lernen beginnen
wethouder
przełożony
Lernen beginnen
leidinggevende
przystępny
Lernen beginnen
benaderbaar
z powodu
Lernen beginnen
vanwege
miejsce, miejsce
Lernen beginnen
de plek, een plaats
zreformowany
Lernen beginnen
hervormd
plebania
Lernen beginnen
de pastorie
studio
Lernen beginnen
het atelier
domagać sie czegoś, mieć roszczenie
Lernen beginnen
aanspraak maken op iets
podjąć próbę
Lernen beginnen
een gooi doen naar
złożyć skargę
Lernen beginnen
klacht indienen
co roku, co roku
Lernen beginnen
jaarlijks​, elk jaar
incydent
Lernen beginnen
het voorval
twórczość, dorobek artystyczny
Lernen beginnen
het oeuvre
powołać pastora
Lernen beginnen
een dominee beroepen
faza
Lernen beginnen
de fase
bardzo dobrze
Lernen beginnen
prima, heel goed
młyn
Lernen beginnen
de molen
cztery ostrza, które się obrócą
Lernen beginnen
vier wieken die gaan draaien
może się pochwalić, może być dumny
Lernen beginnen
kunnen bogen op, trots kunnen zijn op
pochować
Lernen beginnen
begraven - begroef - begraven
egzamin
Lernen beginnen
het tentamen
wpaść na kogoś, zakochać sie
Lernen beginnen
op elkaar vielen
wygląd
Lernen beginnen
uiterlijk
wiek
Lernen beginnen
leeftijd
odzież
Lernen beginnen
kleiding
wymowa
Lernen beginnen
uitspraak
sposób poruszania się
Lernen beginnen
manier van bewegen
wytwarzana żywność
Lernen beginnen
vervaardigd voedsel
Czy mogę ci przeszkodzić?
Lernen beginnen
Mag ik je even onderbreken?
Zgadzam się z tym
Lernen beginnen
Daar ga ik akkoord mee
Zgadza się
Lernen beginnen
Dat klopt
zwracając uwagę
Lernen beginnen
de aandacht teruggeven
Jeszcze nie skończyłem
Lernen beginnen
Ik was nog niet klaar / uitgesproken
Co dokładnie masz na myśli?
Lernen beginnen
Wat bedoel je precies?
pyzaty, pulchny
Lernen beginnen
mollig
w porównaniu z
Lernen beginnen
vergeleken met
absolwent [n]
Lernen beginnen
afgestudeerde[n]
edukacja
Lernen beginnen
onderwijs
dostosować się do
Lernen beginnen
zich aanpassen aan
subskrybować
Lernen beginnen
zich abonneren op
zastanawiać się
Lernen beginnen
zich afvragen​
zarejestruj się
Lernen beginnen
zich aanmelden voor
bawić się
Lernen beginnen
zich amuseren
brac prysznic
Lernen beginnen
zich douchen
pamiętać
Lernen beginnen
zich herinneren
stosować się do czegoś
Lernen beginnen
zich houden aan iets
zapisać się na
Lernen beginnen
zich inschrijven voor
interesować się czymś
Lernen beginnen
zich interesseren voor
zgłośić się do
Lernen beginnen
zich melden bij
nakładać makijaż
Lernen beginnen
zich opmaken
wstydzić się za
Lernen beginnen
zich schamen voor
golić się
Lernen beginnen
zich scheren
być zaskoczonym
Lernen beginnen
zich verbazen over
popełnić błąd w
Lernen beginnen
zich vergissen in
nie móc się doczekać czegoś
Lernen beginnen
zich verheugen op
rozerwać się
Lernen beginnen
zich vermaken
zaspać
Lernen beginnen
zich verslapen
znudzić się
Lernen beginnen
zich vervelen​
czuć się
Lernen beginnen
zich voelen
przygotuj się na
Lernen beginnen
zich voorbereiden op
przedstaw się
Lernen beginnen
zich voorstellen aan
myć się
Lernen beginnen
zich wassen
martwię się o
Lernen beginnen
zich zorgen maken over
kompot
Lernen beginnen
compote
sok
Lernen beginnen
sap
suszone owoce
Lernen beginnen
gedroogt fruit
obywatele
Lernen beginnen
de burgers
zabrać
Lernen beginnen
weghalen
odporne na stres
Lernen beginnen
stressbestendig
udało się
Lernen beginnen
opgelukt

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.