Przyimki

 0    26 Datenblatt    grzegorztrzeciakowski
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
nad
Lampa wisi nad stołem.
Lernen beginnen
boven
De lamp hangt boven de tafel.
przed
Przed domem jest piękny ogródek.
Lernen beginnen
voor
Voor het huis is een mooie tuin.
pomiędzy
Między stołem i szafą stoi krzesło.
Lernen beginnen
tussen
Tussen de tafel en de kast staat een stoel.
w
On siedzi w swoim samochodzie.
Lernen beginnen
in
Hij zit in zijn auto.
pod
Kot leży pod krzesłem.
Lernen beginnen
onder
De kat ligt onder de stoel.
przy
Mieszkam przy stacji.
Lernen beginnen
bij
Ik woon bij het station.
obok
Siedzę obok swojej dziewczyny.
Lernen beginnen
naast
Ik zit naast mijn vriendin.
na
Książka leży na stole.
Lernen beginnen
op
Het boek ligt op de tafel.
za
Za domem jest ogródek.
Lernen beginnen
achter
Achter het huis is een tuin.
przez
Idę korytarzem.
Lernen beginnen
door
Ik loop door de gang.
wzdłuż
Każdego dnia przechodzę wzdłuż twojego domu.
Lernen beginnen
langs
Ik loop iedere dag langs je huis.
do
Jadę do Polski.
Lernen beginnen
naar
Ik ga naar Polen.
poprzez, za pośrednictwem
Pociąg do Amsterdamu jedzie pezez Hagę.
Lernen beginnen
via
De trein naar Amsterdam gaat via Haag.
nad
Nad szkołą przelatuje samolot.
Lernen beginnen
over
Er vlieght een vliegtuig over de school.
z
Wychodzę z klasy.
Lernen beginnen
uit
Ik kom uit de klas.
nad, na górze
Mieszkam nad pocztą.
Lernen beginnen
boven
Ik woon boven het postkantoor.
pod
Są trzy stopnie poniżej zera.
Lernen beginnen
onder
De temperatuur is drie graden onder nul.
przy
Mam przy sobie torebkę.
Lernen beginnen
bij
Ik heb een tas bij me.
obok
Stoję obok samochodu.
Lernen beginnen
naast
Ik staa naast de auto.
pomiędzy
Siedzę pomiędzy Anią i Ewą.
Lernen beginnen
tussen
Ik zit tussen Ania en Eva.
przed
Mam przed sobą tekst z dziesiątej lekcji.
Lernen beginnen
voor
Ik heb de tekst van les 10 voor me.
na
Siedzę w swoim pokoju.
Lernen beginnen
op
Ik zit op mijn kamer.
za
Za tablicą jest ściana.
Lernen beginnen
achter
Achter het bord is de muur.
w
Uciąłem się w palec.
Lernen beginnen
in
Ik snijd me in mijn vinger.
przez
On patrzy przez okno.
Lernen beginnen
door
Hij kijk door het raam.
wzdłuż
Przechodzę koło budki telefonicznej.
Lernen beginnen
langs
Ik loop langs de telefooncel.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.