Revlexieve werkvoord

 0    40 Datenblatt    hgfffguyg
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
1. aanmelden, zij meldt zich aan voor de cursus.
Lernen beginnen
1. التسجيل، تقوم بالتسجيل في الدورة.
de school meldt nieuwe studenten aan
Lernen beginnen
تقوم المدرسة بتسجيل الطلاب الجدد
2. afmelden, ik meldt me af voor het feestje
Lernen beginnen
2. إلغاء الاشتراك، ألغي اشتراكي من الحزب
de docent meldt een student af bij de administratie
Lernen beginnen
يقوم المعلم بإبلاغ الإدارة عن الطالب
3. bezeren, pas op dat je je niet bezeert
Lernen beginnen
3. لتجنب الأذى، احرص على عدم إيذاء نفسك.
hij bezeerde zijn hand met het mes
Lernen beginnen
أصاب يده بالسكين
4. concentreren, zij concentreert zich op haar werk
Lernen beginnen
4. التركيز، فهي تركز على عملها
de studenten concentreren hun aandacht op de presentatie
Lernen beginnen
يركز الطلاب انتباههم على العرض التقديمي
5. inhouden, ik moet me inhouden om niet te lachen
Lernen beginnen
5. عليّ أن أكتم ضحكتي، عليّ أن أكتم ضحكتي.
de overheid houdt belasting in op het loon
Lernen beginnen
تقوم الحكومة بحجب الضرائب عن الأجور.
6. inleven(in), hij leeft zich goed in in de rol van de vader
Lernen beginnen
6. التعاطف، فهو يتعاطف جيداً مع دور الأب
de actrice leeft de volledig in haar prsonage
Lernen beginnen
تعيش الممثلة كلياً في شخصيتها
7. inschrijven, we schrijven ons in voor de zomercursus
Lernen beginnen
7. التسجيل، نسجل في الدورة الصيفية
de docent schrijft een student in voor het examen
Lernen beginnen
يقوم المعلم بتسجيل الطالب للامتحان
8. ontwikkelen, zij ontwikkelt zich snel als leidinggevende
Lernen beginnen
8. تتطور، فهي تتطور بسرعة كمديرة
het bedrijf ontwikkelt een nieuwe app
Lernen beginnen
تقوم الشركة بتطوير تطبيق جديد
9. orienteren(op), ik orienteer me op een studie in het buitenland
Lernen beginnen
9. التوجيه (على),الاستكشاف
de school orienteert de studenten op de arbeidsmarkt
Lernen beginnen
تقوم المدرسة بتوجيه الطلاب بشأن سوق العمل
10. redden, ik red me wel, maak je geen zorgen
Lernen beginnen
10. احفظ، سأكون بخير، لا تقلق
de brandweer redt het kind uit het vuur
Lernen beginnen
أنقذت فرقة الإطفاء الطفل من الحريق
11. scharp zetten, zet je scharp voor wat er komt
Lernen beginnen
11. كن مستعداً، كن مستعداً لما هو قادم
de soldaten zetten hun wapens scharp
Lernen beginnen
قام الجنود بشحذ أسلحتهم
12. ontspannen, na het werk wil ik me even ontspannen
Lernen beginnen
12. الاسترخاء، بعد العمل أريد أن أسترخي قليلاً
de muziek ontspant de gasten
Lernen beginnen
الموسيقى تساعد الضيوف على الاسترخاء
13. voorstellen, mag ik me even voorstellen?
Lernen beginnen
13. التعارف، هل لي أن أقدم نفسي؟
hij stelt een nieuwe plan voor aan het team
Lernen beginnen
يقترح خطة جديدة على الفريق
14. voorbereiden(op), we bereiden ons goed voor op het examen
Lernen beginnen
14. الاستعداد (لـ)، نستعد جيدًا للامتحان
de docent bereidt de studenten voor op de toets
Lernen beginnen
يقوم المعلم بتحضير الطلاب للاختبار
15. verbranden, ik heb me verbrand aan de oven
Lernen beginnen
15. حرق، لقد أحرقت نفسي على الفرن
zij verbranden oud papier in de tuin
Lernen beginnen
يحرقون الورق القديم في الحديقة
16. vermaken/amuseren, de kinderen vermaken zich in speeltuin
Lernen beginnen
16. الترفيه/التسلية، يستمتع الأطفال في الملعب
de clowen vermaakt het publiek
Lernen beginnen
المهرج يُسلّي الجمهور
17. voelen, ik voel me moe vandaag
Lernen beginnen
17. أشعر، أشعر بالتعب اليوم
ik voel de wind op mijn gezicht
Lernen beginnen
أشعر بالريح على وجهي
18. wassen, hij wast zich elke ochtend
Lernen beginnen
18. يغسل، فهو يغتسل كل صباح
zij wast de keleden met de hand
Lernen beginnen
تغسل الملابس باليد
19. zorgen maken (om), moeders maken zich vaak zorgen om hun kinderen
Lernen beginnen
19. القلق (بشأن)، غالباً ما تقلق الأمهات على أطفالهن
de situatie baart veel mensen zorgen
Lernen beginnen
الوضع يثير قلق الكثير من الناس
20. kleden, hij kleedt zich aan netjes voor het feest
Lernen beginnen
20. يرتدي ملابس أنيقة للحفلة
de moeder kleedt haar baby aan
Lernen beginnen
الأم تلبس طفلها

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.