→ Rozmowa O Nowych Wiadomościach I Przeżyciach → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
musisz to wiedzieć! Lernen beginnen		moet ge nu wat weten!
wow co ja właśnie przeżyłem! Lernen beginnen		Amai nu heb ik iets voorgehad!
nigdy nie zgadniesz co właśnie przeżyłem? Lernen beginnen		ge raadt nooit wat ik net heb voorgehad?
słyszałeś to już od Marka? Lernen beginnen		zeg, hebt ge't al gehoord van Mark?
Wow przegapiłeś coś! Lernen beginnen		Amai nu hebt ge ietd gemist!
podobno mamy nowego współpracownika? Lernen beginnen		naar het schijnt hebben wij een nieuwe collega!
Wow Wczoraj przeżyłem strach życia! Lernen beginnen		Amai Ik heb gisteren de schrik van mijn leven gehad!
nie masz tego na myśli! Lernen beginnen		dat meent ge niet!
mów! Lernen beginnen		alle jong!
Na prawdę czy co? poważnie? Lernen beginnen		Echt of wa? serieus?
wow, niesamowite! Lernen beginnen		Amai, da's straf!
Nie dziwi mnie to Lernen beginnen		daar sta ik niet stom van!
to mnie nie dziwi Lernen beginnen		dat verbast mij niet
jestem ciekawy Lernen beginnen		ik ben benieuwd
Jak poszło z...? Lernen beginnen		Hoe is het nog gegaan met...?
Jak zakończyła się sprawa z...? Lernen beginnen		Hoe is het nog afgelopen met...?
Jak minął weekend? Lernen beginnen		Hoe was uw weekend?
Czy coś przegapiłem? Lernen beginnen		Heb ik iets gemist
Co się stało? Lernen beginnen		Wat is er gebeurd
Czy słyszałeś coś od Greeta? Lernen beginnen		Heb je nog iets gehoord van Greet?
Dawaj opowiadaj! Lernen beginnen		allee vertel!
Nie jestem poinformowany Lernen beginnen		Ik ben niet op de hoogte
Nic nie wiem Lernen beginnen		Ik weet van niks
za nic się w to nie mieszam Lernen beginnen		Ik zit er voor niks tussen
Nie mam z tym nic wspólnego Lernen beginnen		Ik heb er niks mee te maken
nic specjalnego Lernen beginnen		niks speciaals
przeżywać coś Lernen beginnen		iets voorhebben
kończyć Lernen beginnen		aflopen
strach Lernen beginnen		schrik
ciekawy Lernen beginnen		curieus
co się dzieje? Lernen beginnen		Wat is er gaande?
skandaliczny Lernen beginnen		schandalig
uznanie Lernen beginnen		waardering
to trwało wystarczająco długo! Lernen beginnen		dat geeft lang genoeg geduurd!
są jak woda i ogień Lernen beginnen		da's water en vuur
nie mogą na siebie patrzeć Lernen beginnen		ze kunnen mekaar niet zien of horen
Jestem gotowy na najgorszy Lernen beginnen		Ik hou mijn hart vast
ponieść za kogoś konsekwencje Lernen beginnen		met de gebakken paren zitten
Zobaczymy, co się stanie Lernen beginnen		We zullen zien wat het geeft
to spowoduje nieszczęście Lernen beginnen		dat gaat miserie geven
co to spowoduje? Lernen beginnen		Wat gaat dat geven?
oszukać kogoś na coś, zrobić kogoś w konia Lernen beginnen		iemand iets flikken
zepsuć się Lernen beginnen		in panne vallen
cholera Lernen beginnen		verdorie
wziąć, chwycić (do ręki) Brać do ręki ołówki i rysować! Lernen beginnen		pakken Pakken de potloden en tekenen!
co chwilę, cały czas, na okrągło Lernen beginnen		om de vijf voet
nic Lernen beginnen		geen knijt
okno Lernen beginnen		het venster
głowa, łeb Dostałem po głowie. Lernen beginnen		de kop Ik heb op mijn kop gekregen.
rzucić okiem, szybko spojrzeć Lernen beginnen		piepen
nie o to chodzi Lernen beginnen		dat gaat niet om
marznąć na śmierć Lernen beginnen		doodvriezen
prawie Lernen beginnen		bekan
tak, to może być możliwe Lernen beginnen		ja, dat zal wel eens kunnen
wygadać się, wypaplać Lernen beginnen		verklappen
przekazać dalej, wygadać komuś Lernen beginnen		verdervertellen
jestem ciekawy Lernen beginnen		ik ben benieuwd
Ta na pewno / ta, nie wierzę w to Lernen beginnen		Jaja, dat zal wel
nie mogę sobie tego przypomnieć Lernen beginnen		ik kan er niet op komen
na pewno przyjdzie ci to do głowy Lernen beginnen		't Zal u wel te binnen springen
znowu Musimy znowu się spotkać. Lernen beginnen		weer We moeten elkaar weer ontmoeten.
jakie było pytanie? Lernen beginnen		wat was de vraag weer?
jeszcze raz, jak on się nazywa? Lernen beginnen		hoe heet dieje weer?
wpaść do głowy, przypomnieć sobie Lernen beginnen		te binnen springen/schieten
mieć coś na głowie, stale o czymś myśleć Lernen beginnen		met iets in zijne kop zitten
kopnięcie Lernen beginnen		de sjot
tyłek Lernen beginnen		het gat
szeptać Lernen beginnen		fezelen
plotkować Lernen beginnen		roddelen
rozmawiać o Lernen beginnen		bezig zijn over
ciekawska osoba Lernen beginnen		curieuzeneus
o wilku mowa Lernen beginnen		als ge van den duivel spreekt, ziet ge zijne staart
skądś ją znam Lernen beginnen		ik ken die van ergens
odpowiedzialny Lernen beginnen		verondersteld
nagle Lernen beginnen		ineens
podejść do kogoś Lernen beginnen		op iemand afstappen
zbieg okoliczności Lernen beginnen		toeval
Nie mogę sobie tego przypomnieć Lernen beginnen		ik kan er niet op komen
przypomina mi się Lernen beginnen		mijne frank valt

rozmowa o nowych wiadomościach i przeżyciach

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr