Różne

 0    86 Datenblatt    siudekmonika4
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
kostium kąpielowy
Lernen beginnen
zwempak, badpak
narciarstwo
Lernen beginnen
skiën
wszyscy
Lernen beginnen
allemaal - aleen
prawdopodobny
Lernen beginnen
waarschijnlijk
koszykówka
Lernen beginnen
het basketbal
piłka nożna
Lernen beginnen
de voetbal
łyżwiarstwo
Lernen beginnen
schaatsen
prawdziwy
Lernen beginnen
echt - juist
wścibski
Lernen beginnen
nieuwsgierig - bemoeizaam
wtrącać się
Lernen beginnen
zich bemoeien
zamrozić
Lernen beginnen
bevriezen
występować
Lernen beginnen
voorkomen
odwrotnie
Lernen beginnen
andersom
plotkować
Lernen beginnen
roddelen
zawiedzenie
Lernen beginnen
teleurstelling
brać udział
Lernen beginnen
deelnemen
cecha
Lernen beginnen
de eigenschap
leniuchować
Lernen beginnen
luieren, niksen, rondhangen
zapewniać
Lernen beginnen
verzekeren
badanie krwi
Lernen beginnen
het bloedonderzoek
żelazo
Lernen beginnen
ijzer
regularnie
Lernen beginnen
regelmatig
strasznie
Lernen beginnen
vreselijk, erg
mnóstwo
Lernen beginnen
veel - tig
uczucia
Lernen beginnen
gevoelens
kłamstwo
Lernen beginnen
liggen - leugen
brzmieć
Lernen beginnen
geluid - klinken
mieszane
Lernen beginnen
gemengd
wykształcenie
Lernen beginnen
opleiding
kurs
Lernen beginnen
de cursus
ostry
Lernen beginnen
acuut
prawdziwy
Lernen beginnen
echte
starać
Lernen beginnen
proberen - trachten
smakować
próbować nową potrawę
Lernen beginnen
proeven
współparcować
Lernen beginnen
samenwerken
cieszyć się
Lernen beginnen
genieten
spotkać się, poznać
Lernen beginnen
ontmoeten, kennis te maken
przestać, kończyć, zaprzestać
Lernen beginnen
ophouden
skończyć
jakąś czynność, np. pracę
Lernen beginnen
zijn klaar met
iść
Lernen beginnen
gaan - ging/gingen- gegaan
brać
Lernen beginnen
nemen - nam/namen - genomen
jeść
Lernen beginnen
eten - at/aten - hebben + gegeten
pić
Lernen beginnen
drinken - dronk/dronken - hebben + gedronken
robić
Lernen beginnen
doen - deed/deden - hebben + gedaan
mieć
Lernen beginnen
hebben - had - hadden - (hebben) gehad
wiedzieć
Lernen beginnen
weten - wist - wisten - (hebben) geweten
widzieć
Lernen beginnen
zien - zag/zagen - h. gezien​
być
Lernen beginnen
zijn -was / waren -is geweest
dla
Lernen beginnen
voor
na
Lernen beginnen
op
jechać
Lernen beginnen
rijden - reed/reden - gereden
przez
Lernen beginnen
door
zmienić
Lernen beginnen
verandering
modyfikować
Lernen beginnen
wijzigen
swędzenie
Lernen beginnen
jeuk
drapać się
Lernen beginnen
zichzelf krabben
ogród
Lernen beginnen
de tuin
drzewo
Lernen beginnen
de boom
zasłona
Lernen beginnen
het gordijn
zwierze domowe
Lernen beginnen
het huisdier
szafa
Lernen beginnen
de kast
krzesło
Lernen beginnen
de stoel
łazienka
Lernen beginnen
de badkamer
sypialnia
Lernen beginnen
de slaapkamer
lampa
Lernen beginnen
de lamp
rozwiązanie
Lernen beginnen
de oplossing
artysta (sztuki wyższe- malarstwo)
Lernen beginnen
kunstenaar (hogere kunsten - schilderkunst)
artysta (piosenkarz)
Lernen beginnen
artiest (zanger)
myśliwy
Lernen beginnen
Jager
zamożny
Lernen beginnen
vermogend, welvarend
dziwaczny
Lernen beginnen
bizar
podobne
Lernen beginnen
soortgelijk
lodówka
Lernen beginnen
de koelkast
prysznic
Lernen beginnen
de douche
łóżko
Lernen beginnen
het bed
wanna
Lernen beginnen
bad
śniadanie
Lernen beginnen
het ontbijt
pyszny
Lernen beginnen
lekker, heerlijk
posiłek
Lernen beginnen
de maaltijd
odpoczywac
Lernen beginnen
rusten
kuchenka
Lernen beginnen
fornuis
lustro
Lernen beginnen
de spiegel
umywalka
Lernen beginnen
wastafel
sprzątać
Lernen beginnen
schoonmaken / opruimen
odwiedzać
Lernen beginnen
bezoeken/bezoek/bezocht/heeft bezocht
spotykać
Lernen beginnen
ontmoeten ontmoette/ontmoetten hebben ontmoet

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.