Różne wyrażenia

 0    68 Datenblatt    siudekmonika4
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
Mieś zrozumienie dla czegoś/kogoś
Lernen beginnen
Begrip hebben voor iets/iemand
być dumnym z czegoś/kogoś
Lernen beginnen
trots zijn op iets/iemand
tęsknić za czymś/pragnąć czegoś
Lernen beginnen
verlangen naar iets
doceniać coś/kogso
Lernen beginnen
waardering hebben voor
cieszyć się czymś
Lernen beginnen
genieten van
różnić się od
Lernen beginnen
verschillen van
włączyć
Lernen beginnen
aandoen
wyłączyć
Lernen beginnen
uitdoen
dodać
Lernen beginnen
toevoegen
oferować
Lernen beginnen
aanbieden
no cóż
Lernen beginnen
Nou ja
odpowiedzialny za
Lernen beginnen
verantwoordelijk zijn voor
doświadczona
Lernen beginnen
ervaren
mądra
Lernen beginnen
slim, wijs
oszczędzać
Lernen beginnen
besparen, opslaan
nastolatek
Lernen beginnen
puber, tiener
przynajmniej
Lernen beginnen
tenminste
szkoła średnia
Lernen beginnen
middelbare school
wypadek
Lernen beginnen
het ongeluk
wykształcenie
Lernen beginnen
opleiding
zachowywać się jakby
Lernen beginnen
doen alsof
cisza
Lernen beginnen
de stilte
ciężkie
Lernen beginnen
lastig, zwaar
temat
Lernen beginnen
het onderwerp
doświadczenie
Lernen beginnen
de ervaring
oboje, zarówno
Lernen beginnen
allebei
bezpieczny
Lernen beginnen
veilig
uchodźca
Lernen beginnen
vluchteling
mieć bzika na
Lernen beginnen
gek zijn op
zdać
Lernen beginnen
slagen voor
dysponować (czymś)
Lernen beginnen
beschikken over
mieć nadziję na
Lernen beginnen
hopen op
być przekonanym o
Lernen beginnen
overtuigd zijn van
liczyć na
Lernen beginnen
rekenen op
być zajętym
Lernen beginnen
bezig zijn met
być odpowiedzialnym za
Lernen beginnen
verantwoordelijk zijn voor
zajmować się czymś
Lernen beginnen
zakennemen met
odnosić się do
Lernen beginnen
verwijzen naar
koncentrować się na
Lernen beginnen
focussen op
zachorować na
Lernen beginnen
ziek worden
być dumnym
Lernen beginnen
trots zijn op
cierpieć na
Lernen beginnen
lijden aan
być zakochanym w
Lernen beginnen
verliefd zijn op
przyzwyczajać się do
Lernen beginnen
wennen aan
być złym na
Lernen beginnen
boos zijn op
cieszyć się z
Lernen beginnen
genieten van
być zadowolonym
Lernen beginnen
blij zijn met
czekać na
Lernen beginnen
wachten op
narzekać na
Lernen beginnen
klagen naar
tęsknić za
Lernen beginnen
verlangen naar
interesować się/być zainteresowanym
Lernen beginnen
zich interesseren voor/ interesse hebben in
wstydzić się
Lernen beginnen
zich schamen voor
uważać na
Lernen beginnen
opletten op
nalegać na
Lernen beginnen
aandringen op
zajmować się
Lernen beginnen
zich bezichhouden met
sprzeciwiać się czemuś
Lernen beginnen
zich tegen iets verzetten
reagować adekwatnie na, dostosowywać się do
Lernen beginnen
inspelen op
zagłębiać się, dokładnie poznawać
Lernen beginnen
zich verdiepen in
mieć potrzebę czego
Lernen beginnen
behoefte hebben aan
mieć kontakt z
Lernen beginnen
in aanraking komen met
być w sprzeczności z
Lernen beginnen
in strijd zijn met
mieć wgląd/mieć śwaidomość
Lernen beginnen
zicht hebben op
być wrażliwym na/podatnym na
Lernen beginnen
gevoelig zijn voor
bać się
Lernen beginnen
bang zijn voor
chcieć znać szczegóły
Lernen beginnen
het fijne ervan willen weten
być na kursie
Lernen beginnen
op een cursus zitten
mieć kontakt z
Lernen beginnen
in aanraking komen met
być w sprzeczności z
Lernen beginnen
in strijd zijn met

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.