Słówka Usłyszane 35

 0    21 Datenblatt    Monika Cz.
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
koło
Lernen beginnen
kring
nazwana
Lernen beginnen
genoemd
pusty
Lernen beginnen
holle
region
Cały region nie ma prądu.
Lernen beginnen
de streek
De hele streek zit zonder stroom.
Członkowie
Lernen beginnen
leden aan
skończyć
Skończę najpierw ten list.
Lernen beginnen
afmaken
Ik maak eerst even deze brief af.
wnieść
Wniosę tę szafkę.
Lernen beginnen
binnendragen
Ik draag deze kast naar binnen.
zmywać
Kto dziś zmywa naczynia?
Lernen beginnen
afwassen
Wie wast er vanavond af
przybywać
Mój wójek przychodzi jutro o 11.
Lernen beginnen
aankomem
Mijn oom komt morgen om elf uur aan.
pójść razem
Kto idzie na film?
Lernen beginnen
meegaan
Wie gaat er mee naar de film?
trzymać się z daleka
Nie dotykaj tych cukierków.
Lernen beginnen
afblijven
Blijf van deze snoepjes af!
otrzymać z powrotem
Dostałem z powrotem długi list.
Lernen beginnen
terugkrijgen
Ik kreeg een lange brief terug.
dopisywać
Lernen beginnen
bijschrijven
odczytać
Lernen beginnen
voorlezen
wyspać się
Niedziela jest jedynym dniem, w którym mogę się wyspać.
Lernen beginnen
uitslapen
Zondag is de einige dag dat ik kan uitslapen
prosić
Proszę męża, żeby mi pomógł
Lernen beginnen
verzoeken
Ik verzoek mijn man om mij te helpen.
czesać się
Muszę się uczesać.
Lernen beginnen
kammen
Ik moet me kammen.
Chodź tu
Lernen beginnen
Kom hier
ponury
Lernen beginnen
somber
marudzić z
Lernen beginnen
zeuren
ustalać
Ustalamy w przyszłym roku razem drużynę piłki nożnej.
Lernen beginnen
oprichten
Wij richten volgend jaar samen een voetbalteam op.

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.