→ Spaans Woordjes A3A → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
el campamento Lernen beginnen		het vakantiekamp
el verano Lernen beginnen		zomer
encantar Lernen beginnen		heel leuk vinden
montar a caballo Lernen beginnen		paardrijden
hacer una excursión Lernen beginnen		een uitstapje maken
la excursión Lernen beginnen		de excursie, het uitstapje
mola Lernen beginnen		is/ zijn te gek
la cabaña Lernen beginnen		de hut
¡Voy a pasármelo muy bien! Lernen beginnen		Ik ga het naar mijn zin hebben
todos Lernen beginnen		alle
el ruido Lernen beginnen		het lawaai, het geluid
tremendo Lernen beginnen		ontzettend, verschrikkelijk
el pescado Lernen beginnen		vis (gerecht)
el pez Lernen beginnen		vis (huis dier)
No me gusta nada Lernen beginnen		Dat vind ik helemaal niet lekker/leuk
el/la compañero Lernen beginnen		het / de kampgenoot
Londres Lernen beginnen		Londen
lisboa Lernen beginnen		Lissabon
participar Lernen beginnen		deelnemen
el torneo Lernen beginnen		toernooi
ganar Lernen beginnen		winnen, verdienen
practicar deporte Lernen beginnen		sporten, aan sport doen
Me gustaría Lernen beginnen		Ik zou graag
bucear Lernen beginnen		duiken
jugar Lernen beginnen		spelen
el balonmano Lernen beginnen		handbal
la vida Lernen beginnen		leven
el/la monitor/a Lernen beginnen		de begeleider, instructeur
el/la otro Lernen beginnen		het / de andere
el juego Lernen beginnen		het spel
hacer la cama Lernen beginnen		bed opmaken
el punto Lernen beginnen		punt
todos los días Lernen beginnen		elke dag
estar limpio Lernen beginnen		schoon zijn
ayudar Lernen beginnen		helpen
el/la campeón Lernen beginnen		het / de kampioen
el parque de atracciones Lernen beginnen		het attractiepark
el parque Lernen beginnen		het park
poner la mesa Lernen beginnen		de tafel dekken
limpiar Lernen beginnen		schoonmaken
el comedor Lernen beginnen		Eetkamer
fregar Lernen beginnen		schrobben
el plato Lernen beginnen		de schotel
los platos Lernen beginnen		borden
todo Lernen beginnen		de hele
estar de vacaciones Lernen beginnen		op vakantie zijn
las vacaciones Lernen beginnen		de vakantie
el vecino Lernen beginnen		de buurman
fantástico Lernen beginnen		fantastisch
la cena Lernen beginnen		het avondeten, de maaltijd
el rato Lernen beginnen		het tijdje, de poos
tomar el pelo Lernen beginnen		iemand in de maling nemen
pesado Lernen beginnen		vervelend, lastig
la cabeza Lernen beginnen		het hoofd
nada más Lernen beginnen		en verder niets
llamar por teléfono Lernen beginnen		opbellen
venir Lernen beginnen		komen
¿Que te pasa? Lernen beginnen		Wat is er met je aan de hand?
aguantar Lernen beginnen		verdragen, kunnen uitstaan
la tontería Lernen beginnen		de onzin
Me cae bien/mal Lernen beginnen		Ik vind hem aardig / niet aardig
mal Lernen beginnen		slecht
para colmo Lernen beginnen		en daarbij, als klap op de vuurpijl
la biblioteca Lernen beginnen		bibliotheek
estar hasta las narices Lernen beginnen		er een buik vol van hebben
la nariz Lernen beginnen		neus
¡Tranquilo! Lernen beginnen		Rustig!
No es para tanto Lernen beginnen		Zo erg is het toch niet
el primer día Lernen beginnen		de eerste dag
el instituto Lernen beginnen		de middelbare school
el coche Lernen beginnen		de auto
ir en coche / bici Lernen beginnen		met de auto/ fiets gaan
No te preocupes Lernen beginnen		Maak je geen zorgen
el camino Lernen beginnen		de weg
el pie Lernen beginnen		voet
(ir) a pie Lernen beginnen		te voet (gaan)
el señor Lernen beginnen		de meneer
la señora Lernen beginnen		de mevrouw
disculpar Lernen beginnen		zich excuseren
cruzar Lernen beginnen		oversteken
seguir Lernen beginnen		volgen
todo recto Lernen beginnen		rechtdoor
coger Lernen beginnen		nemen
la sorpresa Lernen beginnen		de verrassing
el pasillo Lernen beginnen		de gang
estar perdido Lernen beginnen		verdwaald zijn, de weg kwijt zijn
el tio Lernen beginnen		de gast, de vent
explicar Lernen beginnen		iets aan iemand uitleggen
irse Lernen beginnen		(weg) gaan
deprisa Lernen beginnen		snel, gehaast
la vez Lernen beginnen		de keer
recibir Lernen beginnen		ontvangen, krijgen
ducharse Lernen beginnen		zich douchen
ponerse Lernen beginnen		zich aankleden
Qué te parece? Lernen beginnen		wat vind je van?
majo Lernen beginnen		vriendelijk, aardig
Me parece Lernen beginnen		lijkt/lijken me
la cafetería Lernen beginnen		de cafetaria
sentarse Lernen beginnen		zitten (e=ie)
la aventura Lernen beginnen		het avontuur
quejarse (de) Lernen beginnen		klagen (over)
sin parar Lernen beginnen		non-stop
parar Lernen beginnen		stoppen
ponerse así Lernen beginnen		gek doen
hablar hasta por los codos Lernen beginnen		aan een stuk door praten
el codo Lernen beginnen		elleboog
tanto que Lernen beginnen		zo veel te
Tengo tanto que contar Lernen beginnen		Ik heb zo veel te vertellen
levantarse Lernen beginnen		opstaan
la cola Lernen beginnen		de (wacht) rij
empezar Lernen beginnen		beginnen
alto Lernen beginnen		lang, hoog
ponerse rojo Lernen beginnen		rood worden
demasiado Lernen beginnen		te veel
presentar Lernen beginnen		voorstellen
llamarse Lernen beginnen		heten
la casualidad Lernen beginnen		het toeval, de toevalligheid
alegrarse Lernen beginnen		zich verheugen
acordarse Lernen beginnen		zich herinneren
a la izquierda Lernen beginnen		links
a la derecha Lernen beginnen		rechts
el semáforo Lernen beginnen		het stoplicht
el primero Lernen beginnen		de eerste
el segundo Lernen beginnen		de tweede
el tercero Lernen beginnen		de derde
el cuarto Lernen beginnen		het vierde
el quinto Lernen beginnen		vijfde
lejos Lernen beginnen		verweg

Spaans woordjes A3A

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr