→ Staart. Nl Deel 2 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
to ring the bell Lernen beginnen		aanbellen
the opening words Lernen beginnen		de aanhef
to knock Lernen beginnen		aankloppen
present Lernen beginnen		aanwezig
the closing words Lernen beginnen		de afsluiting
the boss Lernen beginnen		de baas
to influence Lernen beginnen		beïnvloeden
to look at Lernen beginnen		bekijken
to climb Lernen beginnen		beklimmen
dear Lernen beginnen		beste
cloudy Lernen beginnen		bewolkt
the sight Lernen beginnen		de bezienswaardigheid
the activity Lernen beginnen		de bezigheid
the inland Lernen beginnen		het binnenland
the flower Lernen beginnen		de bloem
the farm Lernen beginnen		de boerderij
the shower/downpour Lernen beginnen		de bui
the bar Lernen beginnen		het café
approximately Lernen beginnen		circa
consequently Lernen beginnen		daardoor
the dike Lernen beginnen		de dijk
the village Lernen beginnen		het dorp
to turn Lernen beginnen		draaien
dry Lernen beginnen		droog
the island Lernen beginnen		het eiland
the hole Lernen beginnen		het gat
the area Lernen beginnen		het gebied
the building Lernen beginnen		het gebouw
to use Lernen beginnen		gebruiken
temperate Lernen beginnen		gematigd
average Lernen beginnen		gemiddeld
the feeling Lernen beginnen		het gevoel
the guide Lernen beginnen		de gids
the glass Lernen beginnen		het glas
the degree Lernen beginnen		de graad
the salutation Lernen beginnen		de groet
regards Lernen beginnen		de groetjes
to hail Lernen beginnen		hagelen
hot Lernen beginnen		heet
the hill Lernen beginnen		de heuvel
in the distance Lernen beginnen		in de verte
suddenly Lernen beginnen		ineens
informal Lernen beginnen		informeel
barren/empty Lernen beginnen		kaal
to camp out Lernen beginnen		kamperen
the chance Lernen beginnen		de kans
the side Lernen beginnen		de kant
finished/ready Lernen beginnen		klaar
to be right Lernen beginnen		kloppen
cool Lernen beginnen		koel
the queen Lernen beginnen		de koningin
cold Lernen beginnen		koud
the cross Lernen beginnen		het kruis
the coast Lernen beginnen		de kust
the landscape Lernen beginnen		het landschap
later Lernen beginnen		later
the spring Lernen beginnen		de lente
the song Lernen beginnen		het lied
love Lernen beginnen		liefs
dear Lernen beginnen		lieve
the sky Lernen beginnen		de lucht
the flour Lernen beginnen		het meel
the lake Lernen beginnen		het meer
to notice Lernen beginnen		merken
the tube/subway Lernen beginnen		de metro
minus Lernen beginnen		min
to be foggy Lernen beginnen		misten
the windmill Lernen beginnen		de molen
the musician Lernen beginnen		de musicus
wet Lernen beginnen		nat
the rainfall Lernen beginnen		de neerslag
the north Lernen beginnen		het noorden
under Lernen beginnen		onder
the east Lernen beginnen		het oosten
the sunny period Lernen beginnen		de opklaring
in the daytime Lernen beginnen		overdag
the park Lernen beginnen		het park
the period Lernen beginnen		de periode
flat Lernen beginnen		plat
the countryside Lernen beginnen		het platteland
the province Lernen beginnen		de provincie
the rain Lernen beginnen		de regen
to rain Lernen beginnen		regenen
the river Lernen beginnen		de rivier
to look around Lernen beginnen		rondkijken
to shine (sun) Lernen beginnen		schijnen
to go skiing Lernen beginnen		skiën
the ditch Lernen beginnen		de sloot
the snow Lernen beginnen		de sneeuw
to snow Lernen beginnen		sneeuwen
to be sorry Lernen beginnen		spijten
the town Lernen beginnen		de stad
to blow up a gale Lernen beginnen		stormen
the system Lernen beginnen		het systeem
the head wind Lernen beginnen		de tegenwind
the temperature Lernen beginnen		de temperatuur
to bring back Lernen beginnen		terugbrengen
to come back/to return Lernen beginnen		terugkomen
the trip Lernen beginnen		de tocht
the tourist Lernen beginnen		de toerist
the tower Lernen beginnen		de toren
Venice Lernen beginnen		Venetië
further on Lernen beginnen		verderop
the difference Lernen beginnen		het verschil
the foot Lernen beginnen		de voet
the proposal Lernen beginnen		het voorstel
to freeze Lernen beginnen		vriezen
to blow (wind) Lernen beginnen		waaien
the weather Lernen beginnen		het weer
the weather report Lernen beginnen		het weerbericht
the weather forecast Lernen beginnen		de weersverwachting
the pasture/meadow Lernen beginnen		het weiland
west Lernen beginnen		west
the wind Lernen beginnen		de wind
the winter Lernen beginnen		de winter
wintery Lernen beginnen		winters
the cloud Lernen beginnen		de wolk
mild Lernen beginnen		zacht
the bag Lernen beginnen		de zak
the sea climate Lernen beginnen		het zeeklimaat
extremely Lernen beginnen		zeer
the south Lernen beginnen		het zuiden
weak Lernen beginnen		zwak
to turn (right/left) Lernen beginnen		(rechts/links) afslaan
alternative Lernen beginnen		alternatief
the highway Lernen beginnen		de autosnelweg
the highway Lernen beginnen		de autoweg
the bartender Lernen beginnen		de barman
to thank Lernen beginnen		bedanken
quite Lernen beginnen		behoorlijk
the driver Lernen beginnen		de bestuurder
happy Lernen beginnen		blij
to seem/to appear Lernen beginnen		blijken
the curve Lernen beginnen		de bocht
the traffic sign Lernen beginnen		het bord
the motorbike Lernen beginnen		de bromfiets
the fair Lernen beginnen		het carnaval
the inspector Lernen beginnen		de controleur
the course Lernen beginnen		de cursus
daily Lernen beginnen		dagelijks
to close Lernen beginnen		dichtdoen
drunk Lernen beginnen		dronken
clear Lernen beginnen		duidelijk
the one-way road Lernen beginnen		de eenrichtingsweg
the end Lernen beginnen		het eind
the admission Lernen beginnen		de entreeprijs
the public holiday Lernen beginnen		de feestdag
the cyclist Lernen beginnen		de fietser
the bicycle path Lernen beginnen		het fietspad
valid Lernen beginnen		geldig
closed Lernen beginnen		gesloten
Ascension Day Lernen beginnen		de Hemelvaartsdag
to be in the way Lernen beginnen		hinderen
how long Lernen beginnen		hoelang
Christmas Lernen beginnen		de kerstdag
King’s Day Lernen beginnen		de Koningsdag
the crossing Lernen beginnen		het kruispunt
the quarter of an hour Lernen beginnen		het kwartier
lost Lernen beginnen		kwijt
to lose Lernen beginnen		kwijtraken
the class Lernen beginnen		de les
left Lernen beginnen		links
to the left Lernen beginnen		linksaf
the minute Lernen beginnen		de minuut
possible Lernen beginnen		mogelijk
to take Lernen beginnen		nemen
just like Lernen beginnen		net als
to announce Lernen beginnen		omroepen
unknown Lernen beginnen		onbekend
on the way Lernen beginnen		onderweg
not mandatory Lernen beginnen		onverplicht
the opening hours Lernen beginnen		de openingstijd
to watch out Lernen beginnen		opletten
Easter Monday Lernen beginnen		de paasmaandag
the Pentecost Lernen beginnen		de pinkstermaandag
the picture Lernen beginnen		het plaatje
the street map Lernen beginnen		de plattegrond
the ordinal number Lernen beginnen		het rangtelwoord
straight ahead Lernen beginnen		rechtdoor
the right hand Lernen beginnen		de rechterhand
(to the) right Lernen beginnen		rechts
the passenger Lernen beginnen		de reiziger
the lane Lernen beginnen		de rijbaan
the traffic direction Lernen beginnen		de rijrichting
the ride Lernen beginnen		het ritje
to call Lernen beginnen		roepen
the route Lernen beginnen		de route
the route itinerary, directions Lernen beginnen		de routebeschrijving
the back Lernen beginnen		de rug
to close Lernen beginnen		sluiten
exciting Lernen beginnen		spannend
to go out Lernen beginnen		stappen
to ask (a question) Lernen beginnen		stellen
the traffic light Lernen beginnen		het stoplicht
during Lernen beginnen		tijdens
the sidewalk Lernen beginnen		het trottoir
the tunnel Lernen beginnen		de tunnel
to be on a certain date Lernen beginnen		vallen
the prohibition Lernen beginnen		het verbod
compulsory Lernen beginnen		verplicht
the vehicle Lernen beginnen		het vervoermiddel
the ticket Lernen beginnen		het vervoersbewijs
near/close to Lernen beginnen		vlak bij
right before Lernen beginnen		vlak voor
nearby/close Lernen beginnen		vlakbij
the footpath Lernen beginnen		het voetpad
to follow Lernen beginnen		volgen
the adult Lernen beginnen		de volwassene
where to Lernen beginnen		waarnaartoe
the weekend Lernen beginnen		het weekendje
the road Lernen beginnen		de weg
to show the way Lernen beginnen		wijzen
visible Lernen beginnen		zichtbaar
to take care of Lernen beginnen		zorgen voor
the fare dodger Lernen beginnen		de zwartrijder
mashed potatoes Lernen beginnen		de aardappelpuree
to pour off Lernen beginnen		afgieten
the aversion to Lernen beginnen		de afkeer
the date Lernen beginnen		het afspraakje
the dishes Lernen beginnen		de afwas
the apple sauce Lernen beginnen		de appelmoes
the arm Lernen beginnen		de arm
the poverty Lernen beginnen		de armoede
the vinegar Lernen beginnen		de azijn
cooked but still crunchy Lernen beginnen		beetgaar
the promise Lernen beginnen		de belofte
to name Lernen beginnen		benoemen
to judge Lernen beginnen		beoordelen
to protect Lernen beginnen		beschermen
the silverware Lernen beginnen		het bestek
to sprinkle Lernen beginnen		bestrooien
bitter Lernen beginnen		bitter
to burp Lernen beginnen		boeren
the plate Lernen beginnen		het bord
to roast Lernen beginnen		braden
the lemon Lernen beginnen		de citroen
culinary Lernen beginnen		culinair
the tablespoon Lernen beginnen		de eetlepel
the elbow Lernen beginnen		de elleboog
fresh Lernen beginnen		fris
well-done Lernen beginnen		gaar
the gas Lernen beginnen		het gas
the guest Lernen beginnen		de gast
the sound Lernen beginnen		het geluid
enough Lernen beginnen		genoeg
the dish Lernen beginnen		het gerecht
terrific/great Lernen beginnen		geweldig
the company Lernen beginnen		het gezelschap
the ham Lernen beginnen		de ham
the bite Lernen beginnen		het hapje
to remember Lernen beginnen		herinneren (zich -)
the amount Lernen beginnen		de hoeveelheid
the stew Lernen beginnen		de hutspot
to reduce (in cooking) Lernen beginnen		inkoken
to pour Lernen beginnen		inschenken
to irritate Lernen beginnen		irriteren
the tomato ketchup Lernen beginnen		de ketchup
crunchy Lernen beginnen		knapperig
the frying pan Lernen beginnen		de koekenpan
the bowl Lernen beginnen		de kom
slow/low Lernen beginnen		laag
last Lernen beginnen		laatste
to let Lernen beginnen		laten
the spoon Lernen beginnen		de lepel
logical Lernen beginnen		logisch
to like Lernen beginnen		lusten
to be better than expected Lernen beginnen		meevallen
the knife Lernen beginnen		het mes
the mouth Lernen beginnen		de mond
not need to Lernen beginnen		niet hoeven
the nutmeg Lernen beginnen		de nootmuskaat
the olive oil Lernen beginnen		de olijfolie
meanwhile Lernen beginnen		ondertussen
the nonsense Lernen beginnen		de onzin
to eat Lernen beginnen		opeten
to grow up Lernen beginnen		opgroeien
to call up Lernen beginnen		oproepen
the oven Lernen beginnen		de oven
the oven dish Lernen beginnen		de ovenschotel
the pan/pot Lernen beginnen		de pan
the pepper Lernen beginnen		de peper
piquant/spicy Lernen beginnen		pikant
spicy Lernen beginnen		pittig
nice Lernen beginnen		prettig
the principle Lernen beginnen		het principe
to taste Lernen beginnen		proeven
cheers Lernen beginnen		proost
the masher Lernen beginnen		de pureestamper
the recipe Lernen beginnen		het recept
the rule Lernen beginnen		de regel
the rosette Lernen beginnen		het roosje
juicy Lernen beginnen		sappig
to pour Lernen beginnen		schenken
sharp/spicy Lernen beginnen		scherp
to peel Lernen beginnen		schillen
to gobble Lernen beginnen		schrokken
to serve Lernen beginnen		serveren
the napkin Lernen beginnen		het servet
simple Lernen beginnen		simpel
to slurp Lernen beginnen		slurpen
the taste Lernen beginnen		de smaak
tasty Lernen beginnen		smaakvol
tasty Lernen beginnen		smakelijk
tasteless Lernen beginnen		smakeloos
to smack one’s lips Lernen beginnen		smakken
to melt Lernen beginnen		smelten
to cut with a knife Lernen beginnen		snijden
to mash Lernen beginnen		stampen
to support Lernen beginnen		steunen
to set the table Lernen beginnen		de tafel dekken
the table companion Lernen beginnen		de tafelgenoot
the tablecloth Lernen beginnen		het tafelkleed
the table manners Lernen beginnen		de tafelmanieren
the teaspoon Lernen beginnen		de theelepel
to add Lernen beginnen		toevoegen
the onion Lernen beginnen		de ui
the challenge Lernen beginnen		de uitdaging
to spend Lernen beginnen		uitgeven
to divide Lernen beginnen		verdelen
to heat/to warm up Lernen beginnen		verhitten
nasty Lernen beginnen		vies
the fork Lernen beginnen		de vork
the fire Lernen beginnen		het vuur
probably Lernen beginnen		waarschijnlijk
watery Lernen beginnen		waterig
the chicory Lernen beginnen		de witlof
the silver onion Lernen beginnen		het zilveruitje
sweet Lernen beginnen		zoet
salty Lernen beginnen		zout
the salt Lernen beginnen		het zout
sour Lernen beginnen		zuur
to wave Lernen beginnen		zwaaien
to point out/indicate Lernen beginnen		aanduiden
the kitchen counter Lernen beginnen		het aanrecht
the number Lernen beginnen		het aantal
to depend on Lernen beginnen		afhangen van
already Lernen beginnen		al
general Lernen beginnen		algemeen
the aluminium Lernen beginnen		het aluminium
antique Lernen beginnen		antiek
the bathtub Lernen beginnen		het bad
the sofa and chairs Lernen beginnen		het bankstel
particular Lernen beginnen		bepaald
the concrete Lernen beginnen		het beton
the population Lernen beginnen		de bevolking
special Lernen beginnen		bijzonder
the bookcase Lernen beginnen		de boekenkast
the do-it-yourself shop Lernen beginnen		de bouwmarkt
foreign Lernen beginnen		buitenlands
the office chair Lernen beginnen		de bureaustoel
the digit Lernen beginnen		het cijfer
comfortable Lernen beginnen		comfortabel
the contrast Lernen beginnen		het contrast
the roof terrace Lernen beginnen		het dakterras
the quilt cover Lernen beginnen		het dekbedovertrek
the blanket Lernen beginnen		de deken
the door Lernen beginnen		de deur
the depth Lernen beginnen		de diepte
to spend (time) Lernen beginnen		doorbrengen
to pass by/pass through Lernen beginnen		doorlopen
average Lernen beginnen		doorsnee
the shower Lernen beginnen		de douche
the dream Lernen beginnen		de droom
the dining room Lernen beginnen		de eetkamer
the dining table Lernen beginnen		de eettafel
the century Lernen beginnen		de eeuw
the owner Lernen beginnen		de eigenaar
enormous Lernen beginnen		enorm
the armchair Lernen beginnen		de fauteuil
the fuss Lernen beginnen		het gedoe
not a single Lernen beginnen		geen enkel
completely Lernen beginnen		geheel
to be right Lernen beginnen		gelijk hebben
the hall Lernen beginnen		de hal
very Lernen beginnen		hartstikke
the origins Lernen beginnen		de herkomst
the same Lernen beginnen		hetzelfde
the corner Lernen beginnen		de hoek
the wood Lernen beginnen		het hout
the living room Lernen beginnen		de huiskamer
the iron Lernen beginnen		het ijzer
the furnishings Lernen beginnen		de inrichting
the influence Lernen beginnen		de invloed
the cotton Lernen beginnen		het katoen
the closet/wardrobe Lernen beginnen		de kledingkast
the emphasis Lernen beginnen		de klemtoon
the refrigerator Lernen beginnen		de koelkast
to laugh Lernen beginnen		lachen
the drawer Lernen beginnen		de lade
the sheet Lernen beginnen		het laken
the lamp Lernen beginnen		de lamp
the laptop Lernen beginnen		de laptop
the light Lernen beginnen		het licht
the loft Lernen beginnen		de loft
massive Lernen beginnen		massaal
the material Lernen beginnen		het materiaal
the furniture Lernen beginnen		het meubel
the middle Lernen beginnen		het midden
modern Lernen beginnen		modern
multicultural Lernen beginnen		multicultureel
the night table Lernen beginnen		het nachtkastje
no one Lernen beginnen		niemand
still Lernen beginnen		nog
the norm Lernen beginnen		de norm
the nostalgia Lernen beginnen		de nostalgie
the nylon Lernen beginnen		het nylon
the surroundings Lernen beginnen		de omgeving
the circumference Lernen beginnen		de omtrek
to discover Lernen beginnen		ontdekken
to receive Lernen beginnen		ontvangen
old-fashioned Lernen beginnen		ouderwets
the similarity Lernen beginnen		de overeenkomst
the day after tomorrow Lernen beginnen		overmorgen
to fetch Lernen beginnen		pakken
just/only Lernen beginnen		pas
to match Lernen beginnen		passen bij
the pattern Lernen beginnen		het patroon
the percentage Lernen beginnen		het percentage
the plastic Lernen beginnen		het plastic
the spot Lernen beginnen		de plek
wonderful Lernen beginnen		prachtig
the percent Lernen beginnen		het procent
the terrace/row house Lernen beginnen		het rijtjeshuis
spacious Lernen beginnen		ruim
the space Lernen beginnen		de ruimte
the sidetable Lernen beginnen		de salontafel
the society Lernen beginnen		de samenleving
the satin Lernen beginnen		het satijn
the bedroom Lernen beginnen		de slaapkamer
the kind of Lernen beginnen		het soort
the mirror Lernen beginnen		de spiegel
the stuff Lernen beginnen		het spul
the comic Lernen beginnen		het stripverhaal
the study Lernen beginnen		de studeerkamer
the symbol Lernen beginnen		het symbool
for sale Lernen beginnen		te koop
at home Lernen beginnen		thuis
the shade Lernen beginnen		het tintje
second-hand Lernen beginnen		tweedehands
the type Lernen beginnen		het type
to try out Lernen beginnen		uitproberen
to rest Lernen beginnen		uitrusten
only/exclusively Lernen beginnen		uitsluitend
the view Lernen beginnen		het uitzicht
be of the opinion Lernen beginnen		van mening zijn
safe Lernen beginnen		veilig
to change Lernen beginnen		veranderen
to move (house) Lernen beginnen		verhuizen
to shift Lernen beginnen		verplaatsen
familiar Lernen beginnen		vertrouwd
the floor Lernen beginnen		de vloer
the carpet Lernen beginnen		de vloerbedekking
the rug Lernen beginnen		het vloerkleed
enough/sufficient Lernen beginnen		voldoende
the front door Lernen beginnen		de voordeur
the front Lernen beginnen		de voorkant
to occur Lernen beginnen		voorkomen
last/previous Lernen beginnen		vorig
the shape Lernen beginnen		de vorm
detached Lernen beginnen		vrijstaand
before/in the past Lernen beginnen		vroeger
the value Lernen beginnen		de waarde
the washing machine Lernen beginnen		de wasmachine
the sink Lernen beginnen		de wastafel
the alarm clock Lernen beginnen		de wekker
the worktop Lernen beginnen		het werkblad
the wheel Lernen beginnen		het wiel
the linoleum Lernen beginnen		het zeil
to set the table Lernen beginnen		de tafel dekken
to pour the wine Lernen beginnen		de wijn inschenken
to add a bit of salt Lernen beginnen		een beetje zout toevoegen
to do the dishes Lernen beginnen		de afwas doen
to boil the potatoes Lernen beginnen		de aardappels koken
to taste a bite Lernen beginnen		een hapje proeven
to spend money Lernen beginnen		geld uitgeven
to put the food on the table Lernen beginnen		het eten op tafel zetten
folding laundry, brain Lernen beginnen		vouwen
folding bike Lernen beginnen		de vouwfiets
recommendation, highly recommended Lernen beginnen		de aanrader
fair (country fair) Lernen beginnen		de kermis
freezing cold, frost, king, prince Lernen beginnen		de vorst
a hail Lernen beginnen		de hagel
mathematics Lernen beginnen		wiskunde
simple, straightforward, plain Lernen beginnen		eenvoudig
exchange stop, layover, stopover Lernen beginnen		tussenstop
change, switch Lernen beginnen		de overstap
noisy Lernen beginnen		lawaaiig
catch up (talk) Lernen beginnen		(het) bijpraten
black salsify (veggie) Lernen beginnen		schorseneren
whipped cream Lernen beginnen		de slagroom
ripe avocado Lernen beginnen		rijpe avocado
Friday afternoon drinks Lernen beginnen		vrijdagmiddagborrels, vrijmibo
appetiser Lernen beginnen		voorgerecht, bittergarnituur
to stir Lernen beginnen		roeren

Staart. nl deel 2

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr