→ Stap 1 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
de vrouw Lernen beginnen		kobieta, żona
de vriend Lernen beginnen		Przyjaciel
de maand Lernen beginnen		miesiąc
de fiets Lernen beginnen		rower
de trein Lernen beginnen		pociąg
de brief Lernen beginnen		list
de man Lernen beginnen		meżczyzna, mąż
de vriendin Lernen beginnen		przyjaciółka
de bus Lernen beginnen		autobus
de les Lernen beginnen		lekcja
de klas Lernen beginnen		klasa
de naam Lernen beginnen		imię, nazwa
de taal Lernen beginnen		język
de week Lernen beginnen		tydzień
de vraag Lernen beginnen		pytanie
de jongen Lernen beginnen		chłopiec
de tram Lernen beginnen		Tramwaj
de dochter Lernen beginnen		córka
de zoon Lernen beginnen		Syn
de auto Lernen beginnen		Samochód
het land Lernen beginnen		kraj
het antwoord Lernen beginnen		odpowiedź
het jaar Lernen beginnen		rok
het meisje Lernen beginnen		dziewczyna
het kind Lernen beginnen		dziecko
de zus Lernen beginnen		siostra
de broer Lernen beginnen		brat
het vervoermiddel Lernen beginnen		środki transportu
getrouwd Lernen beginnen		żonaty, zamężna
gescheiden Lernen beginnen		rozwiedziony
samen Lernen beginnen		razem
heten Lernen beginnen		nazywać się
wonen Lernen beginnen		żyć, mieszkać
komen Lernen beginnen		przybywać
spreken Lernen beginnen		mówić
schrijven Lernen beginnen		napisać
luisteren Lernen beginnen		słuchać
lezen Lernen beginnen		czytać
zijn Lernen beginnen		być
gaan Lernen beginnen		iść
hebben Lernen beginnen		mieć
welk, welke Lernen beginnen		jaki, jaka, jakie
hoe Lernen beginnen		jak?
waar Lernen beginnen		gdzie?
wat Lernen beginnen		co?
wanneer Lernen beginnen		kiedy?
hoeveel Lernen beginnen		ile?
de deur Lernen beginnen		drzwi
de stoel Lernen beginnen		krzesło
wie Lernen beginnen		kto
waarom Lernen beginnen		dlaczego
de vensterbank Lernen beginnen		parapet
de vuilnisbak Lernen beginnen		kosz na śmieci
de pen Lernen beginnen		długopis
de kapstok Lernen beginnen		wieszak
de jas Lernen beginnen		Kurtka
de letter Lernen beginnen		litera
de tafel Lernen beginnen		stół
de wastafel Lernen beginnen		zlew
het boek Lernen beginnen		książka
het bord Lernen beginnen		tablica
het raam Lernen beginnen		okno
het woord Lernen beginnen		słowo
nog Lernen beginnen		jeszcze
de muur Lernen beginnen		ściana
de kast Lernen beginnen		szafa
daar Lernen beginnen		tam
zoeken Lernen beginnen		szukać
kennen Lernen beginnen		znać
omcirkelen Lernen beginnen		otaczać, zakreślić
het getal Lernen beginnen		liczba
tellen Lernen beginnen		liczyć
onderstrepen Lernen beginnen		podkreślać
horen Lernen beginnen		słyszeć
Hoe heet jij? Lernen beginnen		Jak masz na imię?
Hoe gaat het? Hoe gaat het met jou? Lernen beginnen		Jak się masz? Jak się masz?
waar kom je vandaan? Lernen beginnen		skąd jesteś?
makkelijk Lernen beginnen		łatwy
moeilijk Lernen beginnen		trudny
waar is? Lernen beginnen		gdzie jest?
hier Lernen beginnen		tutaj
werken Lernen beginnen		pracować
kijken Lernen beginnen		oglądać
leren Lernen beginnen		uczyć się
bellen Lernen beginnen		dzwonić
maken Lernen beginnen		robić
herhalen Lernen beginnen		powtarzać
warm Lernen beginnen		gorąco
de kaart Lernen beginnen		mapa
de foto Lernen beginnen		zdjęcie
de tas Lernen beginnen		torba
de muur Lernen beginnen		ściana
willen Lernen beginnen		chcesz
dom Lernen beginnen		głupi
uitstekend Lernen beginnen		doskonale
fantastisch! Lernen beginnen		fantastyczne!
super Lernen beginnen		wspaniały
prima! Lernen beginnen		dobrze!
heel goed Lernen beginnen		bardzo dobry
redelijk Lernen beginnen		średnio
slecht Lernen beginnen		zły
vreselijk Lernen beginnen		strasznie
Wat is jouw naam? Lernen beginnen		Jak masz na imię?
Hoe heet je? Lernen beginnen		Jak masz na imię?
Wie ben jij? Lernen beginnen		Kim jesteś?
kiezen ik kies... Lernen beginnen		wybrać ja wybieram
genoeg Lernen beginnen		wystarczy
volgende Lernen beginnen		następny
vloeiend Lernen beginnen		biegły
een beetje Lernen beginnen		trochę
moedertaal Lernen beginnen		język ojczysty
ik spreek geen Nederlands Lernen beginnen		Nie mówię po niderlandzku
noord Lernen beginnen		północ
west Lernen beginnen		zachód
oost Lernen beginnen		wschód
wijk Lernen beginnen		dzielnica
straat Lernen beginnen		ulica
dichtbij Lernen beginnen		blisko
ver van Lernen beginnen		daleko od
vandaan Lernen beginnen		z
onderzoek Lernen beginnen		śledztwo, badania
aangenaam Lernen beginnen		miło mi
Prettig kennis met je te maken Lernen beginnen		Miło cię poznać
meneer Lernen beginnen		Pan
mevrouw Lernen beginnen		Pani
scheikunde Lernen beginnen		chemia
terug Lernen beginnen		z powrotem
daar Lernen beginnen		tam
het oorlog Lernen beginnen		wojna
dus Lernen beginnen		więc
zuivel Lernen beginnen		nabiał
volgende Lernen beginnen		następny
vertelen Lernen beginnen		powiedzieć
waarin Lernen beginnen		w którym
iemand Lernen beginnen		ktoś
niemand Lernen beginnen		nikt
ook Lernen beginnen		też
zoals Lernen beginnen		takie jak
graag Lernen beginnen		chętnie
alleen Lernen beginnen		tylko
de dag Lernen beginnen		dzień
de verjaardag Lernen beginnen		urodziny
de verjaardagskalender Lernen beginnen		kalendarz urodzin
de lente Lernen beginnen		wiosna
de zomer Lernen beginnen		lato
de herfst Lernen beginnen		Jesień
de winter Lernen beginnen		Zima
de weekdag Lernen beginnen		dzień tygodnia
de sluitingsdag Lernen beginnen		dzień zamknięcia sklepów
de werkdag Lernen beginnen		dzień pracy
de boodschappen Lernen beginnen		zakupy
het begin Lernen beginnen		początek
het seizoen Lernen beginnen		pora roku
het zwembad Lernen beginnen		basen
jarig Lernen beginnen		urodziny
Neuwsjaarsdag Lernen beginnen		Nowy Rok
feestdagen Lernen beginnen		święta
Pasen Lernen beginnen		Wielkanoc
Bevrijdingsdag Lernen beginnen		Dzień Niepodległości
Hemelvaartsdag Lernen beginnen		Dzień Wniebowstąpienia
Pinksteren Lernen beginnen		Zielone Świątki
Kerstmis Lernen beginnen		Boże Narodzenie
openingstijden Lernen beginnen		godziny otwarcia
doorlopend Lernen beginnen		ciągły, bez przerwy
beleven Lernen beginnen		przeżywać, doświadczać
boodschappen doen Lernen beginnen		robić zakupy
leren Lernen beginnen		uczyć się
willen Lernen beginnen		chcieć
werken Lernen beginnen		pracować
halen Lernen beginnen		odebrać
eindigen Lernen beginnen		koniec
zwemmen Lernen beginnen		pływać
iemand Lernen beginnen		ktoś

Stap 1

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr