→ Thema 5 → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Frage		Antworten
słup latarni Lernen beginnen		de lantaarnpaal
rotunda Lernen beginnen		de rotonde
chodnik Lernen beginnen		de stoep
początkowy Lernen beginnen		aanvankelijk
spaść Lernen beginnen		afnemen
ofiarować Lernen beginnen		bieden
opaść; obniżyć Lernen beginnen		dalen
dzielić Lernen beginnen		delen
rozdzielić Lernen beginnen		verdelen
część Lernen beginnen		het deel
wymaganie Lernen beginnen		de eis
warunek Lernen beginnen		de voorwaarde
porządny; porządnie Lernen beginnen		flink
wspólny; wspólnie Lernen beginnen		gezamenlijk
przybrać Lernen beginnen		toenemen
rosnąć Lernen beginnen		groeien
w pół drogi Lernen beginnen		halverwege
branża hotelarska Lernen beginnen		de horeca
gospodyni Lernen beginnen		de hospita
wprowadzić Lernen beginnen		invoeren
wprowadzić Lernen beginnen		introduceren
skąpy; szczupły Lernen beginnen		krap
przestrzeń; obszar Lernen beginnen		de ruimte
przebudować Lernen beginnen		ombouwen
powstać Lernen beginnen		ontstaan
ostry; porywczy Lernen beginnen		fel
dyskusja Lernen beginnen		de discussie
twierdzenie Lernen beginnen		de stelling
gościnny Lernen beginnen		gastvrij
budynek Lernen beginnen		het pand
około (czas) Lernen beginnen		rond
więcej niż Lernen beginnen		ruim
tylko; jedynie Lernen beginnen		slechts
skromny; skromnie Lernen beginnen		sober
skromny; zwyczajnie Lernen beginnen		eenvoudig
prowadzić (życie); kierować Lernen beginnen		leiden
fundacja Lernen beginnen		de stichting
mózg Lernen beginnen		de hersenen
przy tym; do tego Lernen beginnen		erbij
zobowiązać Lernen beginnen		verplichten
korzystny Lernen beginnen		voordelig
szczególnie; zwłaszcza Lernen beginnen		voornamelijk
zależny Lernen beginnen		afhankelijk
tak zwany Lernen beginnen		zogenaamd
tzw. Lernen beginnen		zogenoemd
zwane Lernen beginnen		zogeheten
bez liści; łysy Lernen beginnen		kaal
być uzależniony Lernen beginnen		verslaafd zijn aan
zależeć Lernen beginnen		afhangen
To zależy od pytania. Lernen beginnen		Dat hangt van je vraag af.
natychmiast Lernen beginnen		meteen
pozwolić; przyznać Lernen beginnen		toestaan
dni powszednie Lernen beginnen		de doordeweeks
urząd celny; celnik Lernen beginnen		de douane
w przeciwieństwie; przeciwnie Lernen beginnen		daartegen
dotyczyć Lernen beginnen		betreffen
przykrość; skandal Lernen beginnen		de ergernis
możliwość Lernen beginnen		de mogelijkheid
zamykany Lernen beginnen		afsluitbaar
ciężar Lernen beginnen		de last
Mam problem z... Lernen beginnen		Ik heb last van
bałagan Lernen beginnen		de rotzooi; de rommel
kłótnia Lernen beginnen		de ruzie
sąsiedzka kłótnia Lernen beginnen		de burenruzie
zatłoczony Lernen beginnen		overvolle
gałąź Lernen beginnen		de tak
zwisające gałęzie Lernen beginnen		overhangende takken
kreska; pasek Lernen beginnen		de streep
światło słoneczne Lernen beginnen		het zonlicht
zabrać; usunąć Lernen beginnen		wegnemen
to może prowadzić do dużych kłótni pomiędzy... Lernen beginnen		die kunnen leiden tot grote ruzies tussen...
rzecznik Lernen beginnen		de woordvoerder
prawniczka Lernen beginnen		de juriste
prawnik Lernen beginnen		de jurist
niezależny Lernen beginnen		onafhankelijk
cywil Lernen beginnen		de burger
można zasięgnąć Lernen beginnen		terechtkunnen
porady prawne Lernen beginnen		juridisch advies
załagodzić; uspokoić Lernen beginnen		sussen
zawiadomienie Lernen beginnen		de melding
wzrosnąć Lernen beginnen		toenemen
sprawa Lernen beginnen		de zaak
porządek; ład Lernen beginnen		de orde
tu jest mowa o Lernen beginnen		er is sprake van
mocny Lernen beginnen		fors
mianowicie Lernen beginnen		namelijk
podwojenie Lernen beginnen		de verdubbeling
wiosna Lernen beginnen		het voorjaar
wszelkiego rodzaju Lernen beginnen		allerlei
specyficzny Lernen beginnen		specifiek
zwiększenie Lernen beginnen		de toename
przeszkodzić Lernen beginnen		storen
dym Lernen beginnen		de rook
pełnoletni Lernen beginnen		mondig
podjąć się Lernen beginnen		ondernemen
nice guy Lernen beginnen		de aardige gozer
trąbka Lernen beginnen		de trompet
Tego nie wiedziałam. Lernen beginnen		Dat wist ik niet.
Ale w ostatnim czasie stało się to trochę zbyt szalone. Lernen beginnen		Maar de laatste tijd wordt het toch een beetje te gek.
Mamy wiele nieprzyjemności z tym. Lernen beginnen		We hebben er veel last van.
za dnia Lernen beginnen		overdag
O co chodzi? Lernen beginnen		Waar gaat het over?
wciąż Lernen beginnen		steeds
śliczny; uroczy Lernen beginnen		schattig
śmierdzieć Lernen beginnen		stinken
przerażający Lernen beginnen		ontzettend
smród Lernen beginnen		de stank
przeklęty Lernen beginnen		verdomd
zapobiec Lernen beginnen		voorkomen
przywiązać Lernen beginnen		vastbinden
stado bestii Lernen beginnen		de rotbeesten
spowodować Lernen beginnen		veroorzaken
gdzie indziej Lernen beginnen		elders
tam i z powrotem Lernen beginnen		op en neer
sternik Lernen beginnen		de stuurman
poznawaliśmy się Lernen beginnen		leerden kennen
tam Lernen beginnen		daarheen
opuścić Lernen beginnen		verlaten
promień Lernen beginnen		de straal
porządkować Lernen beginnen		regelen
dość Lernen beginnen		nogal
zawieść Lernen beginnen		falen
Ja zawiodłam jako matka. Lernen beginnen		Ik heb als moeder gefaald.
Nie byłam tam kiedy ona mnie potrzebowała. Lernen beginnen		Ik was er niet toen ze me nodig had.
od czasu do czasu Lernen beginnen		af en toe
do utrzymania mojej kondycji na poziomie Lernen beginnen		om mijn conditie op peil te houden
zazwyczaj Lernen beginnen		meestat
Tutaj jest nasz dom. Lernen beginnen		Hier horen wij thuis.
ekstremalna pogoda Lernen beginnen		het extreem weer
wielki pożar Lernen beginnen		de grote brand
niebezpieczeństwo zawalenia Lernen beginnen		het instortingsgevaar
brak prądu Lernen beginnen		uitval van stroom
duży wypadek drogowy Lernen beginnen		het groot verkeersongeval
katastrofa Lernen beginnen		de ramp
powódź Lernen beginnen		de overstroming
epidemia Lernen beginnen		de ziektegolf
przygotowanie Lernen beginnen		de voorbereiding
nadawca Lernen beginnen		de zender
zasilanie awaryjne Lernen beginnen		de noodvoorraad
wyjście awaryjne Lernen beginnen		de nooduitgang
otoczenie Lernen beginnen		de omgeving
wskazówka Lernen beginnen		de aanwijzing
władza Lernen beginnen		de overheid
ratownicy Lernen beginnen		de hulpverleners
złapać Lernen beginnen		opvangen
niepotrzebny Lernen beginnen		onnodig
obciążyć Lernen beginnen		belasten
najbliższy Lernen beginnen		dichtstbijzijnde
droga ewakuacyjna Lernen beginnen		de vluchtweg
pas awaryjny Lernen beginnen		de vluchtstrook
zaraźliwy Lernen beginnen		besmettelijk
kryć się Lernen beginnen		schuilen
futryna Lernen beginnen		de deurpost
chronić Lernen beginnen		beschermen
gruzy Lernen beginnen		het puin
zakryty Lernen beginnen		bedekt
pukać; klepać Lernen beginnen		kloppen
odradzić Lernen beginnen		afraden
przekazać (np. wiadomość) Lernen beginnen		afgeven
fala upałów Lernen beginnen		de hittegolf
wyłączyć Lernen beginnen		uitschakelen
korzystny Lernen beginnen		voordelig
odesłać Lernen beginnen		verwijzen
miły Lernen beginnen		aardig
być zakochanym w... Lernen beginnen		zijn verliefd op...
pióro Lernen beginnen		de vulpen
krytykować Lernen beginnen		hebben kritiek op...
być złym na... Lernen beginnen		zijn boos op...
chodnik Lernen beginnen		het trottoir

Thema 5

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.

Mehr