→ Tussentaal → Start Lernen / Flashcards Herunterladen MP3

Lernen beginnen

Frage		Antworten
ty Lernen beginnen		gij/ge
ciebie, ci Lernen beginnen		u
twój Lernen beginnen		uw
on w inwersii Lernen beginnen		em / ie
ja Lernen beginnen		k / ek-ik
mogę...? Lernen beginnen		makkik ...?
ja (w odpowiedzi) Lernen beginnen		ikke
wy Lernen beginnen		gelle/golle hebt gelle Sarah gezien?
ich (np. Widzę ich) Lernen beginnen		hun
mezelf, jezelf, zichzelf... Lernen beginnen		mijneigen, uweigen, zijneigen, onseigen
een Lernen beginnen		ne / een / e
mężczyzna Lernen beginnen		ne man
samochód Lernen beginnen		nen auto
kobieta Lernen beginnen		een vrouw
dziecko Lernen beginnen		e kind
problem Lernen beginnen		e probleem
kapelusz Lernen beginnen		een hoedje
mój samochód Lernen beginnen		mijnen auto
czysty samochód Lernen beginnen		ne schonen auto
nie duży samochód Lernen beginnen		gene groten auto
jego krzesło Lernen beginnen		zijne stoel
czyste krzesło Lernen beginnen		ne schone stoel
jego stare krzesło Lernen beginnen		zijnen ouwe stoel
maries computer Lernen beginnen		Marie haar computer
jans vrouw Lernen beginnen		Jan zijn vrouw
czy on już odpowiedział? Lernen beginnen		heeft 'em al geantwoord?
trochę Lernen beginnen		een beke

tussentaal