Ważne

 0    59 Datenblatt    esus
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
czy mogę twój numer telefonu?
Lernen beginnen
mag ik je telefonumer?
Mogę cię o coś zapytać?
Lernen beginnen
Mag ik je iets vragen?
Chciałbym...
Lernen beginnen
ik wil graag...
podoba mi się stół
Lernen beginnen
ik vind de tafel mooi
lubię frytki
Lernen beginnen
ik vind chips lekker
Nie lubię chipsów
Lernen beginnen
ik vind chips niet lekker
lubię frytki
Lernen beginnen
ik hau van chips
Nie lubię chipsów
Lernen beginnen
ik hau niet van chips
to jest świetne, fajne
Lernen beginnen
dat vind ik fijn
Pasuje mi to
Lernen beginnen
dat vind ik prima
skąd pochodzisz?
Lernen beginnen
war kom je vondan
Która jest teraz pora roku
Lernen beginnen
Welke seizoen is het nu?
to jest zima
Lernen beginnen
het is winter
Z jakiego kraju pochodzisz?
Lernen beginnen
uit welk land kom je?
jestem Polaką
Lernen beginnen
Ik ben Poolse
jak masz na imię?
Lernen beginnen
hoe heet je?
jak masz na imię
Lernen beginnen
wie ben je?
jak masz na imię?
Lernen beginnen
wat is je naam?
jaki jest Twój zawód?
Lernen beginnen
wat is je beroeg?
Jestem sekretarka
Lernen beginnen
Ik ben secretaresse
zgubiłem komórkę.
Lernen beginnen
ik ben mijn mobielte kwijt.
Czyj to stary rower?
Lernen beginnen
Van wie is die oude fiets?
czego potrzebujesz?
Lernen beginnen
wat heb je nodig?
kto może mi pomóc w pracach domowych?
Lernen beginnen
wie kan mij helpen met klussen in huis?
Opiekuję się mamą, jest chora
Lernen beginnen
ik zorg voor moeder. Ze is zik
Wyjeżdżam na miesiąc na urlop
Lernen beginnen
Ik ga een maand op vakantie
mam samochód. to jest moje auto
Lernen beginnen
ik heb auto. Dit is mijn auto
Ty masz rower. To jest twój/twój rower
Lernen beginnen
je hebt een fiets. Dit is jouw /je fiets
proszę pani/pan, czy to jest pani telefon komórkowy
Lernen beginnen
mevrouw /meneer is dit uw mobieltje
on ma dom, to jest jego dom
Lernen beginnen
hij heeft een huis. Dat is zijn huis
ona/ona ma psa. To jest jej pies
Lernen beginnen
ze /zij heeft een hond. Die is haar hond
święto
Lernen beginnen
de feestdag
ulotka
Lernen beginnen
de folder
informacja
Lernen beginnen
de informatie
szafa
Lernen beginnen
de kast
klient
Lernen beginnen
de klant
lampa
Lernen beginnen
de lamp
meble
Lernen beginnen
de meubels
wyprzedaż
Lernen beginnen
de opruiming
typ
Lernen beginnen
de soort
Strona internetowa
Lernen beginnen
de website
wybierać
Lernen beginnen
kizen
kosztować
Lernen beginnen
kosten
nasz, nasza, nasi, nasze
Lernen beginnen
onze
razem
Lernen beginnen
samen
sprzedawać
Lernen beginnen
verkopen
który, która, które
Lernen beginnen
welk
czarny
Lernen beginnen
zwart
biały
Lernen beginnen
wit
czerwony
Lernen beginnen
rood
połowa
Lernen beginnen
de helft
kuchnia
Lernen beginnen
keuken
gotować
Lernen beginnen
koken
zapomniałem
Lernen beginnen
ik vergeten
dobry wieczór
Lernen beginnen
Goedenavond
dobranoc
Lernen beginnen
goedenacht
serce
Lernen beginnen
hart
serdecznie witamy
Lernen beginnen
harte welkom
razem za jedyne 10 euro
Lernen beginnen
samen voor maar tien euro

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.