das Wörterbuch Deutsch Minus niederländisch

Deutsch - Nederlands, Vlaams

alle Holländisch:

1. allemaal


Goeiemorgen allemaal.
De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.
Systematisch probeerde Dima de nummers van 962 tot 965 te bellen, maar steeds kreeg hij de verkeerde Al-Sayib aan de lijn, hoewel ze allemaal van Fanta hielden en niet van noobs.
Dat zou allemaal zijn om mee te lachen, als het niet zo droevig was.
Ik bleef mezelf voorhouden dat het allemaal gauw voorbij zou zijn.
Alleen door alle atoomwapens te verbieden kunnen we allemaal samen de wapenwedloop stoppen.
De Europese Unie heeft 23 officiële talen, theoretisch allemaal gelijkberechtigd, maar in de praktijk zijn er maar drie werktalen: Engels, Frans en Duits.
Soms vraag ik me af of deze wereld er alleen in iemands hoofd is, en hij ons allemaal tot bestaan droomt. Misschien ben ik het zelfs wel.
We leven allemaal onder dezelfde hemel, maar onze horizon is verschillend.
Ieder van ons is als de maan: we hebben allemaal een donkere kant, die we nooit laten zien.
Jij schrijft en de kinderen schrijven; ze zitten allemaal stil en schrijven.
Ja, dat ben ik, zei Al-Sayib. "Maar er is er minstens één van ons in elk land. En we houden allemaal van Fanta en van noobs op hun plaats zetten."
Die letters staan allemaal verkeerd om! "Nee, dat hoort zo, dat is Russisch."
Het zijn allemaal kannibalen hier, behalve ik, ik word alleen maar opgegeten.