das Wörterbuch Deutsch Minus niederländisch

Deutsch - Nederlands, Vlaams

sondern Holländisch:

1. liever


Ik heb liever koffie.
Gisteravond was ik liever naar het concert geweest.
Als het u gelijk is: ik blijf liever thuis.
Ik loop liever dan te rijden in een grootstad als Tokio.
Ze zou liever zinnen vertalen op Tatoeba, dan met mij te chatten.
Ik schaats liever op noren dan op kunstschaatsen, want met noren kun je harder.
Ik zie hem nog liever omdat hij zo schuchter is.
Hoe sneller, hoe liever!
Liever met je hoofd door de muur dan helemaal geen raam!
Ik zit liever in de bibliotheek te lezen dan dat ik naar huis ga.
Ik kan nooit anderen aan het werk zetten, ik doe altijd liever alles zelf.
Liever sterven al rechtstaande dan geknield te leven.
Ik heb liever koekjes of snoep dan alcohol, maar ik drink wel.
Het kan gebeuren dat ik weldra opgeef en liever een dutje ga doen.
Muziek beluisteren doe ik graag, en muziek spelen nog liever.