1. uit de oudheid
2. oude
Om waardevol te zijn, moet het oude tapijt goed verzorgd zijn.
Oude mannen zijn vergeetachtig.
Mijn vrouw heeft me opgedragen deze oude hoed weg te gooien.
Niemand beneed de oude man, die miljonair was.
Het oude zomerhuis had slechts één bed, daarom sliepen we er om de beurt in.
Probeer vooral vriendelijk te zijn tegen de oude mensen.
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
We loven de goede oude tijd, maar we leven in de onze.
Onze grootvader vertelt ons over oude zaken.
In het zolderkamertje vonden ze alleen oude rommel.
Oude mensen worden vroeg wakker.
Er was niets in de kamer, behalve een oude stoel.
Daar heb ik nog nooit aan gedacht, zei de oude man. "Wat moeten we doen?"
De oude man trok een massa mensen rondom zich met zijn muziek.
Ze verdienen hun brood met het verzamelen en verkopen van oude kranten.
Holländisch Wort "ancient"(oude) tritt in Sätzen auf:
Living Forever (Ilse)3. erg oud