das Wörterbuch Englisch Minus niederländisch

English - Nederlands, Vlaams

battle Holländisch:

1. slag slag


Ze zijn eindelijk begonnen die weg opnieuw te asfalteren. Het werd ook tijd, zeg! Je kon er alleen nog zigzaggend fietsen als je geen slag in je wiel wilde krijgen van de gaten in het wegdek.
Zijn slag kwam niet ver.
Dit is de plaats waar de slag plaats vond.
Een nauwkeuriger onderzoek wees uit dat de schedel verbrijzeld was door een harde slag.

2. strijd


De strijd gaat verder!
Hij is gewond geraakt in de strijd.

3. strijd over