1. gebouw
Dit appartement is groter dan alle andere in dit gebouw.
Op een april zal Nanyo Foods Co Ltd verhuizen naar zijn nieuw gebouw in Yokohama.
De uitgang van de metro is vlak naast de deur van het gebouw.
Kijk naar dat gebouw.
Dit gebouw is hier al zolang ik mij kan herinneren.
Hij zette zijn auto voor het gebouw.
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
Het gebouw is honderd meter hoog.
Ooit bevond zich in dit gebouw een ziekenhuis.
In dit gebouw woont niemand.
Dat is het gebouw waar papa werkt.
Holländisch Wort "building"(gebouw) tritt in Sätzen auf:
Engels 1 September 2015engels leren2. het gebouw
Holländisch Wort "building"(het gebouw) tritt in Sätzen auf:
De populairste Engelse woorden 751 - 800Most common Dutch words 801 - 850Space - De ruimteDe ruimte - Space