1. tegenwoordig
Tegenwoordig kunnen mensen niet meer leven zonder klimaatregeling.
De prijzen zijn hoog tegenwoordig.
Het is tegenwoordig vrij normaal om jongeren tegen te komen die de Bijbel niet kennen.
Walakoem-oes-salaam, Al-Sayib! antwoordde Dima. "Wat doe jij tegenwoordig?"
Walakoem-oes-salaam, Al-Sayib! antwoordde Dima, maar zette het geluid van zijn telefoon deze keer wat harder, om te voorkomen dat dit een dubbele zin zou worden. "Wat doe jij tegenwoordig?"
Tegenwoordig spelen kinderen niet buiten.
Vlees kost veel tegenwoordig.
Tegenwoordig is het niet ongewoon dat een vrouw alleen reist.
De jeugd heeft tegenwoordig een voorkeur voor lang haar.
Te veel kaderleden geven tegenwoordig geld uit dat ze niet verdiend hebben, om dingen te kopen die ze niet nodig hebben, om indruk te maken op mensen die ze niet eens graag zien.
Holländisch Wort "nowadays"(tegenwoordig) tritt in Sätzen auf:
second lesson