das Wörterbuch niederländisch Minus Polnisch
- 
bespreken auf Polnisch:
1. 
omówić
Powinieneś omówić swoje problemy finansowe z żoną.
Musimy omówić nową inwestycję.
Polnisch Wort "bespreken"(omówić) tritt in Sätzen auf:
czasowniki werkwoorden niderlandzkiThema 3 KINDEREN
holenderski preply
2. 
omawiać
omawiać pracę domową
andere Wörter beginnend mit "B(die Empfänger)
beslissen auf Polnischbeslissend auf Polnisch
besluiteloos auf Polnisch
besteden auf Polnisch
bestek auf Polnisch
bestellen auf Polnisch
bespreken in anderen Wörterbüchern
bespreken in Arabischbespreken Tschechisch
bespreken Deutsch
bespreken Englisch
bespreken Spanisch
bespreken Französisch
bespreken Hindi
bespreken Indonesier
bespreken Italienisch
bespreken georgisch
bespreken Litauisch
bespreken Norwegisch
bespreken Portugiesisch
bespreken Rumänisch
bespreken Russisch
bespreken Slowakisch
bespreken Schwedisch
bespreken kreuzten Beinen
bespreken in Vietnamesisch
bespreken Chinesisch
