1. onbeleefd
Het is onbeleefd om met anderen te lachen.
Hij gaf een onbeleefd antwoord.
Holländisch Wort "niemiły"(onbeleefd) tritt in Sätzen auf:
Cechy osobowości po holendersku2. onaangenaam
De oudere geleek zo op haar moeder door haar karakter en aangezicht, dat iedereen die haar zag kon denken dat hij de moeder zag; ze waren allebei zo onaangenaam en zo fier, dat men er niet kon mee samenleven.
Een onaangenaam gevoel is nooit goed.