1. laten
Laten we teruggaan.
Hij gaf haar een snoepje opdat ze hem met rust zou laten.
Mijnheer Smith heeft zich nog niet laten zien, hoewel hij beloofd heeft te komen.
Jongeren hebben het dikwijls nodig zich te laten opmerken om zichzelf te bevestigen.
Wie soeckt Peert of Wijf sonder gebreecken, die magh het werck wel laten steecken en bedencken dat hij bed en stal voor eeuwigh ledigh houden sal.
Het heeft geen zin te doen alsof om mij te laten geloven dat ik dingen geloof die jij niet gelooft!
Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.
Ieder van ons is als de maan: we hebben allemaal een donkere kant, die we nooit laten zien.
Maar het is waar! drong Dima aan. "Ze laten me het pak niet kopen, tenzij ik ze nog 99 kopeke geef! Kun je me niet wat geld overmaken?"
Wat doe je als je iets dat je zelf niet begrijpt op je lichaam hebt laten zetten en een onverwacht resultaat hebt gekregen?
Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.
Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.
Gelieve dit formulier in te vullen en te wachten tot wij iets laten weten.
Een vriend van mij is laatst uitgegleden over een autootje dat zijn zoon had laten slingeren op de trap en heeft toen zijn grote teen gebroken.
Zo, wanneer gaat ge eindelijk uw koppigheid laten varen en een huis kopen?
Holländisch Wort "zostawić"(laten) tritt in Sätzen auf:
czasowniki werkwoorden niderlandzki2. achterlaten
Wilt u een boodschap achterlaten?
U kunt een bericht achterlaten na de pieptoon of bonbons in onze brievenbus doen.