zakupy

 0    81 Datenblatt    piotrfrankiewicz
mp3 downloaden Drucken spielen überprüfen
 
Frage Antworten
piekarnia
Lernen beginnen
bakkerij
rzeź
Lernen beginnen
slagerij
rzeź
Lernen beginnen
beenhouwerij
garmażeria
Lernen beginnen
broodjeszaak
sklep spożywczy
Lernen beginnen
buurtwinkel
warzywniak
Lernen beginnen
groentewinkel
kiosk
Lernen beginnen
krantenwinkel
sklep nocny
Lernen beginnen
nachtwinkel
Piekarz
Lernen beginnen
bakker
Rzeźnik
Lernen beginnen
slager
rzeźnik
Lernen beginnen
beenhouwer
gazeta
Lernen beginnen
de krant
Gazeta
Lernen beginnen
het dagblad
los na loterię
Lernen beginnen
het lottoformulier
kartkę z życzeniami
Lernen beginnen
de wenskaart
cukierek
Lernen beginnen
het snoep
napój gazowany
Lernen beginnen
de frisdrank
ser
Lernen beginnen
de kaas
wędlina
Lernen beginnen
de charcuterie
przysmaki
Lernen beginnen
de fijnkost
kanapka
Lernen beginnen
het belegde broodje
bekon z jajkami
Lernen beginnen
spek met eieren
ciasto kawowe
Lernen beginnen
de koffiekoek
gorący napój
Lernen beginnen
warme drinken
zimne napoje
Lernen beginnen
koude dranken
materiały dla palących
Lernen beginnen
rookwaren
wołowina
Lernen beginnen
rundvlees
wieprzowina
Lernen beginnen
varkensvlees
owieczka
Lernen beginnen
lamsvlees
cielęcina
Lernen beginnen
kalfsvlees
kurczak i drób
Lernen beginnen
kip en gevogelte
Królik
Lernen beginnen
konijn
Koza
Lernen beginnen
geit
Schab lub baranina
Lernen beginnen
Schab of schapenvlees
kosz
Lernen beginnen
bak
taca
Lernen beginnen
bakje
puszka
Lernen beginnen
blikje
bukiet
Lernen beginnen
boeket
pudełko
Lernen beginnen
doos
pudełko
Lernen beginnen
doosje
butelka
Lernen beginnen
fles
butelka
Lernen beginnen
flesje
pokrojony bochenek chleba
Lernen beginnen
een gesneden brood
Do kogo to jest?
Lernen beginnen
Aan wie is 't
Dla mnie
Lernen beginnen
Aan mij
Coś jeszcze?
Lernen beginnen
Nog iets?
Tak, jeszcze trzy ciasteczka kawowe.
Lernen beginnen
Ja, nog drie koffiekoeken.
To będzie to?
Lernen beginnen
Dat żal 't zijn?
Tak, to wszystko.
Lernen beginnen
Ja, dat is alles.
Kto następny?
Lernen beginnen
Wie is de volgende?
Co byś chciał?
Lernen beginnen
Wat mag het zijn?
Dla mnie kalafior
Lernen beginnen
Voor mij een bloemkool
Ile płacę?
Lernen beginnen
Hoe veel meet ik betalen?
kwiat
Lernen beginnen
bloomen
paczka kwiatów
Lernen beginnen
een pak bloom
kalafior
Lernen beginnen
een bloemkool
ziemniaki
Lernen beginnen
aardappelen
jabłka
Lernen beginnen
appels
pomarańcze
Lernen beginnen
appelsienen
Rosół
Lernen beginnen
kippensoep
zupa z kurczaka
Lernen beginnen
soepkip
Hamburgery
Lernen beginnen
hamburgers
stek
Lernen beginnen
biefstuk
mięso mielone
Lernen beginnen
gehakt
kiełbasa
Lernen beginnen
worst
Czy może to być coś więcej?
Lernen beginnen
Mag het iets meer zijn?
Jasne. Bez problemu.
Lernen beginnen
Ja hoor. Geen probleem.
To będzie to?
Lernen beginnen
Dat żal 't zijn?
Ile to kosztuje?
Lernen beginnen
Hoeveel is het?
Ile klient powinien zapłacić?
Lernen beginnen
Hoeveel moet de klant beztalencie?
Ile klient daje?
Lernen beginnen
Hoeveel geeft de klant?
To jest w sam raz!
Lernen beginnen
Dat is juist gepast!
Tak, kto następny?
Lernen beginnen
Ja, wie is de volgende?
Co byś chciał?
Lernen beginnen
Wat mag het zijn?
Dla mnie kalafior.
Lernen beginnen
Voor mij een bloemkool.
Proszę. Coś jeszcze?
Lernen beginnen
Alstublieft. Nog iets?
Tak, kolejne półtora kilo jabłek.
Lernen beginnen
Ja, nog anderhalve kilo appels.
Pół kilograma?
Lernen beginnen
Een halve kilo?
Proszę. To będzie to?
Lernen beginnen
Alstublieft. Dat zal 't zijn?
Dziękuję i do zobaczenia wkrótce.
Lernen beginnen
Dankuwel en tot ziens.
Lubię małże
Lernen beginnen
ik vind mosselen lekker

Sie müssen eingeloggt sein, um einen Kommentar zu schreiben.